Direct naar artikelinhoud
Essay

Pleidooi voor open grenzen, iemand moet het doen

In Barcelona waren dit weekend 160.000 mensen bijeen tijdens een demonstratie, om Madrid aan te manen om de duizenden vluchtelingen op te vangen, zoals het in 2015 had beloofd.Beeld AFP

Tom Ronse is journalist en kunstenaar. Sinds 1980 is New York zijn basisstek. Hij schreef als Amerikaans correspondent voor De Morgen en De Groene Amsterdammer.

Niemand, ook niet ter linkerzijde, pleit voor open grenzen, lees ik herhaaldelijk in reacties op Bart De Wevers beruchte opiniestuk over migratie. “Misschien dat u hier of daar nog een overjaarse anarchist kunt opduikelen maar dat is het dan ook”, aldus Louis Tobback in De Morgen. Noem me een overjaarse anarchist zo u wil maar hier volgt een dissonante noot in dat eenstemmig koor. Een pleidooi voor, onder meer, open grenzen.

Tom RonseBeeld rv

De Wever verwijt links hypocrisie maar hij is het zelf. Hij beroept zich op de ‘gouden regel’ – behandel je naaste zoals je zelf zou willen worden behandeld – maar voegt er snel aan toe: “Maar hoe nabij moet die naaste zijn?” Hij beweert “oprecht moreel mededogen” te voelen maar … "grenzen bakenen onze impliciete solidariteit af". Mededogen dat stopt aan de grens is een pleidooi om mensen die vluchten voor oorlog en honger te laten verdrinken in de zee en op te sluiten in kampen en gevangenissen zoals nu al volop gebeurt. Het is helemaal geen mededogen. Barts vriendin heet Tina, kort voor “There is no alternative”. Het verhaal: de harde Francken-politiek is de enige mogelijke, anders ontstaat er een aanzuigeffect dat ons zal overrompelen, dat chaos en sociale afbraak zal veroorzaken. Intussen helpt zijn partij de sociale afbraak organiseren. Uit mededogen met onze eigen landgenoten ongetwijfeld.

Links repliceert dat er een gulden tussenweg is tussen het cynisch standpunt van De Wever en het utopisch lijkende idee van ‘open grenzen’

Links repliceert dat er een gulden tussenweg is tussen het cynisch standpunt van De Wever en het utopisch lijkende idee van ‘open grenzen’. Volgens links is er wel degelijk financiële ruimte om een meer sociaal beleid te voeren, om vluchtelingen een menswaardige opvang te geven. Het aanzuigeffect kunnen we bestrijden door de economische ontwikkeling te bevorderen in de landen waar de migranten uit wegvluchten, door informatiecampagnes om hen te overtuigen dat hen hier ook alleen maar ellende wacht en door een buitenlands beleid te voeren dat oorlog ontmoedigt in plaats van zo veel mogelijk wapens te proberen verkopen en bommenwerpers naar het Midden-Oosten te sturen.

Maar links maakt er zich al te gemakkelijk van af. Laten we iets verder kijken dan onze neus lang is naar de trends die de evolutie van de wereld bepalen en dus ook de context van het debat over migratie.

Perfect storm

Ten eerste: automatisering. Die dient om arbeidstijd uit te sparen. Het kan dan ook niet anders dan dat veel arbeidspotentieel overbodig wordt. De informatica-omwenteling integreert en stoot uit. Alles wordt deel van de globale markt, wat we consumeren is het product van een global assembly line. Tegelijk is er een uitstotingsproces: de global assembly line wordt steeds automatischer, steeds efficiënter. Miljoenen worden ‘nutteloos’ en hebben niet langer een pre-kapitalistische economie om op terug te vallen. Dit is nu al de realiteit in vele landen in de periferie waar de effectieve werkloosheid meer dan 50 procent bedraagt. Wat niet wil zeggen dat die al werklozen niet werken. Als je tien uur per dag aan een kruispunt snoep en sigaretten staat te verkopen, heb je ook een zware werkdag.

Ten tweede: een nieuwe, diepe recessie is hoogstens enkele jaren van ons verwijderd. De schuldenberg zal blijven groeien. In het Engels zeggen we: they kick the can down the road. Ze schoppen het blik voor zich uit en doen alsof het weg is. De schulden groeien omdat er, globaal genomen, niet genoeg winst wordt gemaakt. Winstpotentieel bepaalt wat geproduceerd wordt. Schuldgroei is nodig om de boel draaiende te houden, om de winstmarge te stutten. Daarom hebben de financiële autoriteiten gereageerd op de great recession van 2008 – die zelf door schuldenlast in gang werd getrapt – door biljoenen dollars, euro's, yens, RMBs, etc. in de banken en grote bedrijven te pompen en door de rentevoet naar bijna nul te duwen. Dat laatste was een cruciale factor in de huidige heropleving (de zwakste weliswaar sinds de tweede wereldoorlog) want de lage rente maakt krediet bijna gratis. Niet voor iedereen natuurlijk. Maar rijken konden makkelijk rijker worden door spotgoedkoop geleend geld in de beurs te investeren. De regel, lage rente voor de rijken maar hoge rente voor de armen, is logisch, aangezien lenen aan armen een groter risico inhoudt. Dat geldt zowel voor individuen als voor landen. Het is dus ook logisch dat de kloof tussen rijk en arm steeds groter wordt. En dat landen een harde concurrentiestrijd moeten voeren om kapitaal aan te trekken, door hun sociale lasten te verminderen en fiscale premies te geven.

