Direct naar artikelinhoud

Uit kansloze positie vlamt Van der Poel in Limburg toch iedereen voorbij

Mathieu van der Poel (24) grijpt vol ongeloof naar zijn helm als hij winnend de eindstreep van de Amstel Gold Race passeert. En daarna nóg een keer, maar dan met zijn andere hand. Een handvol seconden later, languit neergestort op het wegdek, omringd door een kolkende haag van cameraploegen en fotografen, heeft hij het hoofddeksel met beide handen vast.

Van der Poel ligt na de eindstreep languit op het wegdek, omringd door fotografen.Beeld ANP

Zijn de gierende uithalen die opwellen uit de keel van pure emotie of is het ook het schrijnende gestel dat hij zojuist tot het uiterste op de proef heeft gesteld? Vermoedelijk beide. Pas als hij weer op beide benen staat, is er de bevrijding van de in triomf gebalde vuist.

Als debutant in de grootste klassieker die Nederland kent, heeft hij zowel een hoofdstuk met vet gedrukte letters in de wielernaslagwerken geschreven als een fraaie bladzijde in het familiealbum gevuld. Hij is de eerste Nederlandse winnaar sinds Erik Dekker in 2001 en tegelijkertijd treedt hij in de voetsporen van vader Adrie, die in 1990 in Limburg zegevierde. ‘Ik besef het eigenlijk nog niet en dat gebeurt me niet vaak. Ik had zelfs geen energie meer om mijn handen op te steken. Ik heb er geen woorden voor’, zei hij na de huldiging. Op het tafeltje voor hem deelde een flesje bronwater in de feestvreugde. Na opening spoot het water alle kanten op.

Het was zijn zesde en belangrijkste overwinning na zijn entree twee maanden geleden in de hoogste rangen van het profpeloton. Uit ogenschijnlijk kansloze positie dichtte hij zondag goeddeels op eigen kracht op de laatste rechte weg naar de eindstreep het gat naar de ontsnapte Fransman Julian Alaphilippe en de Deen Jakob Fuglsang. Er was er nog puf over. In een vlammende sprint dook hij op beide vluchters om vervolgens geheel naar de rechterkant van de weg te zwenken en iedereen het nakijken te geven. Je zag Alaphilippe en Fuglsang, die tot dan toe vooral elkaar in de gaten hadden gehouden, opzij kijken. Waar kwam die ineens vandaan?

Zijn vader Adrie keek op dat moment bij de teambus naar de televisie. ‘Het enige wat ik toen eigenlijk zei: wat een mafkees. Als hij de finish ruikt, dan stijgt hij boven zichzelf uit.’ De vaststelling dat het toch echt ‘fantastisch’ was, kwam ietsje later. De winst vertoonde overeenkomsten met zijn eigen zege, 29 jaar geleden. Toen reed hij, uit het achterveld komend, de Belg Luc Roosen op het allerlaatst voorbij. De dolgelukkkige koersdirecteur Leo van Vliet sprak zondag van ‘een aparte familie’. Hij noemde de race ‘absurd’.

 Koekje van eigen deeg

Er was alle reden voor ongeloof. Van der Poel was als een van de topfavorieten gestart na zijn winst in de Brabantse Pijl vorige week woensdag, maar het leek op 36 kilometer van de finish toch echt voorbij. Alaphilippe wilde hem een koekje van eigen deeg geven. De Fransman, met de Strade Bianche en Milaan-San Remo al op zijn naam, ging op avontuur zoals Van der Poel de afgelopen weken zelf geregeld op avontuur was gegaan. Op de Eyserbosweg kreeg hij Fuglsang mee. Vier kilometer eerder had Van der Poel het ook zelf geprobeerd, op de Gulpenerberg, maar die poging was op niets uitgelopen. De Deen en de Fransman bouwden hun voorsprong snel uit naar vijftig seconden, al groeiden allengs twijfels over de accuratesse van de tijdwaarneming, die kennelijk moeite had een aanhoudende reeks aansluitpogingen bij te benen. Het zag er tot op de laatste meters naar uit dat zij uit de greep van de achtervolgers konden blijven. Maar toen ze in de slotfase vooral tegen elkaar gingen rijden, kregen de jagers het duo alsnog in het vizier – met voor de vluchters noodlottige gevolgen.

Winnaar Mathieu van der Poel in actie op de Gulpenerberg.Beeld ANP

Van der Poel zei onderkoeld dat het inderdaad wel speciaal was geweest. Op drie kilometer van de finish, rijdend in een groepje van vijf renners, had hij nog gevraagd hoeveel concurrenten er voor hem lagen, maar niemand had het hem kunnen vertellen. Hij was het overzicht wat kwijtgeraakt. ‘Ik denk dat er bij ons niemand was die nog geloofde in de overwinning.’

In zijn inhaalrace was hij vooral voor het podium gegaan. Meer dan een derde plaats zat er naar zijn gevoel niet in. ‘Ik voelde dat ik goede benen had en wilde nog wat proberen. Op het moment dat we het laatste rechte eind opdraaien, zie ik ze 100 meter voor me rijden en toen ben ik op drie- à vierhonderd meter beginnen te sprinten om ze te proberen te verrassen. Omdat het schuin wind af was, kon ik die snelheid houden op de meet.’ Hij beaamde dat geluk ook een factor is geweest. Fuglsang, die na de Australiër Simon Clarke nog derde werd, erkende dat Alaphilippe en hij een grote fout hadden gemaakt. Ze wachtten te lang om het met elkaar uit te vechten.

Volgens Adrie van der Poel heeft zijn zoon er ook van geprofiteerd dat er maar weinig renners weg waren. ‘Dan weet je dat er altijd ploegen zijn die dan toch gaan rijden.’ De renners die probeerden in te lopen – onder anderen Michal Kwiatkowski, Matteo Trentin en Bauke Mollema – gaven de achtervolgers telkens een richtpunt. Met Cruyffiaanse dictie: ‘Het is altijd makkelijker om naar een richtpunt toe te rijden dan er van weg te rijden.’

 Koekje van eigen deeg
Beeld EPA

Hij wist al weken dat de vorm goed was. ‘Matje’ draaide als vanouds een klein molentje, er was telkens een versnelling na een bocht. Wat hij ook vaststelde was ontspanning. Waar zijn zoon gedurende de week nauwgezet het voorgeschreven menu volgde, zag hij hoe Mathieu zondagmorgen bij het ontbijt doodgemoedereerd twee stukjes spek en een omelet wegwerkte. Hij vond het best. ‘Moet je iemand dat ontnemen, soms?’

Zelf voelde Van der Poel zich aanvankelijk niet zo goed. Na zijn aanval op de Gulpenerberg ontbrak daarna even de jus in de benen om te reageren om verwikkelingen voorin de koers. Hij besloot zich vooral te concentreren op herstel – een vermogen dat hij volgens zijn begeleiders als geen ander in het peloton heeft.

Na zijn zege van zondag stopt voorlopig zijn deelname aan wegwedstrijden en gaat hij mountainbiken. Vraag aan vader Adrie: is dit het begin van een mooie carrière? Nuchter: ‘Dat kan. Vraag het me over vijftien jaar nog maar eens.’ Hij zag zondag in elk geval niet meteen de noodzaak om zelf ook naar het podium te gaan, in de wetenschap dat er heus nog wel meer gelegenheden zullen komen.