Mollema verrast in tijdrit, Roglic heerst

Foto: ANP

Bauke Mollema is in de tweede individuele tijdrit in de Giro d’Italia op de derde plaats geëindigd. Daarmee verraste de Groninger van Trek-Segafredo die veel tijdwinst boekte op klassementsrenners als de Brit Simon Yates en de Colombiaan Miguel Ángel López. De grote winnaar was echter Primoz Roglic. De Sloveen van Jumbo-Visma was de enige die de tijd van de Belgische werelduurrecordhouder Victor Campenaerts wist te verbeteren.

Roglic had voor de 34,8 kilometer van Riccione naar San Marino 51 minuten en 52 seconden nodig. Hij was daarmee 11 tellen sneller dan Campenaerts. Mollema gaf precies 1 minuut toe. De Italiaan Valerio Conti (38e) behield de roze leiderstrui. Yates verloor 3.11 op Roglic, Lopez zelfs 3.45. Alleen de Italiaan Vincenzo Nibali hield van de topfavorieten de schade beperkt. De kopman van Bahrain werd vierde op 1.05 van Roglic. Maandag is de eerste rustdag in de Giro, daarna volgt de tiende etappe: een korte, vlakke rit.

Roglic reed, zoals de meeste anderen, in de regen. ”Dat vergde enige aanpassing”, vertelde de ritwinnaar, die op de openingsdag van de Giro in Bologna ook al de beste was in een race tegen de klok. ”Ik heb zeker in de bochten minder risico genomen. Pas in de klim naar de finish heb ik alles gegeven. Het verliep perfect. Het was ook een tijdrit die op mijn lijf geschreven was.”

De Sloveen raakte donderdag de leiderstrui kwijt aan Conti en viel net als alle andere klassementsrenners buiten de top tien. Na zijn sterke optreden op weg naar San Marino is hij al weer de nummer 2 in het klassement op 1.50 van Conti die die marge tot donderdag, als het echte klimwerk begint, moet kunnen behouden. Van de andere klassementsrenners is Nibali op de elfde plaats het best geklasseerd. Mollema staat twaalfde op 3.45 van Conti. Yates staat pas 24e op 5.36 van de rozetruidrager.

Roglic was uiteraard verheugd over de verschillen met de concurrenten. ”Het is altijd fijn om een marge te hebben, maar er komen nog zo veel bergen. De Giro is nog lang niet voorbij.”