Direct naar artikelinhoud
Smartphone-interview

Illustrator Sabien Clement: “Als ik eenzaam ben, is er nog altijd Facetime”

Sabien Clement.Beeld Bob Van Mol

Is een smartphone een spiegel? Strookt het onlineleven nog met de werkelijkheid? Matthias M.R. Declercq gaat wekelijks face to face, over swipen, liken en liegen. Vandaag: Sabien Clement (40), illustrator.

Handlezers hebben aan een paar bloed- en zenuwbanen genoeg om je persoonlijkheid enigszins te schetsen, grafologen destilleren die uit je handschrift, maar een smartphone zegt vaak veel meer dan een hand of een schriftuur, en geldt als een soort blauwdruk van wie je bent. Soms dan toch. Dat is bij illustrator Sabien Clement niet anders.

“De achtergrondafbeelding is een tekening die ik onlangs heb gemaakt”, zegt ze na het ingeven van de toegangscode. “Die toont in zekere zin al wie ik ben, want achter iedere tekening schuilt wel een persoonlijk verhaal.” Die verhalen vind je fragmentarisch terug in alle boeken die Clement van tekeningen heeft voorzien. En dat zijn er heel wat. Onlangs nog maakte ze het mooie Ik ben weer velen, een poëtisch prentenboek waarvoor ze samenwerkte met Maud Vanhauwaert, de Antwerpse stadsdichter.

Waarom gebruik je die tekening als ­achtergrond?

“Om mezelf te stimuleren. Die afbeelding maakt deel uit van de graphic novel waar ik aan bezig ben, en dat is een titanenwerk, moet ik zeggen. Ik heb eerder al boeken gemaakt voor volwassenen en ook voor kinderen, maar een graphic novel is de ultieme uitdaging, het summum. Het is de eerste keer dat ik me daar aan waag, daarom hangt hier ook werk van collega Brecht Evens aan de muur, het brengt me helemaal in de juiste sfeer.”

‘Ik heb eerder al boeken gemaakt voor volwassenen en ook voor kinderen, maar een graphic novel is de ultieme uitdaging, het summum’
Sabien Clement

Op de afbeelding op je telefoon zie ik een vrouw aan een raam. Wat is het persoonlijk verhaal dat er achter schuilt?

“Dat is het hoofdpersonage van de graphic novel. En hoewel ik dat niet ben, is dat personage wel aan mij gelinkt, natuurlijk. Op zondagavond organiseer ik soms teken­sessies. Mieke Versyp, met wie ik eerder al boeken maakte, fungeert dan als naaktmodel. Ik droomde er al een tijd van om beide personages, het model en de tekenares, samen te brengen in een boek. In dit geval is dat dus een graphic novel. Hoe een model haar lichamelijkheid ervaart, hoe ze zich voelt, wanneer ze spierkrampen krijgt, samen met de benadering van de tekenares levert dat erg boeiend materiaal op.”

Op de afbeelding zie ik ook een ­terrarium.

“Daarin zitten wandelende takken.”

In hoeverre zijn die autobiografisch?

“Beneden in mijn atelier houd ik effectief wandelende takken. Een vriend vond ooit een paar exemplaren in Frankrijk en bracht die mee naar België. Omdat die ook figureren in het verhaal heb ik er zelf een paar in huis gehaald, ter inspiratie.”

Is het leven als illustrator eenzaam?

“Soms, maar dan is er altijd nog Facetime. Dan zit ik aan mijn bureau in Gent, zit mijn zus aan haar bureau in Kortrijk en zien we elkaar. Dan lijkt het alsof ze naast mij zit, als een collega.”

Wat is ‘Oma weet raad’?

“Een app die probeert antwoord te geven op al je vragen. Tik je bijvoorbeeld ‘kniepijn’ in, dan krijg je een overzicht van allerlei oplossingen die mensen daarvoor aanreiken. Daar zitten ook onnozele antwoorden tussen, zoals deze: “Heb je last van je knie, leg dan je been omhoog, en kijk of je ene knie dikker is dan de andere. Zo ja? Gelijk een half uurtje koelen.”

‘Zelden wis ik een foto. Daarom dat je hier zelfs afbeeldingen terugvindt van 2005’
Sabien Clement

ActiePlan?

“Nooit van gehoord. Nooit op geklikt ook waarschijnlijk.”

Je Fotoalbum legt kennelijk je hele ­reiswereld bloot: Saarbrücken, Medellín, Pittsburgh.

“In Colombia en Ecuador ging ik voor het eerst alleen op reis. En in Saarbrücken speelden we De koningin is verdwenen, dat is een theaterstuk van Anna Vercammen en de Anale Fase, waarbij ik live op scène tekeningen maak. Dat begon als een experiment een tijd geleden, en intussen is dat stuk al vertaald naar het Engels, Frans en Duits en zijn er tot in 2020 nog voorstellingen gepland. En al rondtoerend neem ik dus foto’s. Ik wil die mooie momenten vastleggen. Zelden wis ik een foto. Daarom dat je hier zelfs afbeeldingen terugvindt van 2005. Dan scrol ik door die beelden en zie plots een veel jongere versie van mezelf.”