Kort voor de middag merkten medewerkers van de stad, die aan het werk waren op het recreatiedomein Watewy, dat er brand uitgebroken was in de gebouwen van de voormalige Sint-Paulusschool. De school sloot in 2008 de deuren, maar werd nog gebruikt door verschillende verenigingen en de speelpleinwerking.

Tegenwoordig vindt enkel de plaatselijke Roemeense kerkgemeenschap, die ook haar vieringen in de kerk vlakbij laat plaatsvinden, nog haar thuis in de gebouwen. “Bij het aanrijden merkten we onmiddellijk dat het om een zware brand ging. Toen was eigenlijk al duidelijk dat de gebouwen verloren waren. We konden nog één gedeelte redden”, aldus Lieven Rijckaert, brandweerofficier bij de brandweer van Tielt.

Meteen afbreken

Omdat onmiddellijk duidelijk werd dat het andere gedeelte niet meer te redden viel, schakelde de brandweer een kraan in om het gebouw af te breken. “Op die manier konden we ook gemakkelijker bij het vuur.”

Hoe de brand precies is ontstaan, is nog onduidelijk. Het vuur ontstond in het achterste gedeelte van het gebouw, in de buurt van de stookplaats.

(Lees verder onder de foto)

Lessen op zondag

Burgemeester Luc Vannieuwenhuyze (CD&V) kwam al ter plaatse. “Er is heel wat schade aan het gebouw, dat een rijke geschiedenis heeft. Van school tot ontmoetingscentrum voor de buurt. De voorbije jaren werd het gebouw wel in mindere mate gebruikt.”

Wie dus nog vaak in de voormalige school te vinden was, zijn de mensen van de Roemeense kerk. “Onze vieringen vinden plaats in het kerkgebouw hier vlakbij, maar voor de lessen op zondag trekken we naar de voormalige school. Een dertigtal kinderen is hier dan aanwezig. Gelukkig waren zij er niet toen de brand uitbrak”, aldus Corneliu Apavaloaie.

Waar die lessen in de toekomst zullen plaatsvinden, is momenteel nog onduidelijk. “We hadden woensdag nog een overeenkomst bereikt om ook de komende maanden hier op zondag gebruik te maken van het gebouw. Nu is wel duidelijk dat dit niet meer mogelijk zal zijn.”

Hoe de brand is ontstaan, is ook voor Corneliu gissen. “In het verleden was er hier wel wat vandalisme.”