Jürgen Roelandts en zijn nieuw team als enige niet op ploegstage: “Op mijn 33ste weet ik wel wat ik moet doen”

© BELGA

Best ironisch. Geen professionele wielerploeg of ze zakt dezer dagen af naar Spanje voor een ploegstage. Behalve dat ene topteam uit… Spanje. Als enige van alle WorldTour-ploegen gelooft Movistar niet in winterse ploegstages. Dus traint landgenoot en nieuwkomer bij Movistar Jürgen Roelandts drie maanden op zijn eentje. Wennen? “Als jonge prof zou ik dat niet ideaal gevonden hebben.”

Wim Vos

Nog ironie. Via Instagram druppelt dezer dagen de ene na de andere rennersfoto uit Spanje binnen. Haast elke ploeg kiest voor één van de Spaanse costa’s als uitvalsbasis voor zijn trainingskampen. Maar voor de enige Belg in Spaanse loondienst moeten we vandaag in… Portugal zijn. Het is daar, in de zuidelijk gelegen Algarve, dat we Jürgen Roelandts aan de telefoon krijgen. Waarom voor hem geen Spanje? “Omdat ik hier als belofte al kwam trainen”, zegt Roelandts, die deze herfst BMC inruilde voor Movistar en straks als eerste Belg ooit voor het topteam van Valverde zal rijden. “2004 moet mijn eerste keer geweest zijn. Het was half vakantie, half ­voorbereiding op het najaar. Het ­beviel me hier zo goed dat ik ben ­blijven ­terugkomen.

Goed weer, goede wegen en een omgeving die ik intussen ken als mijn broekzak. Meer heb ik niet nodig.” Voor zijn nieuwe ploeg maakt het alvast niet uit. Toch vreemd. Terwijl elke andere ploeg zijn renners dezer dagen bij mekaar trommelt en hen in groep naar het zuiden takelt, laat Movistar zijn renners helemaal met rust. Voor wereldkampioen Valverde en co. geen wekenlange groepstrainingen, teambuildingsactiviteiten of ander collectieve oefensessies. Movistar doet er niet aan mee. Ook Jürgen Roelandts keek ervan op. “Dit is mijn elfde jaar in het profpeloton”, vertelt hij. “Bij Lotto en vorig jaar bij BMC waren er elke winter wel twee stages. Nu helemaal niks. Mijn laatste wedstrijd was de Tour of Guangxi in China.” Die eindigde op 21 oktober. “Nadien ben ik rechtstreeks doorgevlogen naar Pamplona. Daar zijn we wel drie dagen met de ploeg samen geweest. Foto’s nemen, kledij passen, die dingen… Maar geen trainingen. En volgende week komen we nog één dag samen in Madrid voor de officiële ploegpresentatie. Dat zal het zijn. Nadien zal ik mijn ploegmaats pas terugzien als de koersen al bezig zijn. Voor mij wordt dat wellicht 6 februari, in de Ronde van Valencia.”

Overdrijven al die andere ploegen dan met hun vaak lange trainingskampen in december en januari? Als een topteam als Movistar er het nut niet van inziet, hoeft dat dan wel zo nodig? Roelandts: “Ik denk dat Movistar zijn geld liever aan andere zaken besteedt. We zitten ook met bijna allemaal renners uit Spanje of Zuid-Amerika, jongens die sowieso al in warme landen wonen en trainen. Dan wordt het voordeel van zo’n stage al kleiner. Oké, je zou mekaar wat beter kunnen leren kennen, maar met maar twee nieuwkomers is ook dat relatief. Dus laten ze ons drie maanden alleen trainen.”

Roelandts vindt het niet erg. Nu toch niet. Mocht hij jonger geweest zijn, het was anders geweest. “Omdat je op zo’n stage makkelijk uitleg kan vragen aan sportdirecteurs of oudere collega’s. Over training, voeding, materiaal… Maar als je 33 bent, weet je stilaan wel wat je moet doen.” Bovendien kan hij voor trainingsschema’s wel terugvallen op de ploeg én vanuit een appartementje in de Algarve kan je evengoed een eenmans­trainingskamp organiseren. Gisteren trok hij er met de mountainbike op uit. “Ik had eerst wel een paar Belgische profs gevraagd of ze met mij mee in Portugal wilden gaan trainen, maar dat kon dus niet: ze gingen allemaal op stage met hun ploeg. Maar binnenkort komt mijn gezin mee. Ook een voordeel. Dat kan niet als je met je ploeg op stage gaat.”

Jorge, Joergen?

Het enige nadeel: misschien dat zo’n stage de integratie van Vlaming Roelandts in het unisono Spaanstalige topteam ietwat had kunnen bevorderen. Want daar is wel nog werk aan de winkel, geeft hij toe. “Dat heb ik in Pamplona gemerkt. In een persoonlijk gesprek kan ik mij wel verstaanbaar maken. Maar in groep blijft het moeilijk. En er zijn die specifieke Spaanse gewoontes: eten of vergaderen tussen tien en elf uur ’s avonds vinden ze doodnormaal. Toch een beetje wennen.” Zoals ook zijn Spaanse collega’s moesten wennen aan hun nieuwe Vlaamse ploegmaat. Nog het meest aan zijn naam. “De ene zei Jorge, maar dat betekent eigenlijk George. Een andere zei Joergen. En dan hebben ze mijn achternaam nog niet proberen uit te spreken. Dat wordt nog een moeilijke zaak. Ik denk dat ze me heel snel een bijnaam gaan geven.”

Meer over Movistar

MEER WIELERNIEUWS

Keuze van de redactie

Video