Direct naar artikelinhoud
Ziekenhuizen

Waarom ziekenhuizen zich in bochten wringen voor internationaal kwaliteitslabel

Auditors van de internationale organisatie JCI zullen binnenkort het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen doorlichten en nagaan in welke mate er kwaliteit wordt geleverd.Beeld Hollandse Hoogte / Najib Nafid

In het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) staan de zenuwen hoog gespannen. Alles doen ze er daar aan om een felbegeerd internationaal kwaliteitslabel binnen te halen. Dure, onnodige administratieve rompslomp volgens critici. “Nonsens. Ik zou niet graag de patiënt zijn van een arts van wie de papieren niet in orde zijn.”

In de gangen van de negen fusieziekenhuizen van het Ziekenhuis Netwerk Antwerpen is de stress bijna voelbaar. Auditors van de internationale organisatie JCI zullen binnenkort het ziekenhuisnetwerk doorlichten en nagaan in welke mate er kwaliteit wordt geleverd. Vier weken lang gaan ze op allerlei diensten langs en praten ze met artsen, verpleegkundigen én patiënten. Wordt de lat gehaald, dan haalt ZNA het felbegeerde JCI-kwaliteitslabel binnen. 

“Zoiets vergt erg veel van de medewerkers”, zegt  Annick Wauters, algemeen directeur kwaliteit en innovatie ZNA. “Het is een soort groot examen, dus het is normaal dat er heel wat stress bij komt kijken. Zeker omdat dit de eerste keer is. Eens je die methodiek op poten hebt gezet, wordt die manier van werken een gewoonte. Het JCI-label halen is geen doel op zich. Wel kwaliteitsvolle en veilige zorg bieden.”

‘Het is een soort groot examen, dus het is normaal dat er heel wat stress bij komt kijken’
Annick Wauters, ZNA

ZNA is zeker niet de enige die er alles aan doet om zo'n label binnen te halen. Volgens recente cijfers die in het vakblad De Specialist verschenen, hebben 47 Vlaamse ziekenhuizen een internationaal kwaliteitslabel, negen andere zouden die dit jaar moeten krijgen en volgend jaar volgen er weer zes. 

Kritiek

Het was Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V) die mee het systeem op poten zette. Vroeger kwam de Vlaamse Zorginspectie langs om te controleren of ziekenhuizen kwaliteit leverden. Maar Vandeurzen gaf ziekenhuizen de keuze: ofwel bleef de Vlaamse overheid hen op bezoekjes trakteren voor dat ‘systeemtoezicht’, ofwel lieten ze zich accrediteren bij een internationale organisatie. Voor onaangekondigde thematische inspecties bleef de Zorginspectie verantwoordelijk. 

Zowat alle Vlaamse en universitaire ziekenhuizen kozen een internationaal label en klopten aan bij de commerciële spelers het Nederlands Instituut voor Accreditatie (NIAZ) of Joint Commission International (JCI). Wie het label binnenhaalt, haast zich om dat aan de buitenwereld kenbaar te maken. “Als het ene ziekenhuis in de regio het heeft, wil het andere het ook”,  zegt een kwaliteitscoördinator van een Vlaams ziekenhuis met label. “Het zorgt voor aanzien.”

Administratieve rompslomp

Al is er ook kritiek. Een administratieve rompslomp, noemen sommigen het, die niet per se de kwaliteit ten goede komt. Zo zouden artsen en verpleegkundigen zich meer bezighouden met het afvinken van checklists dan met de patiënt in zijn bed. En waar vroeger de Vlaamse overheid instond voor deze kwaliteitscontroles moeten ziekenhuizen nu zelf zo’n accreditering financieren. Critici stellen nog de vraag of zo'n label überhaupt nuttig is, gezien sommige artsen en verpleegkundigen na zo’n controleweek weer de regels aan hun laars lappen.

“De kosteneffectiviteit wordt weleens in vraag gesteld”, zegt Marc Moens van het Belgisch Artsensyndicaat (BVAS). “Niemand is tegen kwaliteitsmeting en kwaliteitsbevordering. Maar het vraagt enorme inspanningen en je kunt je afvragen of alles wat je registreert zinvol is. Zeker tijdens zo'n controle lopen de spanningen hoog op. Eerlijk? Ik zou niet graag een patiënt zijn tijdens zo’n accrediteringsweek.”

‘Eerlijk? Ik zou niet graag de patiënt zijn van een arts die zijn papieren niet op orde heeft’
Anonieme kwaliteitscoördinator

De anonieme kwaliteitscoördinator spreekt dat tegen. “Eigenlijk snap ik die kritiek niet. Een goed ingevuld patiëntendossier: dat is geen overtollige administratie, maar creëert kwaliteitsvolle zorg. De zorg is te complex om in je eentje te doen. Goede afspraken maken, vereist nu eenmaal dat je die afspraken ook opschrijft. Eerlijk? Ik zou niet graag de patiënt zijn van een arts van wie de papieren niet in orde zijn.”

Overlevingskansen

Het doel, volgens de kwaliteitscoördinator, is dat die checklists een automatisme worden. “Bij zo’n eerste doorlichting staan de zenuwen strak gespannen. Tegen een vierde cyclus is iedereen die manier van werken gewoon. De kunst is om een kwaliteitssysteem te installeren dat – los van JCI en NIAZ – overeind blijft.”

Annick Wauters (ZNA) haalt het voorbeeld van Denemarken aan. “Daar hebben ze die externe doorlichtingen opnieuw afgeschaft, net omdat zij er daar al veel langer mee bezig zijn. Ziekenhuizen hebben zich er de manier van werken eigen gemaakt. In plaats daarvan kijken zij nu bijvoorbeeld naar de overlevingskansen van patiënten. Maar zo ver staan wij vandaag dus nog niet.”