Direct naar artikelinhoud
Standpunt

Het is niet het moment om politieke spelletjes te spelen over ons onderwijs

Bart Eeckhout.Beeld Eva Beeusaert

Bart Eeckhout is opiniërend hoofdredacteur.

Een trein kan een andere trein verbergen. Het is een wijsheid die we – in de vorm van verkeersborden aan overwegen – te danken hebben aan het Franse spoor. Ze is op vele maatschappelijke kwesties van toepassing.

Ook in de plots oplaaiende discussie over de nieuwe eindtermen voor het Vlaamse onderwijs zie je hetzelfde fenomeen. Achter het debat aan de oppervlakte gaat een andere, hardere, politieke twist schuil.

Lees ook: 

Hilde Crevits: "Ik zal niet de minister zijn die een set eindtermen presenteert waardoor de lat omlaag gaat"

Op het eerste gezicht gaat de strijd over de invulling van de eindtermen zelf. Commissies van experts leggen die momenteel vast. Het verloop van de onderhandelingen baart nogal wat politieke volgers zorgen. Zij vrezen dat de onderwijsnetten (vrij en gemeenschapsonderwijs) de eindtermen niet te concreet willen vastleggen. Zo behouden ze zelf voldoende beleidsmarge. Die vrees is niet onterecht.

Achter dat getouwtrek zit een fundamentelere machtsstrijd verborgen. Die komt neer op de vraag wie nu eigenlijk de baas is in het onderwijs: de politiek of het net? Regeringspartijen N-VA en Open Vld menen dat het primaat van de politiek ook in het onderwijs moet gelden. Bevoegd minister Hilde Crevits (CD&V) denkt daar wat genuanceerder over, net als – uiteraard – de netten zelf.

Met de discussie over de eindtermen is niet meer of niet minder dan de erfenis van minister Crevits op Onderwijs in het geding

Eensgezindheid

Zo komen we als vanzelf op een derde, politiek-strategisch schaakbord terecht. Met de discussie over de eindtermen is niet meer of niet minder dan de erfenis van minister Crevits op Onderwijs in het geding. Als de eindtermen er niet op tijd komen, slepen ze de hele zo duur bevochten hervorming van het secundair onderwijs mee in hun vertragingsval. Hoe kun je immers met een nieuw onderwijsstelsel van start gaan als je geen eensgezindheid hebt over de horizon die je wil bereiken?

Bij N-VA zouden ze die impasse niet zo erg vinden. Bij de Vlaams-nationalisten jeuken de vingers al langer om in de volgende regeerperiode als dominante partij ook zelf aan de slag te gaan met de belangrijkste Vlaamse bevoegdheid. Hoe minder verbintenissen uit het verleden, hoe beter, luidt de redenering dan. Als de discussie op de spits gedreven wordt, is mevrouw Crevits dus de eerste verliezer.

Dat is allemaal interessant en belangrijk, maar het zou toch ook geen kwaad kunnen dat de nodige aandacht blijft uitgaan naar de kern van de zaak: de kwaliteit van het onderwijs. Er zijn redenen om ons daarover zorgen te maken, zo blijkt uit enkele recente internationale peilingen. Dit is dus niet het moment om politieke spelletjes te spelen.

Om de kwaliteit van het (secundair) onderwijs te garanderen en liefst wat op te krikken, zijn juist die nieuwe eindtermen nodig. En dan spring je het verst met heldere, ambitieuze doelstellingen. We geloven graag dat niemand bewust de lat lager wil. Maar als onscherpe eindtermen toch de ruimte laten voor de facto minder hoge verwachtingen, dan moeten we ons daar zorgen over maken. En dan heeft ‘de politiek’ inderdaad een zeer gegronde reden om in te grijpen, nu het nog kan.

Als onscherpe eindtermen toch de ruimte laten voor de facto minder hoge verwachtingen, dan moeten we ons daar zorgen over maken