Direct naar artikelinhoud
AchtergrondZwift Academy

In de Zwift Academy komen verborgen wielertalenten aan de oppervlakte

Trainer Kristof De Kegel geeft uitleg voor een Zwift-proef.Beeld Zwift Academy Alpecin-Deceuninck

De nieuwe Van der Poel, Pogacar of Evenepoel: elke ploeg droomt ervan, maar waar vind je die? Bij wielerteam Alpecin-Deceuninck hebben ze een wapen dat niemand anders heeft: de Zwift Academy. Elk jaar doen tienduizenden gebruikers mee aan een wedstrijd waarin ze een echt profcontract kunnen verdienen.

Louis Kitzki. Misschien is het een naam om te onthouden. De 20-jarige Duitser werd eind januari winnaar van de Zwift Academy, toevallig op zijn verjaardag. Van over de hele wereld hadden zich 108.000 mannen en vrouwen ingeschreven en na acht weken koersen op de rollen bleek hij de beste.

Zijn prijs mag er zijn: Kitzki mocht een contract tekenen als ploegmaat van wereldkampioen Mathieu van der Poel bij Alpecin-Deceuninck. Een hele gebeurtenis voor een jongen die tot dan rekkenvuller in een grootwarenhuis was.

Het is de vierde keer dat Alpecin-Deceuninck een ‘zwiftie’ in huis neemt. De winnende vrouw krijgt trouwens een contract bij het Duitse Canyon-SRAM. “In het begin kwamen die jongens meteen bij de profploeg, nu laten we ze eerst rijpen bij het development team. Dat maakt de stap meer verteerbaar”, vertelt Thomas Sneyers, verantwoordelijke voor marketing en partnerschappen bij Alpecin-Deceuninck. In die functie onderhoudt hij mee de contacten met Zwift.

Gigantische databank

Zwift richtte zijn Academy in 2016 op als talentwedstrijd voor vrouwen. Een jaar later kwam er ook een competitie voor mannen. Aanvankelijk werkte het trainingsplatform samen met het Zuid-Afrikaanse Team Dimension Data, maar de wedstrijd en de winnaar kregen er weinig aandacht. Bij Alpecin-Deceuninck zagen ze wel het volle potentieel.

“Philip Roodhooft (algemeen manager, BA) kwam er in 2020 mee af”, vertelt trainer Kristof De Kegel. “Ik was direct overtuigd. Ik ben een believer van het eerste uur van e-cycling.”

De Duitser Louis Kitzki, winnaar van de laatste Zwift Academy, proeft van het echte werk in de Volta NXT Classic 2024.Beeld IMAGO/Beautiful Sports

Niet alleen omdat het een uitstekende manier is om te trainen, ook omdat Zwift een gigantische scoutingsdatabank is. “Wielrennen is geen wereldsport zoals voetbal”, zegt De Kegel. “In veel landen ben je een buitenbeentje als je wilt koersen. Omdat het netwerk beperkt is, is het moeilijker om talent te vinden, zeker in verafgelegen regio’s als Australië of in landen als Amerika waar wielrennen niet heel aanwezig is. Met Zwift heb je een wereldplatform waarop al die enthousiastelingen samenkomen. En wij kunnen die data inkijken.”

Ploegmaat van Pogacar

De Australiër Jay Vine is voorlopig de bekendste ‘afgestudeerde’ van de Zwift Academy. Hij was laureaat in 2020 en won ondertussen twee ritten in de Vuelta (2022) en het eindklassement in de Tour Down Under (2023). Vandaag is hij ploegmaat van Tadej Pogacar bij UAE.

De kans is klein dat de winnaar van de Zwift Academy op een dag uit België komt, denkt De Kegel. “Talent wordt in ons land al vroeg opgepikt, net omdat koers hier zo populair is. Al kan het voor sommigen wel een allerlaatste kans zijn om carrière te maken.”

Vorig jaar zaten twee Belgen bij de laatste tien: Lennert Teugels (31), die nadien een contract kreeg bij Bingoal-WB, en Jasper Paridaens (29), die op clubniveau koerst.

De enige regel om deel te nemen, is dat je minstens 18 jaar moet zijn. Zwift kijkt verder niet naar achtergrond, geboorteplaats of leeftijd. “Het is heel eerlijk”, zegt De Kegel. “Enkel de cijfers tellen, de wattages.”

Zo komt het dat er bij de toppers van dit jaar een 41-jarige zakenman uit New York zat. “Die trainde ’s avonds op de rollen in zijn kantoor”, weet De Kegel. “Hij moet een geweldige atleet zijn, maar helaas past hij niet in het profiel waar wij naar zoeken. Wij zoeken plastische profielen: jongens die te kneden zijn tot echte profs.”

Shortlist samenstellen

De selecties verlopen elk jaar op min of meer dezelfde manier. De wedstrijd start in het najaar met zes individuele proeven en twee grote races – ieder in zijn eigen huis op de rollen. Zwift maakt op basis daarvan een shortlist met zestig namen “En dan komen wij in het spel”, zegt Sneyers. “Uit de lijst kiest de sportieve cel de interessantste jongens, die we uitnodigen op onze winterstage in januari in Spanje. Vroeger waren dat telkens vijf deelnemers, dit jaar waren het er drie.”

