© Chantal Cuyx

© Karel Flipkens

© Koen Debay

thumbnail:
thumbnail:
thumbnail:

COLUMN. Deze bloem is een echte diva, een geboren ster

Zonhoven -

Dirk Ottenburghs, directeur van Limburgs Landschap vzw, leidt ons rond in de wondere wereld van de Limburgse natuur.

Dirk Ottenburghs

Gele bloemen, dat is alvast een kenmerk dat veel soorten gemeen hebben. Zo ook de gele morgenster. Het is een composiet. Dat wil zeggen dat wat wij ‘de bloem’ noemen eigenlijk een verzameling is van allemaal kleinere bloemetjes. Lintbloemen, in dit geval. Dus lange smalle versies. Bij deze soort staan die samengestelde dingen allemaal netjes apart. ‘Alleenstaand’ noemen we dat. Niet echt alleen, want ze zijn met een achttal lintdingen. Ze bloeien in mei en juni. Eenmaal ze dat werkje achter de rug hebben, bloeien bedoel ik, dan vormt er zich op een nootje – dat klinkt alvast leuk – gesteeld vruchtpluis. Dan krijg je zo een mooie pluizige witachtige bol, waar ik heel moeilijk kan aan voorbij lopen zonder hem te plukken en er op te blazen. Dat mag, want zo versnel je hun voortplantingsproces. Elk pluisje is mogelijk een toekomstige gele morgenster. Dus gewoon doen! Meestal staan er zo veel dat je vanzelf stopt met blazen. Ik stop meestal als ik duizelig begin te worden van al dat geblaas.

Er zijn trouwens meer soorten morgensterren. De gele - en de oosterse versie. De gele morgenster wordt aanzien als ‘onze’ morgenster. Als er al iets ‘van ons’ zou zijn in de natuur. Maar dat is een ander verhaal. Het verschil zit in de omwindselblaadjes. Dat zijn de groene dingetjes aan de basis van de bloem, die dan weer eigenlijk geen bloem is. Ingewikkeld allemaal. Die groene blaadjes zijn bij de gele morgenster langer of maximaal even lang als de lintbloemen. Die gele blaadjes dus.

Tweede verschil zit in de helmknoppen. Dat zijn de delen van de stamper waar het stuifmeel op zit. De kans dat ik nu de mist in ga, is bestaande. Maar in mijn hoofd is die stamper het piemeltje van de gele morgenster. De kleur van die helmknop is hier geel, bruinachtig of bijna zwart. Wat ik me moet voorstellen met bijna zwart is mij nog niet helemaal duidelijk. Maar de plantenkenners zullen mij dit ooit wel eens laten zien.

Bij die andere vertegenwoordiger – de oosterse morgenster – ziet alles er net iets anders uit. Daar zijn de gele lintbloemetjes twee keer zo lang als de omwindselblaadjes. De helmknoppen zijn dan weer geel met een paars-bruine streep. De gele morgenster is een algemene soort. Als ik dit intik, dan voel ik mij even een kenner - wat trouwens niet zo is. Maar het klinkt allemaal wel heel wetenschappelijk en voornaam.

Daarom even een omslag. Want onze gele morgenster is een echte diva. Een geboren ster, dat is dan ook wat er in haar naam staat. Want ze tonen hun volledige schoonheid enkel in de voormiddag. Ik denk zelfs – hier spat mijn opgebouwde droom dat ik een kenner ben volledig uit elkaar – dat ze enkel openbloeien als het zonnetje van de partij is. Ze snakken als het ware naar de spotlights.

Elke morgen treden onze gele morgensterren op. Ze ontplooien hun bloemen – een verzameling van lintjes om nog even de schijn van de wetenschap recht te houden – bij het morgenlicht en pronken er mee tot tegen de middag. Dan vouwen ze alles netjes weer dicht. Tot de volgende morgen. Als de ster van de show moet je je publiek gretig houden. Korte optredens met veel bravoure.

https://limburgs-landschap.be/

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer