Direct naar artikelinhoud
Interview

Vingerafdrukken op je ID-kaart, is dat zo erg? “Vrij zijn, vrij kunnen denken, veronderstelt privacy”

Vingerafdrukken op je ID-kaart, is dat zo erg? “Vrij zijn, vrij kunnen denken, veronderstelt privacy”
Beeld BELGA

Bijna geruisloos keurde de Kamer het wets­ontwerp van binnen­landminister Jan Jambon (N-VA) goed dat digitale vinger­afdrukken toe­voegt aan de identiteitskaart. Filosofe Tinneke Beeckman spreekt van een achteruitgang die onvermijdelijk is, maar nog gevaarlijker wordt als onze waakzaamheid inzake privacy zo slap blijft. 

Wie in april 2019 een nieuwe identiteitskaart aanvraagt, zal vooraf een digitaal beeld moeten afstaan van de afdrukken van de rechter- en linkerwijsvinger. Voor­lopig is het niet de bedoeling om de vinger­afdrukken in databanken op te slaan. Tinneke Beeckman be­schouwt dit als een onvermijdelijke evolutie in een realiteit waar­in privacy het moet afleggen tegen andere prioriteiten.

“Het gaat de verkeerde kant uit met onze privacy, maar in tijden van globalisering en technologische om­wentelingen kun je moei­­lijk vermijden dat het de verkeerde kant uitgaat. Ik vind veel bezwaren van de privacy­verdedi­gers terecht, maar begrijp ook wel dat een overheid maatregelen moet nemen om het systeem van ID-kaarten tegen misbruiken te beschermen. Zeker als je weet dat ze de facto ge­bruikt kunnen worden als reispaspoorten: we kunnen met dat document naar veertig landen; niet enkel binnen de EU maar ook naar landen als Zwitserland, Noor­wegen en Turkije.”

Lees ook

Matthias Dobbelaere-Welvaert trekt naar Grondwettelijk Hof tegen de vingerafdruk op de e-ID. “Wij willen de vingerafdrukwet definitief kelderen.”

Licht op groen voor vingerafdrukken op ID-kaart: hoe is het zover gekomen?

“Als je vandaag je vingerafdruk afgeeft, waarom zou je je dan morgen verzetten tegen een databank?”, vraagt hoofdredacteur Bart Eeckhout zich af.
    

U stelt dat we in tijden van globalisering en technologische vooruitgang bijna niet anders kunnen dan een deel van onze privacy af te staan.

Tinneke Beeckman: “Dat lijkt inderdaad de harde realiteit, ook al zijn er belangrijke principiële bezwaren. Zo is het problematisch dat burgers verplicht worden om hun vinger­afdrukken af te staan. Bij een paspoort kun je nog redeneren dat het om een vrijwillige keuze gaat, maar omdat een identiteitskaart in België verplicht is, heb je als burger geen keuze.

“Daarnaast wordt onze privacy ook belaagd door een breder fenomeen: door de globalisering zie je dat mensen en groepen zich steeds minder verbonden voelen met de brede gemeenschap en vanuit hun eigenbelang gaan handelen. Dat leidt tot allerlei misbruiken: internationale criminaliteit, bedrijven en organisaties die makkelijk grenzen over­steken en neerstrijken op plekken waar arbeid goed­koop is of waar de fiscale voordelen het grootst zijn. De overheid wordt daardoor gedwongen om repressiever op te treden en ook naar krachtige instrumenten te grijpen.”

‘Data zijn de olie van de 21ste eeuw, dus waarom niet over­wegen om machtige bedrijven als Google en Facebook op te splitsen?’
Tinneke Beeckman

Maar zijn er geen betere instrumenten om fiscale fraude en Panama-schandalen te vermijden dan vingerafdrukken op een identiteitskaart?

“Ik kan me voorstellen dat een overheid dankzij vinger­afdrukken wel efficiënter kan optreden tegen vervalsing van identiteitskaarten. Ook internationale criminelen kunnen met het nieuwe systeem makkelijker in kaart worden gebracht. Bij paspoorten had dezelfde maatregel een gunstig effect: de fraude nam af.

“Maar tegelijk ontstaat een soort technologische wapenwedloop. In de eerste plaats tussen staten onderling: het land met de meest geavanceerde paspoorten heeft het minst last van fraude. Maar er is ook sprake van wedijver tussen overheden en criminelen. Vaak is het zo dat criminelen de technologische vernieuwingen van een overheid onderuit­halen. Alles wat je uitvindt, kan ook tegen je ge­­bruikt worden. Mochten criminelen erin slagen vinger­afdrukken te hacken, dan hebben ze allicht nog veel meer toegang tot privacy­gegevens.”

Zitten we dan niet in een soort Frankenstein-scenario: technologische uitvindingen worden uiteindelijk tegen ons gebruikt?

