Direct naar artikelinhoud
Die ene patiëntCardioloog Angela Maas

‘Ik kende haar wensen, maar legde haar desondanks aan de beademing’

Medische experts over de patiënt die hun kijk op het vak veranderde. Deze week:  cardioloog Angela Maas (61).

‘Ik kende haar wensen, maar legde haar desondanks aan de beademing’
Beeld Tzenko Stoyanov

‘Ze was dol op haar kat, ze had een toegewijde dochter, goede buren, een leuk huis, ze leefde het leven dat ze wilde. Dus toen ik bij haar een ernstige afwijking aan de aortaklep vaststelde, was ze gedecideerd: ze wilde niet geopereerd worden. Ze was vitaal, een jaar of zeventig, ze had de operatie prima aangekund, maar het lukte me niet om haar op andere gedachten te brengen. Twee keer per jaar kwam ze langs en zo hield ik haar in de gaten. Af en toe maakte ik een echo van haar hart, klachten kon ik bijsturen met medicijnen. Ze kwam snel ter zake, legde vast dat ze niet gereanimeerd wilde worden en ze bracht een euthanasieverklaring mee. Bij ieder bezoek checkte ze of ik die nog wel had.

‘Jarenlang ging het uitstekend, ik kreeg bijna het idee dat we een goede beslissing hadden genomen. Hoewel de echo had uitgewezen dat de klep flink vernauwd was geraakt, bleef zij een tevreden mens. En toen, op een ochtend, vlak nadat ze vrolijk mijn spreekkamer was binnengestapt voor een controle, werd ze ineens hevig benauwd. Happend naar adem zat ze tegenover me, het schuim stond op haar mond. Als haar dat thuis was overkomen, was ze dood geweest maar nu gebeurde het voor mijn ogen. Ik wist dat ze geen onnodige behandelingen wilde, hoe vaak hadden we daar niet over gesproken. Maar als dokter wil je handelen. Ze was lopend binnengekomen en ik dacht: ze gaat er toch niet in een kist uit?

‘Ik besloot om haar te laten beademen, in de hoop dat ze weer snel naar huis zou kunnen. Ze was aanspreekbaar, ze gaf toestemming. Maar eenmaal aan de beademing werd duidelijk dat ze daar niet meer af zou raken. Vanwege de buis in haar keel kon ze niet praten, ze communiceerde door te gebaren en te schrijven. Weer reageerde ze vastberaden. Dit was niet de bedoeling, liet ze weten, dit moest stoppen.

‘Ik had er moeite mee om haar te laten gaan. Ik kende haar wensen en desondanks had ik haar aan de beademing gelegd. Ze had me overrompeld en ik had me door mijn doktersinstinct laten leiden. Tegen beter weten in had ik gehoopt dat ze het misschien zou redden. Had ik daar fout aan gedaan? Ik besprak mijn worsteling met de dochter. Die stelde me gerust, haar moeder verweet me niets.

‘Ze koos een dag uit waarop de beademing zou worden stopgezet. Haar laatste wens werd ingewilligd: ze wilde de poes nog zien en een glas wijn drinken. En zo is ze rustig overleden, met de poes op het voeteneinde en een fles wijn op haar nachtkastje. Een paar weken later kreeg ik een ontroerende brief van de dochter. Ze schreef dat ze zo met mij te doen had, omdat ik het er zo moeilijk mee had gehad. Ze was blij dat ze nog afscheid had kunnen nemen van haar moeder.

‘Altijd de keuze van de patiënt respecteren, dat is wat ik van deze vrouw heb geleerd, ook als die keus indruist tegen wat wij als arts het beste vinden. Nu is dat normaal, dokter en patiënt nemen samen beslissingen, maar toen ik haar leerde kennen ruim 15 jaar geleden had de dokter vaak nog de regie. Maar de patiënt is niet van ons, de patiënt is van zichzelf, en die vindt lang niet altijd dat we alles moeten doen wat we kunnen.

‘Zij wees me de weg die ik moest volgen en dat heeft grote indruk op me gemaakt. Soms kom je een patiënt tegen naar wie je als dokter alleen maar kunt luisteren.’ 

Angela MaasBeeld Suzanne Muller