Grootschalige aanval op Rafah lijkt een kwestie van tijd: ‘Strijders houden beter hun handen omhoog om zich over te geven’

De lucht- en tankaanvallen op overgebleven Palestijnse strijders laten zien dat Israël er nog niet in is geslaagd om Hamas te vernietigen sinds het uitbreken van de oorlog op 7 oktober, 200 dagen geleden, na de terreuraanval van de beweging. Een Israëlische militaire-inlichtingenfunctionaris heeft tegen The New York Times gezegd dat zich alleen al in Noord-Gaza nog zo’n 5.000 strijders bevinden. Voor de oorlog werd de sterkte van Hamas geschat op 30.000 man.

Volgens het leger zijn tientallen luchtaanvallen uitgevoerd op observatieposten, raketlanceerposities en gebouwen die zouden zijn gebruikt door strijders van Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad. Israël droeg bewoners van delen van de noordelijke stad Beit Lahiya op om direct naar twee bepaalde zones te gaan, omdat het een grote operatie wilde uitvoeren tegen de ‘terreurinfrastructuur’ in de stad. Vanuit het geëvacueerde gebied waren eerder raketten afgeschoten op Israëlische dorpen net over de grens.

In Centraal-Gaza vochten Israëlische militairen sinds zondag tegen Hamas-strijders. Bij de tientallen luchtaanvallen werden ook huizen getroffen in Gaza-stad, een van de eerste doelwitten in de oorlog. Hoeveel doden daarbij zijn gevallen, is niet bekend.

Vier maanden geleden had het Israëlische leger nog verklaard dat het zijn troepen uit het noorden zou terugtrekken. Volgens het leger was de uitschakeling van de Hamas-bataljons in het noorden, die tot de beste van de beweging zouden hebben behoord, voltooid. Maar de afgelopen maanden kwamen er berichten dat strijders vanuit andere delen van Gaza naar het noorden trokken om de strijd te hervatten en de Hamas-infrastructuur weer op te bouwen.

Aanval op Rafah

De Israëlische premier Benjamin Netanyahu heeft altijd gezegd dat de totale vernietiging van Hamas een van de belangrijkste doelen is van de oorlog. Israël claimt tot nu toe zo’n 13.000 strijders te hebben gedood. Volgens het leger zijn nog maar 6 van de 24 Hamas-bataljons intact, de rest zou zwaar zijn gehavend zijn. In de zuidelijke stad Rafah zitten volgens Israël nog vier operationele bataljons, evenals kopstukken en hoge militaire commandanten, onder wie Hamasleider Yahya Sinwar.

Om die reden wil Netanyahu de stad, waar ruim een miljoen burgers de afgelopen maanden hun toevlucht hebben gezocht, zo snel mogelijk aanvallen. Maar omdat er zoveel Hamas-strijders naar het noorden zijn getrokken, rijst de vraag of een grote aanval op Rafah de vernietiging van Hamas dichterbij zal brengen.

Gehavend, maar niet verslagen

De Amerikaanse inlichtingendiensten waarschuwden onlangs in een rapport dat Hamas na ruim een half jaar oorlog militair gezien zwaar gehavend is, maar zeker niet verslagen. “Israël zal waarschijnlijk nog jaren te maken krijgen met aanhoudend gewapend verzet van Hamas”, aldus de spionagediensten. “Het leger zal moeite hebben om de ondergrondse infrastructuur van Hamas, die strijders in staat stelt zich te verschuilen, op krachten te komen en de Israëlische troepen te verrassen, uit te schakelen.”

Hoewel de Amerikaanse regering zich verzet tegen een grootschalige aanval op Rafah, vanwege de vele te verwachten burgerdoden, lijkt de operatie een kwestie van tijd. Het Israëlische leger maakte dinsdag bekend twee brigades gevechtsklaar te maken voor inzet in Gaza. En in Khan Younis verrijst een tentenkamp waar bewoners uit Rafah kunnen worden.

De Israëlische brigadegeneraal Itzik Cohen, commandant van een divisie die in Gaza opereert, waarschuwde dat Hamas “binnenkort hard zal worden getroffen in Rafah”. Cohen: “Hamas moet weten dat als het leger Rafah binnentrekt, de strijders beter hun handen omhoog kunnen houden om zich over te geven.” Hamas wil van geen wijken weten. De beweging riep dinsdag op de strijd op alle fronten te verhevigen.