Maar onvermijdelijk komt ook de lage rente van de rijken onder druk te staan. De spanning tussen de groeiende schuldverplichtingen en de dalende winstverwachting maakt dan een nieuwe inzinking onvermijdelijk. Omdat de schuldenlast van bedrijven en regeringen nu veel groter is dan in 2008 zal de recessie wellicht dieper zijn. Hoe ver de kettingreactie van faillissementen zal gaan valt moeilijk te voorspellen. Maar zeker is dat, op alle markten, de zwakste concurrenten de hardste klappen zullen krijgen.

Ten derde: klimaatrampen zullen toenemen. Er iets wezenlijks aan doen kost te veel, dat wil zeggen, het is niet winstgevend. Aangezien de economie op winst en concurrentie gebaseerd is, kunnen we niets meer verwachten dan holle verdragen, en windmolens, zonnepanelen en elektrische auto’s als pleisters op een etterend been. We weten heel goed dat een drastische globale verandering in productie en consumptie nodig is om te voorkomen dat de levens van miljoenen door klimaatverstoring zullen ontwricht worden maar we kunnen enkel handenwringend toekijken terwijl het drama zich ontvouwt.

Ten vierde: oorlogen zullen niet verdwijnen, integendeel. De ontwrichting, veroorzaakt door economische crisis en klimaatrampen, schept opportuniteiten voor kleine en grote imperialisten, voor criminelen, voor war lords en grootmachten. Droogte en overstromingen doen conflicten ontstaan over schaarse middelen. Massale werkloosheid zorgt voor een overvloedig aanbod van kanonnenvlees.

Linkse regeringen zullen net als rechtse de sociale uitgaven verlagen en hardere maatregelen nemen om migranten buiten houden

Neem die vier factoren samen en je hebt het recept voor een perfect storm. Een storm die ook in de rijkere landen tot sociale afbraak zal leiden (om de winstmarge te onderstutten, om kapitaalvlucht tegen te gaan) en in de armere landen miljoenen zal doen vluchten. De gelijktijdigheid van de stijgende verarming en de komst van steeds meer migranten zal door rechts worden aangegrepen om het eerste voor te stellen als het gevolg van het tweede. Door het tweede te bestrijden zal men niet alleen de indruk wekken dat men iets doet aan het eerste maar ook kiezers paaien die voor hun ontevredenheid een zondebok zoeken. Links, zo mogen we hopen, zal dat cynische spel niet meespelen. Maar het zal ook duidelijk worden dat links inderdaad geen alternatief heeft. Linkse regeringen zullen net als rechtse de sociale uitgaven verlagen en hardere maatregelen nemen om migranten buiten houden. Misschien minder extreem, meer druppels plengend op de gloeiende plaat, maar het verschil zal vooral retorisch zijn. Kijk naar de linkse Syriza-regering in Griekenland, die doet in wezen niets anders dan de rechtse regering die haar voorafging: de bevelen van de kapitaalbezitters uitvoeren.

In Bart De Wevers opiniestuk krijg je de indruk dat die storm nu al woedt. In de filmversie stel ik me Bart voor, rechtop in de reddingsboot 'De Natiestaat', met zijn roeispaan kloppend op de vingers van de drenkelingen die zich aan de bootrand vastklampen. Links probeert hem in te tomen met de bewering dat er nog wel degelijk plaats is in de boot. Maar er zijn zo veel drenkelingen… de triage wordt steeds moeilijker. Geen van beiden vraagt zich af wat de storm veroorzaakt.

We zijn eraan gewend dat de economie, net als het klimaat, wordt voorgesteld als een kracht die ons van buitenaf overkomt. Die we wel kunnen proberen manipuleren maar waar we uiteindelijk aan onderworpen zijn. Dat bakent de politieke ruimte af, dat bepaalt de parameters van het debat tussen links en rechts. We kunnen slechts doen wat de economie mogelijk maakt om te doen. Als het slecht gaat, met de economie of het klimaat, kunnen we niets anders dan schuilen, wachten tot het overwaait en een traan plengen voor diegenen die geen schuilplaats vinden. We vergeten dat de economie door mensen wordt gemaakt en door mensen kan worden veranderd. Dat mensen kunnen beslissen om de economie te onderwerpen aan hun noden, in plaats van hun noden te onderwerpen aan de archaïsche spelregels van de economie. De sociaal-democratische opiumpijp fluistert dat we allebei tegelijk kunnen doen.

