Vingegaard brak op 4 april bij een zware valpartij in de vierde etappe in de Ronde van het Baskenland zijn sleutelbeen en enkele ribben. Daarnaast liep hij ook een longkneuzing en een klaplong op. Volgens Spaanse media was dat de reden waarom de Deen pas dagen na zijn horrorcrash onder het mes kon.

De 27-jarige Vingegaard kwam met onder meer Remco Evenepoel en Primoz Roglic zwaar ten val op zo’n 30 km van de finish. Een heel aantal renners miste een bocht naar rechts en schoof vervolgens onderuit. Vingegaard bleef aanvankelijk roerloos liggen en na een eerste behandeling ter plaatse werd de Deen met een draagberrie afgevoerd. Hij leek daarbij zuurstof toegediend te krijgen en droeg een nekbrace.

LEES OOK. “Wout mag zich niet uitwringen voor Vingegaard”: hoe de Tour toch succesvolle Spelen kunnen opleveren voor Van Aert

Wat deze breuken betekenen voor de kansen van Vingegaard om voor de derde keer op rij de Tour te winnen, is ook nu nog afwachten. La Grande Boucle start op 29 juni.

“Het was mijn eerste keer buiten op de fiets”, aldus de Deen in een video van zijn ploeg. “Het is leuk om opnieuw normaal te kunnen fietsen. Het is geweldig. Ik kijk uit naar de volgende stappen. Ik voel me goed op dit moment, mijn blessures herstellen dag per dag. Er moet nog wat herstellen, maar het gaat beter en beter. Ik hoop natuurlijk de Tourstart te halen, maar we weten nog niet hoe mijn herstel gaat verlopen en hoe mijn vorm zal zijn. Ik zal er alvast alles aan doen om er in topvorm te geraken.”