Direct naar artikelinhoud
Verkiezingen

Waarom de partij met de meeste stemmen niet noodzakelijk de burgemeester levert

Mathias De Clercq.Beeld Wannes Nimmegeers

Dat Mathias De Clercq als stemmenkanon van Open Vld in Gent de burgemeesterssjerp opeist, is geen toeval. Veel Open Vld'ers, zoals Bart Somers, zijn voorstander van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester: wie de meeste stemmen haalt, wordt het. Maar tot nader order geldt in Vlaanderen het coalitiesysteem. Het Waalse kiessysteem kent een semidirecte verkiezing: daar krijgt de stemmenkampioen van de grootste meerderheidspartij de sjerp.

De verkozene met de meeste voorkeurstemmen wordt in Vlaanderen niet automatisch burgemeester van zijn of haar gemeente. Ook de grootste partij is trouwens niet zeker van deelname aan de meerderheid. Dat is nu eenmaal ons kiessysteem, gebaseerd op het vormen van een werkbare coalitie die samen de helft plus 1 van het aantal zetels moet halen. 

Denken we maar aan Vincent Van Quickenborne - ironisch genoeg zelf een liberaal - en hoe die bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen CD&V-boegbeeld Stefaan De Clerck buitenspel zette door achter zijn rug om een eigen meerderheidscoalitie te vormen om zo zelf burgemeester te worden. Dat kan, en dat mag. Partijen komen tot een akkoord voor een coalitie en beslissen dan samen wie hun coalitie als burgemeester mag leiden.

Vincent Van Quickenborne.Beeld BELGA

Eerlijker?

Het lijkt misschien eerlijker om de burgemeester rechtstreeks te verkiezen, maar is dat wel zo zaligmakend? In zo'n rechtstreeks verkiezingssysteem, bepleit door Mechels burgemeester Bart Somers (Open Vld), zouden de kandidaat-burgemeesters bijvoorbeeld in een eerste ronde tegen elkaar kunnen uitkomen. In de tweede ronde vormen dan de twee beste kandidaten een coalitie waarmee ze zich opnieuw aan de kiezer aanbieden. In dat geval zouden én de burgemeester én de coalitie rechtstreeks verkozen worden.

Een eerste vraag die daarbij rijst, is of de twee beste kandidaten sowieso wel allebei in staat zullen zijn om een coalitie te maken. En in het voorstel van Bart Somers zou er eventueel een kloof kunnen optreden tussen de meest geliefde coalitie voor de burger en de meest geliefde burgemeester, want die hoeven niet per se samen te vallen. Bovendien, in het huidige geval van Ninove, waar het extreemrechtse Forza Ninove zo'n veertig procent van de stemmen haalde, zou het cordon sanitaire naar alle waarschijnlijkheid gebroken worden. Terwijl er in het bestaande kiessysteem nog een, al dan niet gewenst, alternatief bestaat.

Bart Somers.Beeld BELGA

Stel nu dat er een breed gedragen, geslaagde organisatie van zo'n rechtstreekse verkiezingen gevonden wordt, dan nog blijven er nadelen aan verbonden. Politicoloog Herwig Reynaert gaf eerder al aan in Knack dat het in wezen om gemeenteraadsverkiezingen gaat, waarbij we dus eigenlijk gemeenteraadsleden kiezen. Daaruit wordt dan het beleidsniveau gedistilleerd, met het college van burgemeester en schepenen. De verkiezingen draaien dus om veel méér dan louter de keuze voor een meerderheidsbeleid.

De professor vreest ook voor het fenomeen van 'cohabitation' of het rechtstreeks verkiezen van een burgemeester die geen lid is van de meerderheid in de gemeenteraad. Iets wat Bart Somers natuurlijk met zijn eigen voorstel wou vermijden, maar wat in andere mogelijke verkiezingsscenario's wél een realiteit zou kunnen worden.

Professor Herwig Reynaert.Beeld IMAGEGLOBE

Onderzoek toont verder aan dat eventuele rechtstreekse verkiezingen in 2000, 2006 en 2012 in grosso modo 75 tot 80 procent van de Vlaamse gemeenten tot dezelfde verkozen burgemeester had geleid dan die het uiteindelijk toen geworden is. Doorgaans komt de burgemeester wel degelijk uit de grootste politieke partij.

Overigens wordt in Vlaanderen halverwege de ambtstermijn (of op een ander moment) al eens gewisseld van burgemeester. Dat zou bij rechtstreekse verkiezingen ook moeilijker liggen.