OM: in geëxplodeerde garagebox Rotterdam werd cocaïne versneden

Foto: ANP

Het Openbaar Ministerie stelt dat er in de geëxplodeerde garagebox aan de Schammenkamp in Rotterdam cocaïne werd versneden en niet zozeer gewassen. Dat concludeert de officier van justitie op onderzoek door de politie ter plaatse, zei ze maandag in de rechtbank in Rotterdam tijdens de eerste inleidende zitting tegen verdachte Jalal O. (35).

Mogelijk was het drugslab dat in een garagebox zat, de oorzaak van de enorme explosie waarbij op maandagavond 29 januari drie mensen om het leven kwamen. Het OM stelde dat er nog steeds onderzoek wordt verricht naar de oorzaak van de explosie en de mogelijke betrokkenheid van de verdachte hierbij. Het OM laat het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) een rapport opstellen over de vermoedelijke oorzaak van de explosie.

Het OM verdenkt O. ervan dat hij cocaïne heeft vervaardigd, bewerkt en verkocht. Dat er aan de Schammenkamp cocaïne werd versneden, baseert het OM op de aangetroffen spullen na de explosie. De officier somde ze op: mengers, jerrycans, 200 liter aceton, zoutzuur en apparatuur voor afzuiging, meerdere zeven, weegschaal en mixers. Tussen de benen van een van de dodelijke slachtoffers is een jerrycan met aceton gevonden.

Daarnaast zijn volgens justitie sporen van cocaïne gevonden aan de binnenzijde van de garagedeur, evenals op de bus die voor het pand stond. Op de telefoon van een van de dodelijke slachtoffers is een foto gevonden met daarop witte dampende emmers en een weegschaal. De foto dateert van een dag voor de explosie, zei de officier van justitie.

Volgens het OM liet O. meerdere Spaanssprekende Marokkaanse jongens voor hem werken en huurde hij voor hen twee woningen verderop in de straat. De politie trof in een van de woningen een slaapverblijf met zes slapende mannen na een klacht over een acetongeur. Die lucht zou ook zijn geroken door de man die door de explosie met zijn bankstel door de vloer was gezakt. Ook hij heeft verklaard Marokkaanse jongens te hebben gezien die Spaans spraken. Hij heeft aangifte gedaan van een poging tot doodslag.

De verdachte, die op het adres een klusbedrijf had, ontkent betrokkenheid bij de productie van drugs. “Als ik hier iets mee te maken had, was ik niet vanuit het buitenland hiernaar teruggekomen”, zei O. “Het wordt straks bewezen dat ik hier niets mee te maken heb.”

De rechtbank besloot dat de verdachte vast blijft zitten. De volgende zitting is dinsdag 16 juli.