Wie virtueel koersen zegt, legt snel een link met valsspelen. Even prutsen aan de weerstand van de rollen of een ander lichaamsgewicht ingeven volstaat om je wattages kunstmatig op te krikken. De Kegel: “Je hoort de meest absurde verhalen. Over jongens die hun powermeter in de diepvriezer stoppen om de rekveertjes te doen uitzetten en zo. Maar ik weet niet of dat echt gebeurt. Er is nog nooit iemand betrapt op valsspelen.”

Sneyers: “Voor de finale wedstrijden krijgen de deelnemers gekalibreerde rollen en een weegschaal van Zwift. Ze moeten zichzelf filmen als ze zich wegen. De jongens die wij uitnodigen op stage kunnen al helemaal niet valsspelen, zij zouden zeer snel door de mand vallen. De finalisten worden vijf dagen getest. Ze maken dan écht deel uit van de ploeg, een bewijs hoe serieus wij dit nemen.”

De begeleider geeft instructies via de radio.Beeld Zwift Academy Alpecin-Deceuninck

De finalisten ondergaan een hele reeks proeven en tests. Ze trainen mee met de profs, doen wedstrijdjes en worden beoordeeld op karakter. Zelfs Mathieu van der Poel neemt mee interviews af, al moet je dat in de praktijk meer zien als een paar persoonlijke babbels.

“Ook het personeel geeft feedback”, zegt De Kegel. “Wat we horen en zien aan de ontbijttafel of op de massagetafel is belangrijk. Koers is een ploegsport. Je wilt wel iemand die een beetje in de groep past, want je bent tweehonderd dagen per jaar samen op pad. De sfeer op de bus bepaalt mee het resultaat.”

Sneyers: “Dit jaar was er een proef waarbij de drie finalisten Fabio Van den Bossche en Axel Laurance zo goed mogelijk naar de finish moesten brengen in een Zwift-race. Christoph Roodhooft (sportief manager, BA) en Kristof De Kegel gaven vanuit een andere kamer instructies via de radio, net zoals in een echte koers. Onze renners hielden op het scherm het gedrag van de drie mee in de gaten. De test was: zijn die gasten bereid om zich écht op te offeren, of hebben ze een dubbele agenda? Bij een van de finalisten was dat een punt: hij verstopte zich wat in de finale om zo langer mee te kunnen gaan. Hij heeft het niet gehaald.

“Bij een buitenopdracht moesten de drie in het wiel van onze renners blijven. Vond één het toch nodig om half langs te komen rijden, tja, dan toon je dat je niet in een team kunt acteren en niet bereid bent om te luisteren.”

Nog veel werk

Sowieso is er nog veel schaafwerk aan de zwifties. De meesten van hen hebben geen wielerachtergond en bijgevolg soms erg weinig wielerkennis. De grote droom van Alex Bogna, de Australische winnaar van vorig jaar, was bijvoorbeeld om én de Ronde van Frankrijk én de Ronde van Vlaanderen te winnen. Sneyers: “Dat zijn wel heel verschillende wedstrijden natuurlijk. Op zulke momenten besef je hoe ver we soms van de koersrealiteit staan.”

De Kegel: “Wij zijn niet op zoek naar de typische Zwift-specialisten, mannen die 45 minuten keihard kunnen rijden en dan niets meer. Koers begint pas na vier uur. Wat kun je dan nog? Tot nu toe heeft de Academy vooral klimtypes opgeleverd. Een vraag die we ons nu stellen is of het model ook een topspurter kan vinden. Kunnen we filteren op sprintcapaciteiten? We gaan dan meer naar de waarden op 5, 20 en 30 seconden moeten kijken.”

Daaltraining met specialist Jonny Towers.Beeld Zwift Academy Alpecin-Deceuninck

Het grote pijnpunt: sommige deelnemers trainen bijna uitsluitend op hun rollen en dat is totaal iets anders dan met een echte fiets rijden. “Veel zwifters kunnen niet sturen”, zegt De Kegel. “Vine is drie keer verveld voor hij zijn eerste koers heeft gewonnen. In het eerste anderhalf jaar is hij negentien keer gecrasht. Dat is de harde weg die elke zwifter moet afleggen.”

Reden waarom de stageweek niet louter uit conditionele proeven bestaat. De drie genomineerden van dit jaar kregen ook daaltraining. Onder begeleiding van specialist Jonny Towers trokken zij de bergen in om bochten te leren aansnijden. Voorts zijn zaken als voeding en recuperatie een onderwerp. “Er is ook een psycholoog aanwezig”, zegt Sneyers. “De meeste jongens staan stijf van de stress wanneer ze toekomen. Voor hen is dit de week van hun leven.”

De Kegel: “Hun bloeddruk ’s morgens was 16/10. Voor sommigen is dit de enige en laatste kans om hun droom waar te maken.”

Andere vaststelling van De Kegel: “Het niveau gaat elk jaar omhoog. De winnaar heeft al elke keer crazy cijfers gehad, maar de dichtheid in de top tien stijgt. De top drie dit jaar was fenomenaal. Online was er discussie of we wel de juiste winnaar hebben gekozen. Maar de mensen weten natuurlijk niet dat karakter ook belangrijk is. En als wij twee evenwaardige kandidaten hebben, kiezen wij voor de jongste, want die heeft de meeste progressiemarge.”

De Kegel vat de Zwift Academy samen als een Kamp Waes voor coureurs. “Met dat verschil dat er bij ons nog een vervolg aan wordt gegeven. Louis, de winnaar van dit jaar, heeft een indrukwekkende fysieke veelzijdigheid en tactische maturiteit getoond. Voorspellen is moeilijk, maar deze jongen kan een topklimmer worden.”