Wie is Carole Bam, de topcoach van de Bel­gian Cheetahs? “Ze noemen mij Mama Cheetah”

© BELGA

Ze werd weg- en uitgelachen. Maar zie, dit weekend staan Carole Bam en haar Bel­gian Cheetahs voor hun eerste EK zaalatletiek, mét medaillekansen. Carole wie? Carole Kaboud Me Bam (40), één van de schaarse vrouwelijke coaches in België aan de top. “In het begin mochten we niet eens luid uitschreeuwen wat we wilden bereiken, want we werden niet geloofd.”

Hans Jacobs

“Wat wil je daarmee zeggen?!” We hebben Carole Bam net gevraagd of de meiden haar eerder benaderen als een vriendin of als euh… – we durven het haast niet te suggereren – de mama van de groep. Waarmee we – haasten we ons om eraan toe te voegen – uiteraard niet beweren dat ze een vrouw op leeftijd zou zijn. Absoluut niet. Ze begint te lachen, na haar gespeeld dreigende toon. “De meisjes noemen mij Mama Cheetah. Zoals een mama die over haar kroost waakt.”

In de zomer van 2017 stuurt de mama van veertig – dat hebben we opgezocht, want naar haar leeftijd durven we al helemaal niet te vragen, maar dit terzijde – een mail naar het olympisch comité. Of ze eens mag komen praten over een nieuw project: een vrouwenploeg 4x400m, in navolging van de Belgian Tornados. Om enig gewicht in de schaal te werpen, vraagt Bam de founding father van de succesvolle 4x400m-mannen mee, Jacques Borlée. “Niemand geloofde in ons”, vertelt Bam. “Toen kon ook geen enkel meisje al sprekende resultaten voorleggen. Bref, ze hadden bewijs nodig. Ik ging serieus ontgoocheld buiten. Maar Camille Laus (één van de Belgian Cheetahs, nvdr.) zei me: Neen, je moet er blijven in geloven, zelfs al volgen de instanties niet. We hebben toen zelf het initiatief genomen, ook al stond niemand achter ons.”

Op een symbolische plaats smeden ze hun wilde plannen: in een bol van het Atomium ontstaan de Belgian Cheetahs. “Veel namen zijn de revue gepasseerd: Red Angels, Black Panthers, Les Tornadettes”, zegt Bam. “Uiteindelijk kozen we de Belgian Cheetahs, sierlijk en razendsnel. Het was een magische dag in het Atomium.” Op hun eerste grote kampioenschap, het EK atletiek in Berlijn, stranden ze met een Belgisch record op een zucht van de medailles.

Op hun eerste EK zaalatletiek dromen ze van het podium. Correctie: ze dromen niet, ze komen er openlijk voor uit. “Omdat ze ons niet geloofden, mochten we aanvankelijk niet eens luid onze ambities uitschreeuwen”, aldus Bam. “Wij bleven onderling wel zeggen: Allez les filles, on va y arriver, we geraken er. Het doet dan ook dubbel deugd dat we hier nu staan. Voor dit EK kwamen we met de meisjes bijeen met een mental coach, we spraken over onze ambities. En we zeggen het luid en duidelijk: we hebben het recht om ontgoocheld te zijn als we geen medaille pakken.”

© Frank Bahnmuller

Kameroense in Chinees kleedje

Maar wie is de sterke vrouw achter de Cheetahs eigenlijk? Flashback naar de Spelen van Athene 2004. Kim Gevaert doet het prima bij haar olympische debuut. Op de 200m eindigt ze als zesde van de wereld. Met de 4x100m timmert ze aan de weg die vier jaar later, in Peking 2008, naar olympisch goud zal leiden, het klavertjevier van de sprint eindigt in Athene als zesde.

In Athene 2004 en Peking 2008 neemt ook Carole Kaboud Me Bam deel. In 2004 sneuvelt ze met de Kameroense 4x400m in de series. In 2008 pakt ze brons op de Afrikaanse kampioenschappen op de 100m horden, in Peking 2008 gaat ze eruit in de series op de 400m horden. Toch baart ze opzien, zonder het te willen. “In Peking kocht ik zo’n traditioneel Chinees kleedje. Toen ik uit het olympische restaurant kwam, werd ik druk gefotografeerd. De volgende dag zag ik mezelf in mijn Chinese jurk staan op de cover van het officiële olympische magazine, dat elke dag verscheen.” Op de Spelen van Londen 2012 wil ze afscheid nemen. “Maar een jaar voordien lukte het niet meer door blessures en dus stopte ik als atlete.”

Ze toeft dan al sinds 2004 in België, wegens twee grote liefdes: de liefde voor atletiek én een Belgisch vriendje. “Ik trainde met de betere Afrikaanse atletes in een internationaal trainingscentrum in Dakar, maar kon niet om met de mentaliteit. Die druk om altijd maar te moeten presteren... Daar had ik genoeg van. En ik had een Belgisch vriendje, hij zocht voor mij een Belgische coach.” Ze komt terecht in Nijvel. In 2007 trouwt ze – ze is inmiddels mama. Vandaag is ze één van de weinige vrouwelijke coaches aan de top in België. “Ik had het geluk dat ik een halftijds clubcontract als coach kreeg. Ik noem mezelf geen trainer, maar de coach van de Cheetahs. Ik wil dat de meiden zich comfortabel voelen. Ik zeg niet: Jullie moeten dit en jullie moeten dat. Ik zeg wel: Wat denken jullie van dit en dat? Er wordt veel overlegd bij ons. Ik moet me niet te veel opdringen of aandringen.”

“Het gaat gewoon beter tussen allemaal vrouwen. Ze waren ook van in het begin nauw betrokken bij de oprichting van de Cheetahs. Ik heb ook geluk, hein, dat ik op deze meisjes ben gebotst. De meiden komen ook buiten de piste goed overeen, een droom. Ik heb nog geen enkel conflict met hen gehad.”

© Frank Bahnmuller

‘Symbolische’ waardering

De Cheetahs doen, zeker na hun ­bijna-medaille op het EK in Berlijn 2018, steeds vaker een belletje rinkelen, de vrouw achter de Cheetahs veel minder. “Ik hoor soms: Tiens, train jij de Cheetahs, is dat niet Jacques Borlée? Maar dat stoort mij niet. Jacques bereikte de voorbije jaren zoveel met de mannen-estafette, en twee van zijn meisjes die hij individueel traint ­(Camille Laus en Hanne Claes, nvdr.), zitten bij de Cheetahs. Niet dat het mij niets kan schelen dat ik niet zo bekend ben, het doet gewoon deugd dat we kunnen tonen dat wij ook onze plaats hebben, dat we op een dag als een ­profteam zoals de Tornados kunnen werken.”

Want het is niet omdat de Cheetahs presteren, dat dat zich ook in een financieel succes vertaalt. “Ik krijg geen geld als estafettecoach”, zegt Bam. “Enkel mijn club betaalt mij halftijds als clubcoach om individuele atletes te trainen. Dat is niet altijd makkelijk, ik moet aan de club altijd vragen of ik met de Cheetahs meekan, soms neem ik zelfs verlof om op stage met hen te kunnen gaan, en ik moet aan het einde van de maand ook mijn facturen betalen. Er kwam wel erkenning na de vierde plaats in Berlijn, maar voornamelijk symbolische waardering. (lachje) Ach, dat is zoals in het gewone leven: je moet altijd blijven hopen.”

Keuze van de redactie