In ons land zijn er 2 plekken die een goede habitat zouden zijn voor lynxen.
Foto: Kurt Voorspoels

In België is plaats voor 75 lynxen in het wild, zegt WWF: zo kunnen we met de dieren samenleven

België en zijn aangrenzende regio’s vormen een geschikte leefomgeving voor zo’n 75 lynxen in het wild. Dat blijkt uit een rapport van WWF. Het Nationaal Park van de Semoisvallei gaat tegen 2026 minstens 100 hectare aan bosranden en open gebieden in het bos herstellen en aanleggen om de dieren te helpen. Wat betekent deze terugkeer voor de mens (en veehouders)?

De Euraziatische lynx kwam al 100 jaar niet meer voor in het wild in België tot augustus 2020, dan maakt een wildcamera in de Semoisvallei beelden van een lynx. 6 maanden later wordt hij opnieuw gespot en een jaar later wordt er ook pluis van zijn vacht aangetroffen. Het is duidelijk: de lynx is hier niet op doortocht, maar wil zich hier ook vestigen.

Natuurbeschermingsorganisatie WWF klopte daarom aan bij het departement Geografie van de Humboldt-universiteit in Berlijn, met de vraag welk deel van de natuurlijke leefgebieden in het zuiden van ons land geschikt zou zijn voor lynxen. En hoe goed die habitats verbonden zijn met bestaande lynxenpopulaties in onze buurlanden.

Na onderzoek van de Humboldt-universiteit blijkt dat België ruimte heeft om zo’n 75 lynxen in het wild te verwelkomen. Het gaat om 2 concrete hotspots: het Nationaal Park van de Semoisvallei in de Ardennen aan de grens met het Frans Regionaal Natuurpark en het Natuurpark Hoge Venen-Eifel, aan de grens met Duitsland.

Die hotspots liggen in heuvelketens en beslaan ruime, goed verbonden bosgebieden met hoogteverschillen, waar weinig menselijke activiteiten de dieren zouden verstoren. 

Bekijk: de mannelijke lynx die werd gespot door een wildcamera in de Semoisvallei

Dat een lynx in België opduikt, is verrassend. De dichtstbijzijnde bevestigde lynxenpopulatie is een minipopulatie van zo’n 16 individuen en leeft op zo'n 180 kilometer van de Semoisvallei, in de Vogezen en het Paltserwoud, tussen Frankrijk en Duitsland. In tegenstelling tot wolven leggen lynxen zelden zo’n grote afstanden af.

Tegen 2026 100 hectare bosranden herstellen

Maar om de lynx ook echt aan te trekken moeten we volgens WWF ecologische corridors versterken, zodat lynxen uit bestaande populaties ons land kunnen bereiken. "Lynxenpopulaties van verschillende oorsprongen moeten elkaar kunnen ontmoeten", zegt Corentin Rousseau, bioloog bij WWF.

“Door de natuur te herstellen, te verbinden en te beschermen kunnen we ons land nog lynxvriendelijker maken, en daar hebben andere dieren ook baat bij”, klinkt het bij WWF. “Rond natuurverbindingen is nog heel wat werk, maar er zijn ook nog heel wat drukke wegen waar lynxen en andere dieren niet over kunnen steken.”

Zo gaat het Nationaal Park van de Semoisvallei, een partner van WWF, tegen 2026 minstens 100 hectare aan bosranden en open gebieden in het bos herstellen en aanleggen. "Lynxen maken namelijk gebruik van de bosranden om te jagen", zegt Pepijn T'Hooft die voor WWF onderzoek doet naar de lynx en de wolf.

“We gaan ook minstens 20 hectare aan bedreigde biotopen herstellen op de hellingen van de Semoisvallei”, zegt Cécile Lesire, lynxdeskundige voor het Nationaal Park van de Semoisvallei. “Met hun ruige rotspartijen zijn die hellingen perfect voor de lynx om te rusten en zich voort te planten”, vult Corentin Rousseau aan.

Wat betekent de terugkeer voor mens (en veehouders)?

“Ecologisch is het een belangrijk dier, het is een grote predator die vandaag in het bos ontbreekt en dit komt de biodiversiteit ten goede”, zegt Pepijn T’Hooft. “Het kan voor een gedragsverandering zorgen bij herbivoren zoals reeën. Ze zullen minder lang in bepaalde gebieden grazen waardoor er zich natuurlijke verjonging voordoet in die gebieden.”

Maar moeten we blij zijn met de terugkeer van de lynx? Volgens WWF moeten wandelaars of buurtbewoners niet bang zijn voor de dieren. “Lynxen zijn erg schuwe dieren. De kans dat je er ooit een tegenkomt, is dus bijna onbestaande”, benadrukt Corentin Rousseau. “Ik heb nog nooit gehoord of gelezen over lynxaanvallen op mensen.”

Ook veehouders moeten niet meteen schrik hebben voor de lynx. De katachtige maakt als roofdier het minste slachtoffers onder landbouwdieren en richt ook het minste schade aan aan menselijke eigendommen. 

“Lynxen verschillen heel erg van wolven, ze vallen bijna nooit vee aan. Doen ze dat toch, dan doden ze één of hooguit twee dieren. Ze richten dus geen slagveld aan”, stelt Corentin Rousseau gerust. “Bovendien werken preventieve maatregelen, zoals kuddebewakingshonden, zeer goed tegen aanvallen van de lynx”, zegt Pepijn T’Hooft.

De Euraziatische lynx?

De Euraziatische lynx is een katachtig roofdier ter grootte van een grote hond. De soort komt voor in een uitgestrekt gebied van Noord-Europa tot Siberië, met geïsoleerde populaties in Centraal-Europa. 

Naast de Euraziatische soort is er ook de Iberische, de Canadese en de Rode lynx. Euraziatische lynxen zijn de grootste van de 4 soorten.

Lynxen zijn strikte vleeseters, de belangrijkste prooien zijn reeën gevolgd door andere middelgrote hoefdieren zoals gemzen en edelherten. Maar ook vossen, hazen en verschillende soorten muizen.

Volgens de Europese Rode Lijst van Bedreigde Soorten van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) is de Euraziatische soort niet bedreigd, maar die houdt enkel rekening met de volledige Euraziatische lynxenpopulatie.

In de Europese Unie zijn naar schatting maar tussen de 7.000 en 8.000 lynxen en kan de soort dus als kwetsbaar worden beschouwd. In Frankrijk en Duitsland zijn bepaalde populaties bedreigd.

Meest gelezen