“Dat is een cruciale vraag voor de overheid, die voldoende moet kunnen garanderen dat de privacy­gegevens van burgers goed beschermd worden en niet in verkeerde handen terecht­komen. Tegelijk is het ook onze taak als burger om ons te wapenen tegen misbruik van gegevens. Veel mensen hebben een houding van ‘ik heb niets te verbergen, wat is hier eigenlijk het probleem?’ Dat is een gevaarlijke houding, want uiteindelijk weten we niet waar onze privacy­gegevens terechtkomen en ook niet waarnaar malafide individuen precies op zoek zijn.

“Dat is precies waarover 1984 van George Orwell gaat. Het boek gaat over een man die een dagboek wil bijhouden over zijn persoonlijke leven, zijn relaties, zijn gedachten, zijn identiteit. Dat lijkt banaal, maar uiteindelijk gaat dit over de essentiële vraag ‘wie ben ik’ en hoe wil ik mij ontwikkelen. Vrij zijn, vrij kunnen denken, veronderstelt privacy. Als een staat inbreekt op je privacy, wordt ook je identiteit aangetast. Soort­gelijke zaken zijn nu aan de gang met bedrijven als Google en Face­book, die beweren dat ze weten wat en hoe wij denken. Dat komt neer op een grove inbreuk op onze privacy. Te­meer om­dat die bedrijven ons steeds meer als producten be­handelen: onze data zijn handels­waar geworden.”

‘Heel veel mensen zijn bereid mee te gaan in een beleid waarvan gezegd wordt dat het de kans op aanslagen verkleint’
Tinneke Beeckman

Toch is privacy niet echt een hot item. Het wetsontwerp over de vingerafdrukken passeerde zonder veel heisa door het parlement.

“Dat komt omdat de maatregel gekaderd wordt in de strijd tegen terreur. Heel veel mensen zijn bereid mee te gaan in een beleid waarvan gezegd wordt dat het de kans op aanslagen verkleint. Men­sen zijn sociale en politieke wezens. Strikt rationeel kun je zeggen dat de kans op een dodelijk ongeluk door overlopend wild groter is dan de kans om te sterven bij een aanslag. Maar zo zitten wij niet in el­kaar: het idee dat er mensen in onze eigen ge­meen­schap te kwader trouw zijn en zelfs bereid zijn om zich op een metro­stel op te blazen, is zeer be­ang­sti­gend.

“Dat heeft te maken met het feit dat wij al eeuwen groeps­wezens zijn die voor ons overleven af­han­ke­lijk zijn van de gemeenschap. Als bepaalde leden zich tegen ons keren, ervaren we dat als een fundamenteel probleem. Als de overheid zich sterk maakt dat ze de gemeenschap met een bepaal­de maatregel beter kan beschermen, is de kans groot dat er voor die maatregel een groot draagvlak zal zijn.”

Sommige actievoerders roepen mensen op om massaal identiteitskaarten ‘te verliezen’ en vóór april een nieuwe zonder vingerafdrukken aan te vragen die dan 10 jaar geldig zal zijn. Een nuttige vorm van verzet?

“Wel, als mensen op die manier een politiek signaal willen geven, is dat natuurlijk hun volste recht. Maar op termijn is de evolutie niet tegen te houden. Het gaat om een Europese harmonisering waarover politieke consensus bestaat. Nog­maals: ik wil daarmee niet zeggen dat dit een goede evolutie is. We moeten ons de vraag durven te stellen wat al die overheden en bedrijven met onze privé­gegevens van plan zijn. We zitten op een hellend vlak.”

Maar zou je dan net niet van een overheid verwachten dat ze een dam opwerpt tegen de bedreigingen van onze privacy? Momenteel lijkt het tegendeel het geval: ook onze overheden zijn uit op onze gegevens.

“De overheid doet wel een aantal inspanningen. Face­book-CEO Mark Zuckerberg werd naar het Euro­pees Parlement gesommeerd en de EU probeert de macht van data­­giganten in te perken. Maar het is hoog spel: zowel tech­reuzen als sommige landen be­schikken over krachtige technologie en zoveel data dat hun macht enorm is geworden. De kloof tussen diegenen die over data beschikken en zij die niet over data beschikken, neemt toe. Dit is enkel op te lossen door bepaalde machtige bedrijven op te delen.”

Naar analogie met wat er begin 20ste eeuw gebeurde met Standard Oil omdat het monopolie van dat bedrijf oppermachtig was.

“Inderdaad, data zijn de olie van de 21ste eeuw, dus waarom niet overwegen om bedrijven als Google en Facebook op te splitsen? Als ik zie hoe Facebook voortdurend bedrijven als WhatsApp opslokt, dan lijkt me dat problematisch. Dit heeft ook wel te ma­ken met het feit dat we mensen als Zuckerberg verheerlijken en onvoldoende rekening houden met hun houding van move fast and break things. Het is niet omdat iemand op technologisch vlak geniaal is, dat hij of zij doordrongen is van het belang van de­mo­cratie. De hoogmoed van mensen als Zucker­berg moet ons tot nadenken stem­men. Zolang we blindelings verslaafd blijven aan onze smartphones, is onze privacy erg kwetsbaar.”