Direct naar artikelinhoud
MuziekUitgezongen

Daft Punks ‘One More Time’: ‘Als je me zo’n groot bedrag betaalt, stuur je me de dood in’

De meesterbreinen achter Daft Punk, veilig vermomd onder hun robothelmen, die ze rond de release van ‘One More Time’ zijn beginnen dragen en ophielden tot aan hun pensioen in 2021.Beeld RV

Herinnert u zich dat moment op de dansvloer waarbij u de armen in de lucht gooide op de beatloze break van Daft Punks ‘One More Time’? ‘We don’t stop / You can’t stop’, zong Romanthony er, ingevet met autotune.

Oké, toegegeven: Cher was eerst. Althans, het was haar monsterhit ‘Believe’ die in 1998 het grote publiek liet kennismaken met autotune: het notoire klankeffect dat de toonhoogte van een stem of van een instrument corrigeert en bijstuurt. Maar het was ‘One More Time’ van Daft Punk dat het metalige roboteffect in 2000 een vleugje credibiliteit bezorgde. Treffend, omdat Thomas Bangalter en Guy-Manuel de Homem-Christo, de producers achter het Daft Punk-alias, zich rond die tijd begonnen uit te dossen met blitse robothelmen. De heren versierden de volronde housegroove met gekortwiekte samples van de blazerssectie uit het disconummer ‘More Spell on You’ van ene Eddie Johns.

Voor de zangpartij vroeg het duo Romanthony, een Amerikaanse gospelhouselegende die in het dancewereldje hoog stond aangeschreven. “Hij is een leraar voor ons”, vertelde Guy-Manuel ooit in het tijdschrift Jockey Slut. “Hij heeft bewezen dat je perfect minimalisme kunt combineren met soul en emotie, evenals met liefde en diepgang”. Gepassioneerd klinkt Romanthony’s gecroon sowieso. “One more time, we’re gonna celebrate”, joelt hij als een uitzinnige predikant, omzwachteld met autotune, “Oh yeah, alright, don’t stop the dancing”. Hij vat er wonderwel de duizelingwekkende euforie die je voelt wanneer in een bomvolle, stomende club de beats en de menigte met elkaar vervloeien en je als in een draaikolk door de nacht katapulteren.

“Het succes van de song heeft mijn leven veranderd”, vertelde Romanthony over ‘One More Time’ aan het magazine Slices. “Het gaf me de kans om achterover te leunen en de machine te bewonderen die dat liedje verkocht aan de massa. Er kwam onvoorstelbaar veel marketing en promotie bij kijken en dat was ik niet gewend. Het is een heel andere business dan wanneer je je platen uit de kofferbak van je auto verkoopt.”

Romanthony, die tot dan nog nooit met het supersterrendom was geconfronteerd, was bang voor wat het grote geld met hem zou doen. “Hij zei: als je me zo’n groot bedrag betaalt, stuur je me de dood in”, zegt Kevin McKay, de baas van Romanthony’s platenlabel Glasgow Underground, in het boek Daft Punk: We Were The Robots. “Niet omdat hij zelfmoord zou plegen, maar omdat hij bang was om op onvervalste rocksterrenwijze ten onder te gaan. Dus vroeg hij me om hem maandelijks een klein bedrag te sturen, ongeveer tienduizend dollar. Genoeg om muziek te blijven maken en feestjes te geven.”

‘One More Time’ explodeerde van bij de start en gaf het bijbehorende tweede Daft Punk-album Discovery een boost. Ook al was niet iedereen tuk op het popgehalte en het gestoei met autotune, tot ergernis van het Parijse duo. In het magazine DJ Times vergeleek Bangalter de kritiek op autotune en vocoders met de behoudsgezinde weerstand van folkpuristen tegenover de elektrische gitaar: “In de jaren 60 kregen rockmuzikanten soms de vraag waarom ze in vredesnaam de elektrische gitaar bespeelden. Maar het is simpelweg een werktuig! No big deal. Nu ja, creatie is interactie. Je houdt ervan of je haat het. Zolang mensen niet neutraal tegenover onze muziek staan, kan ik ermee leven.”