Direct naar artikelinhoud
Column

Facebook wordt schatrijk en hoeft die rijkdom met (bijna) niemand te delen. Dat is onhoudbaar

Paul De Grauwe.Beeld BELGA

Paul De Grauwe is professor aan de London School of Economics. Zijn column verschijnt wekelijks

De nieuwe informatietechnologieën hebben een hele resem ondernemingen zien ontstaan die buitengewoon winstgevend zijn geworden. Ze prijken vandaag in de top tien van meest waardevolle ondernemingen in de wereld. Waardevol betekent hier de geldwaarde van alle uitstaande aandelen van deze ondernemingen. Hun kapitalisatie, zoals economen dat noemen.

Alphabet (beter bekend onder de naam Google), Amazon, Microsoft, Facebook, Alibaba, zijn elk 400 miljard dollar of meer waard in de aandelenmarkten. Ze produceren haast niets tastbaars. Ze “maken” informatie. Deze informatie-ondernemingen kennen een buitengewoon succes. Ze geven ook aanleiding tot nieuwe problemen. Laten we die even onder ogen nemen.

Hoe meer kijkers, hoe waardevoller

Wat het eerst in het oog springt bij informatie-ondernemingen is dat de marginale kost van de informatie die geproduceerd wordt nul is. Om een YouTube-filmpje te maken heb je wel een aantal vaste kosten, bijvoorbeeld een camera, een laptop en een internetverbinding. Maar eenmaal het filmpje gemaakt is, kun je het verspreiden zonder de kosten te verhogen. Of er 10, 100 of 100.000 kijkers zijn naar het filmpje, dat verandert niets meer aan de kostprijs van de producer van het filmpje. De marginale kost (de kost van één bijkomende afzet bij een kijker) is nul.

Het gaat echter nog verder. Hoe meer kijkers de producer bereikt des te waardevoller zijn YouTube-filmpje wordt. Als hij/zij een publiek van, bijvoorbeeld, 1 miljoen mensen bereikt, geraken adverteerders geïnteresseerd en zijn ze bereid de maker van het filmpje te betalen voor het plaatsen van advertenties. Hoe meer kijkers er zijn, des te meer de adverteerder bereid is te betalen. De YouTube-producer produceert dus iets dat een marginale kost heeft gelijk aan nul en een marginale opbrengst die stijgt met het aantal kijkers. Hoe meer mensen je met het filmpje bereikt, hoe rijker je wordt zonder iets speciaals te moeten doen.

Facebook, dat bijna tweemaal groter is in termen van kapitalisatie dan Walmart, telt slechts één honderdste van het aantal werknemers van deze laatste

Zo'n businessmodel creëert een aantal problemen. Het eerste is dat informatiebedrijven heel veel economische waarde creëren zonder de inzet van veel productiefactoren. Je hebt nauwelijks werknemers nodig om heel veel inkomen te genereren. Facebook, met een kapitalisatie van 400 miljard dollar, stelt 21.000 mensen tewerk. Walmart, dat een kapitalisatie heeft van 220 miljard, heeft 2,1 miljoen werknemers. Facebook, dat bijna tweemaal groter is in termen van kapitalisatie dan Walmart, telt slechts één honderdste van het aantal werknemers van deze laatste. Dat betekent dus dat enorm veel economische waarde terecht komt bij heel weinig mensen. Een ongelijkheidstijdbom.

Een tweede probleem heeft te maken met het feit dat de mensen die zich aansluiten bij zo'n informatieplatform (bijvoorbeeld Facebook) eigenlijk informatie over zichzelf gratis weggeven. Die informatie wordt des te waardevoller naarmate meer mensen toetreden tot het platform. Die grote data aan informatie maken het mogelijk om heel gerichte advertenties te plaatsen. De droom van alle adverteerders.

Bedrijven zoals Facebook produceren informatie die heel veel inkomsten genereert en ze gebruiken een grondstof die ze gratis verwerven, met name de informatie die de gebruikers over zichzelf ter beschikking stellen aan Facebook

Dus bedrijven zoals Facebook produceren informatie die heel veel inkomsten genereert en ze gebruiken een grondstof die ze gratis verwerven, met name de informatie die de gebruikers over zichzelf ter beschikking stellen aan Facebook. Zo word je schatrijk en hoef je die rijkdom met (bijna) niemand te delen.

Zo'n situatie is onhoudbaar. Veel te veel economische waarde komt terecht bij steeds minder mensen. Wat kan eraan gedaan worden? Hier is mijn voorstel. Facebook realiseerde in 2016 26 miljard dollar aan advertentie-inkomsten. Die inkomsten werden in feite gerealiseerd dankzij de gratis “grondstof” van de informatie die de Facebook-gebruikers aanreiken. De overheden zouden hier een belasting van bijvoorbeeld 50 procent kunnen toepassen, ervan uitgaande dat minstens de helft van die inkomsten te maken heeft met de gratis aangeleverde informatie. Dat betekent dus 13 miljard dollar. Er zijn nu ongeveer 1,23 miljard gebruikers van Facebook. Dus dat betekent (afgerond) 10 dollar per gebruiker en per jaar. Dat lijkt mij een goede schatting van de waarde van de informatie die de individuele gebruiker ter beschikking stelt van Facebook.

Mijn voorstel wordt dus: een belasting van 10 dollar per gebruiker te betalen door Facebook. Zuckerberg zal na deze belasting wat minder rijk zijn, maar toch nog massa’s geld overhouden.