Antirooklobby zet vandaag grote, eerste stap
Amsterdam
Uitgerekend op de dag dat wereldkundig werd dat Johan Cruijff aan longkanker leed, besloot longkankerpatiënt Anne Marie van Veen dat ze de tabaksindustrie wilde aanklagen. In haar naam deed advocaat Bénédicte Ficq op 29 september 2016 aangifte van moord, doodslag, zware mishandeling en valsheid in geschrifte tegen Philip Morris, British American Tobacco, Imperial Tobacco Benelux en Japan Tobacco International – allen actief op de Nederlandse markt.
Het is voor het eerst dat tabaksfabrikanten een strafzaak boven het hoofd hangt. Hoe de beslissing ook luidt, Ficqs zaak heeft het denken over roken en rokers radicaal veranderd. Geen mogelijkheid liet ze onbenut om Nederland ervan te overtuigen dat de tabaksfabrikanten een vorm van ‘georganiseerde misdaad’ bedrijven en rokers geen vrijwillige gebruikers, maar verslaafde slachtoffers zijn.
Oogstte ze aanvankelijk veel scepsis en hoon onder rokers, inmiddels heeft ze een groot maatschappelijk draagvlak voor haar zaak gecreëerd. Meer dan dertig organisaties, instellingen en gemeenten hebben zich bij de aangifte aangesloten, variërend van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis tot, afgelopen dinsdagavond, de gemeente Amsterdam.
tijd is rijp
Het verzet tegen het roken is met de aangifte groter en fanatieker geworden. Toen longarts en voorvechter van de antirooklobby Wanda de Kanter zich al jaren geleden met precies dezelfde aanklacht bij Ficq meldde, was de tijd er nog niet rijp voor. Nu wel.
Er zijn wereldwijd honderden processen tegen de tabaksindustrie gevoerd, maar die waren altijd civielrechtelijk – met een eis tot schadevergoeding. Vaak werden en worden die geschikt. In 1996 won een Amerikaans echtpaar voor het eerst een zaak tegen tabaksfabrikant Brown & Williamson. Kankerpatiënt Grady Carter erkende tijdens het proces dat hij wist dat roken slecht was, maar beriep zich erop dat hij verslaafd was gemaakt. Hoewel Brown & Williamson ontkende dat nicotine verslavend is, veroordeelde de jury de fabrikant tot het betalen van 750.000 dollar aan Grady en Mildred Carter.
In 2000 begonnen twee ernstig zieke rokers de eerste civiele zaak in Nederland, tegen tabaksfabrikant Theodorus Niemeijer BV in Groningen. In deze zaak is echter, zoals in vele andere, geen uitspraak gedaan omdat de aanklagers kwamen te overlijden voordat het proces was afgerond.
De juridische troef van de tabaksfabrikanten is steeds de opmerking dat iemand er zelf voor kiest om te gaan roken. Inmiddels klinkt in de publieke opinie steeds meer door dat de tabaksindustrie rokers bewust vals voorlicht, hen verslaafd maakt en gezondheidsschade toebrengt, soms met de dood tot gevolg. Ofwel: rookverslaving is een ziekte, en geen karakterzwakte. ‘Mensen verslaafd maken betekent dat je ze ziek maakt’, stelt Ficq, ‘en dat is strafbaar’.
overheidsbeleid
Anderhalf jaar heeft het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie nodig gehad om tot een beslissing te komen over Ficqs aanklacht. Het Functioneel Parket gaat over complexe strafzaken waarvoor specialistische kennis is vereist. Welke elementen Ficqs strafzaak zo complex maken, wil een woordvoerster niet zeggen. Feit is wel dat de Nederlandse staat sigaretten niet verbiedt, hoewel ze veruit het dodelijkste consumentenartikel op de markt zijn. Mocht blijken dat de tabaksindustrie strafbaar opereert, dan heeft het overheidsbeleid dat mede mogelijk gemaakt.
De rol van de overheid is altijd tweeslachtig geweest. De rookindustrie is voor de Nederlandse staat een aantrekkelijke bron van inkomsten: over 2016 was de accijnsopbrengst van tabak 2,4 miljard euro. Tegelijkertijd werd de regelgeving steeds strenger. Roken is in openbare ruimtes verboden, winkeliers mogen geen tabaksproducten verkopen aan jongeren onder de 18, elke vorm van tabaksreclame is inmiddels verboden en sinds 2002 wordt op sigarettenpakjes gewaarschuwd voor rookgerelateerde ziekten, in 2016 gevolgd door angstaanjagende foto’s van lichamelijke defecten als gevolg daarvan. In het nieuwe regeerakkoord spreekt de overheid de wens uit om tot een ‘rookvrije generatie’ te komen. Vorige week bepaalde het gerechtshof dat rookruimtes in cafés en restaurants dicht moeten. Ze zouden in strijd zijn met de geest van een verdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie dat ook door Nederland is ondertekend.
lange weg
Vorig jaar oordeelde het Amerikaanse federale hof dat de tabaksindustrie haar ‘leugens’ dat de sigaret niet dodelijk en verslavend is, publiekelijk moet rectificeren.
Internationaal wordt Ficqs zaak dan ook met grote belangstelling gevolgd. Bij een negatieve beslissing van het Openbaar Ministerie is de strijd niet ten einde. Dan zal de advocaat zich tot het hof wenden om met een artikel 12-procedure vervolging af te dwingen. Die kans acht ze groot. ‘Er is hoe dan ook nog een lange weg te gaan’, zegt Ficq. ‘Maar we hebben een grote, eerste stap gezet.’ <