Direct naar artikelinhoud
Boekenrecensie

Ook al wil hij het zo graag, Dimitri Casteleyn is geen Herman Koch

Dimitri Casteleyn.Beeld rv Stephan Vanfleteren

In zijn derde boek Het feest laat Dimitri Casteleyn een reünie van klasgenoten helemaal uit de hand lopen. De lezer staat erbij en kijkt er verbaasd naar.

Ex-ondernemer en televisiemaker Dimitri Casteleyn (1966) spaart kosten noch moeite om zichzelf in de hogere regionen van de bestsellerlijsten te parkeren. Hij gooit er dit keer zelfs een heuse cinematrailer tegenaan. Zijn derde roman Het feest moet en zal een succes worden. Dat schrijvers tegenwoordig de kwispel van de zelfpromotie hanteren, kun je hen moeilijk aanwrijven. Maar in het geval van Casteleyn is enige reserve op zijn plaats. Hij afficheert zich als een bejubeld schrijver, maar is dat wel zo? Zijn vorige boek Witte warmte liet zich lezen als een houterige thriller over een autoritaire wetenschapper-bedrijfsleider die zijn dochter de waanzin in dreef en zichzelf grotesk ten val bracht.

Ook in zijn nieuwe roman gaat Casteleyn als een hazewind met spanning aan de slag. We volgen er de diabolische plannen van de pompeuze rijkaard Maurits Matthys. Hij koestert een diepgeworteld revanchisme tegenover zijn vier voormalige klasgenoten. Drieëndertig jaar lang heeft hij hen niet meer gezien. Bij zijn vijftigste verjaardag lijkt de tijd rijp voor een onorthodoxe reünie. 

In zijn kasteeltje in het Gentse Miljoenenkwartier nodigt hij daarom filosofe en docente Eva, de vrijpostige luxedame Leonie, de saaie accountant Thomas en de goed boerende, zelfbewuste consultant Jacob uit. Iedereen heeft zo zijn redenen om toch te komen, al overweegt de frisse tegenzin. Later zal ook de gehate maar intussen fragiele prefect Vansintjan hen vervoegen.

In ‘Het feest’ gaat Casteleyn als een hazewind met spanning aan de slag. We volgen er de diabolische plannen van de pompeuze rijkaard Maurits Matthys

Controlefreak Matthys, geassisteerd door zijn stijve dienstknecht Pierre, heeft zijn gezelschap uitgebreid laten screenen en houdt hen zelfs met camera’s in het oog, vanuit een controlekamer. Je voelt op je klompen dat ze in de val worden gelokt. Volgens de regels van het vertelboekje laat Casteleyn zijn nogal statische personages afwisselend aan het woord over het verloop van de bizarre avond. Tot ze letterlijk in het nauw worden gedreven, blijkbaar niet helemaal tot hun verbazing. 

Maar staat de wraakoefening van Matthys in verhouding tot het pestgedrag van de pubers van weleer? Matthys wil hen een ultiem lesje leren. Want: ‘Je weet slechts wat je had als je het niet meer hebt, of als je het binnenkort dreigt te verliezen.’

Dat Casteleyn huizenhoog opkijkt naar het metier van Herman Koch, weet hij in Het feest moeilijk te verstoppen. Helaas komt hij niet tot aan de schouders van zijn grote voorbeeld. Zeker, de Latemnaar heeft hard gezwoegd op zijn verhaallijn, die aanvankelijk nieuwsgierigheid losweekt. Toch is de afwikkeling van zijn plot een behoorlijk malle bedoening. Hoewel Casteleyn er flink de pas inzet, struikel je voortdurend over obligate grapjes, onhandige formuleringen (‘Ik tast naar haar beha die zich als een vloeibaar stuk stof over haar borsten spreidt’) en slordig­heden.

Een groot stilist zal Casteleyn wel nooit worden. À propos, lang geleden dat het oubollige woord ‘bips’ nog zo prominent aanwezig was in een roman

Een groot stilist zal Casteleyn wel nooit worden. Jammer genoeg kneep ook de eind­redactie regelmatig een oogje dicht (‘Aangezien aids in die tijd pas opkwam […]’, lezen we bijvoorbeeld). À propos, lang geleden dat het oubollige woord ‘bips’ nog zo prominent aanwezig was in een roman. Kortom: Casteleyn mag in Het feest dan wel goochelen met thema’s als de betrouwbaarheid van het geheugen en met wraak, schuld en succes, uiteindelijk overspeelt hij opnieuw zijn hand.

Dimitri Casteleyn, Het feest, Uitgeverij Prometheus, 218 p., 19,99 euro.