De échte Tina

Dat is de kern van de zaak: de perceptie dat de huidige manier om aan de menselijke noden tegemoet te komen, de enige mogelijke is. Dat productie en consumptie wel moeten steunen op kopen en verkopen van arbeidstijd en van al de rest. Dat het hoofddoel van de maatschappij niets anders kan zijn dan kapitaal doen groeien, ongeacht de gevolgen voor het welzijn van de mensheid. Want dat gedrag is ingebakken in de menselijke natuur, zoals Adam Smith beweerde. Ook al is de door de markt georganiseerde economie nog maar enkele honderden jaren oud en ontstond ze slechts op één subcontinent, toch lijkt ze voor de eeuwigheid bestemd. Volgens Francis Fukuyama hebben we “het einde van de geschiedenis” bereikt. Vanaf nu zijn enkel variaties op het vaste thema mogelijk. Buiten dit kader is er niets, behalve inefficiënte staatskapitalistische dictatuur. Dat is de ‘Tina’ waar rechts en links voor buigen. De gevolgen moeten we aanvaarden als “het nieuwe normaal”, ook als een groot deel van de wereld erdoor dreigt te vergaan.

Een buitenaardse bezoeker die onze wereld zou verkennen, zou ons gek verklaren

Een onbevooroordeelde buitenaardse bezoeker die onze wereld zou verkennen, zou ons gek verklaren. Hij zou het absurd vinden dat bij ons 81,2 procent van het globale inkomen naar de rijkste 20 procent van de bevolking gaat terwijl de armste 40 procent het met 3,8 procent moet stellen. En dat de rijkste 1 procent, wiens inkomen even groot is als dat van de armste 53 procent (3,5 miljard mensen), zij die meer bezitten dan wat ze in duizenden jaren zouden kunnen uitgeven, koortsachtig blijven streven naar meer bezit. En dat wij geloven dat die pathologische bezitsdrang noodzakelijk is om de maatschappij in stand te houden.

Hij zou niet begrijpen dat we onze ecologie kapot maken, dat we weten dat we het doen maar niet kunnen stoppen.

Hij zou onbeschrijfelijk veel pijn in onze wereld aantreffen en zijn hart zou breken bij de gedachte dat zoveel van die pijn vermijdbaar is. Dat miljoenen omkomen door geneesbare ziekten, dat miljoenen van honger omkomen terwijl we bergen voedsel weggooien, dat miljarden in slums wonen terwijl wij, in plaats van hen huisvesting te geven, steeds meer wapens maken en hele steden verwoesten, dat bij ons de enen zich moeten kapot werken en de anderen gedwongen worden tot niets doen, dat onze economie met overproductie kampt terwijl de ongelenigde noden zo groot zijn...

En de enige uitleg die we hem zouden geven is alweer Tina, there is no alternative, iets anders kunnen we ons niet voorstellen.

Imagine

Een wereld zonder geld, zonder oorlogen, zonder criminaliteit, zonder honger, zonder grenzen, een wereld voor iedereen, dat tart de collectieve verbeelding. Alleen Tobbacks overjaarse anarchist gelooft dat het kan. En John Lennon, wiens anthem 'Imagine' nog vaak gespeeld wordt. Maar misschien luistert men niet goed naar de tekst:

Imagine there's no countries
It isn't hard to do
Nothing to kill or die for
And no religion, too
Imagine all the people
Living life in peace...

Imagine no possessions
I wonder if you can
No need for greed or hunger
A brotherhood of man
Imagine all the people
Sharing all the world...

Is het echt onvoorstelbaar dat we samen, op lokaal en globaal vlak, zouden overleggen wat we maken en er voor zorgen dat niemand op aarde nog honger lijdt of verstoken blijft van ziektezorg, huisvesting en andere nodige voorzieningen, dat het natuurlijk milieu hersteld wordt, en dat we er een prioriteit van maken om produceren zo aangenaam mogelijk te maken? Dat we dit kunnen zonder geld, zonder grenzen, zonder logge bureaucratie omdat mensen, bevrijd van de dwangbuis van geld verdienen en winst maken, een ongelooflijke creativiteit aan de dag zullen leggen? Dat vele miljoenen die nu hun bestaan als zinloos ervaren er heel veel zin in zullen krijgen?

Is het echt onvoorstelbaar dat we samen zouden overleggen en er voor zorgen dat niemand op aarde nog honger lijdt of verstoken blijft van ziektezorg?

Daar valt nog veel meer over te zeggen maar misschien heb je al hoofdschuddend geconcludeerd dat mijn visie radicaal, extremistisch en utopisch is. Radicaal is ze zeker. Het woord komt, zoals Bart De Wever kan bevestigen, van het Latijnse “radix”, wortel. Daar zit inderdaad het probleem, het volstaat niet om te proberen de rotte vruchten weg te snoeien. Extremistisch? Kijk om u heen: de extremisten zijn al aan de macht. Utopisch? Is het niet eerder utopisch om te verwachten dat de huidige maatschappijvorm zich eindeloos kan in stand houden, dat het zijn toenemende contradicties kan blijven overleven?

Je mag me een dromer noemen, zong John Lennon.

But I'm not the only one
I hope someday you'll join us
And the world will live as one