Van Aert moest vanaf de vierde rij starten en keek dus sowieso tegen een inhaalrace aan. Maar dat hij pas rond plek dertig het veld in zou duiken en vrijwel meteen zijn broek zou scheuren, dat was wel een heel slecht scenario. Dat vertaalde zich ook in een gigantisch en dus onoverbrugbaar verschil na de eerste ronde, met een toptijd van 7:24 voor de Nederlander en 8:09 voor Van Aert. Een achterstand van 45 seconden dus.
Dat was ook exact de voorgift die Van der Poel had aan de finish. En dus verloor Van Aert de wereldtitel door zijn slechte startpositie? Niet echt. De Nederlander reed ook in de tweede, vierde, vijfde en zesde ronde sneller dan zijn eeuwige rivaal. Daardoor breidde hij zijn voorsprong uit tot iets meer dan één minuut. Enkel in de derde ronde verloor Van der Poel vier seconden, maar toen reed hij lek. Hij deed het naar eigen zeggen bovendien “voorzichtig aan” omdat hij schrik had voor materiaalpech.
In de laatste twee ronden nam de Nederlander gas terug aangezien zijn zevende wereldtitel een feit was. Had Van Aert dus zijn rivaal kunnen volgen? We zullen het nooit weten, maar het lijkt erop dat Van der Poel zondag gewoon weer de beste van het pak was.