Direct naar artikelinhoud
Hans Vandeweghe

Bart Swings is de exponent van een nieuw Vlaams topsportbesef

Hans Vandeweghe.Beeld Bob Van Mol

Op het Huis van Vertrouwen kan je bouwen als het om topsport gaat. Voor een unieke olympische medaille voor België volstond voor Sporza een samenvatting een paar uur na de live. De B-koers van Gent naar Meerbeke toonden ze van kilometer min tien tot kilometer tweehonderd. Een dag later ging de sluitingsceremonie van de Olympische Spelen wel live.

Gelukkig waren er de Nederlandse Publieke Omroep en Eurosport. Die laatste zender heeft met moederhuis Discovery Channel de televisierechten gekocht van de Olympische Spelen voor winter 2018, zomer 2020, winter 2022 en zomer 2024. Omdat Discovery liefst een centje recupereert van die 1,3 miljard euro, verkopen ze maar al te graag sublicenties aan de nationale televisiestations, waaronder pakweg de NPO en de VRT.

Wellicht zijn Olympische Spelen een hogere prioriteit voor de Nederlanders dan voor ons want hun ongetwijfeld duurdere subrechten reikten een heel eind verder dan die van de VRT. Bij de NPO kon je van ’s ochtends tot ’s avonds Winterspelen kijken. Zowel live als geregeld tussendoor samenvattingen van alle competities met bijzonder deskundige commentatoren. Nederland eindigde keurig vijfde in de medaillestand.

Het zilver van Swings moet de aanzet zijn om de eerste vierhonderdmeterbaan in België te bouwen. De provincie West-Vlaanderen heeft de haalbaarheidsstudie al gemaakt. Conclusie: haalbaar

Wij staan ergens achteraan, wat al een verbetering is want meestal staan we niet eens op de foto, maar dat zou de norm niet mogen zijn. De Nederlanders doen het op de Zomerspelen doorgaans ook vier keer beter dan wij en toch hebben we straks in Tokio dezelfde tweehonderd uur live.

Olympische Spelen zijn Olympische Spelen en als je sport internationaal benchmarkt komen de Spelen altijd ergens bovenaan. Klassiekers blijven klassiekers, grote toernooien blijven grote toernooien en als je alleen maar uitzendt waar je zelf in excelleert, ben je in dit land snel klaar. Dan doe je straks alleen nog aan veldrijden in de winter en op de weg rijden in de zomer. En voetbal natuurlijk.

Dat de VRT één en ander slecht heeft ingeschat, wil ik nog niet gezegd hebben. Hun samenvatting om 17 uur viel best te smaken, zelfs de filmpjes van Sioen. Goed gevonden, goed gemaakt en die Sioen lijkt oké in zijn zelfrelativering, maar toch meer iets voor De Ideale Wereld dan voor een sportprogramma. Het typeert de ingesteldheid waarmee zo’n evenement in deze sportwoestijn wordt benaderd: kunnen we er niets van op het ijs en de sneeuw, laten we ons dan amuseren ernaast.

En toen viel de niet zo onverwachte medaille van Bart Swings: voor de Reyerslaan op het slechtst denkbare moment, vroeg in de namiddag, midden in de nationale passie koers. Hadden ze kunnen inbreken in de live van de koers? Ik weet dat niet. Tv is een verhaal van techniek en afspraken, maar ze hadden iets moeten doen en sneller en beter dan wat ze nu hebben gedaan: niets.

Bart Swings heeft geschiedenis geschreven. Hij is een van de exponenten van een nieuw Vlaams topsportbesef: die met dat andere paspoort hebben ook maar twee armen en twee benen en vaak mindere longen, waarom zouden wij er niet voor gaan? Swings is bovendien een rolmodel als geen ander: topschaatser, olympische medaillewinnaar en tussendoor even burgerlijk ingenieur worden.

Goed betaald? Neen, helemaal niet goed betaald. Swings wordt vergoed als een topsportstudent maar wordt door Sport Vlaanderen wel omkaderd als een topsporter. Bart Swings heeft alles om een topschaatser te zijn, behalve de infrastructuur en dat is in de meeste sporten een essentieel onderdeel om tot resultaten te komen. Daarom woont Swings de helft van het jaar in het Noorse Stavanger.

Juist, Bart Swings komt uit het skeeleren of inlineskaten, een jumpstart om ook in het snelschaatsen op ijs uit de voeten te kunnen. Dan nog blijft dat zilver een krachttoer in een supermondiale sport: in zijn finale eindigde hij achter een Koreaan en in de toptien zaten ook nog een Wit-Rus, een Amerikaan en een Japanner. Er deed zelfs een Nieuw-Zeelander mee.

Deze medaille moet de aanzet zijn om eindelijk de eerste vierhonderdmeterbaan in België of Vlaanderen te bouwen. Eén superbaan waar negen maanden per jaar, van augustus tot april, ijs ligt, is dat te veel gevraagd? Waar onze begaafde inlineskaters de transfer naar ijs kunnen oefenen, binnenin kan worden geshorttrackt en een nieuwe topsportcultuur ontstaat.

De provincie West-Vlaanderen heeft de haalbaarheidsstudie al gemaakt. Conclusie: haalbaar, maar het zal een cent kosten en bij voorkeur ingeplant niet al te ver van de Nederlandse of Franse grens. Doen. Nu.

Ten slotte: het gezeur over de prestaties van de andere Belgische olympiërs in Pyeongchang is onterecht. Wij hebben als land, of als olympisch comité niet het recht om atleten die een startbewijs krijgen van hun internationale bond weg te houden van de Olympische Spelen. Om hen veilig ter plekke te krijgen, hebben we het BOIC, het reisbureau met een spaarpot van 15 miljoen euro. Of we vooraf elke atleet moeten ondersteunen met alle mogelijke middelen, is een ander verhaal.

In het skiën had de selectieprocedure wel iets beter en minder arbitrair gekund. Dat jonge slalommeisje Kim Vanreusel, dat in de afdaling van de combiné zo ongelukkig crashte en in haar knie alles heeft gescheurd wat er te scheuren viel, hadden ze niet moeten laten starten. Als de tamtam klopt, was het in de training al duidelijk dat ze die piste niet aankon. Bij de eerste dubbele hobbel wist ze het niet meer en ging ze hopeloos en luid kermend onderuit. Een goede sportbond neemt zijn atleten tegen zichzelf in bescherming.