Direct naar artikelinhoud
Column

Ik zou ze de kost niet willen geven, de politici die eigenlijk niet willen weten wat ze bedoelen

Mark CoenenBeeld Bob Van Mol

Mark Coenen (°1958), adviseur en opleidingshoofd van de Hasseltse hogeschool PXL, gaat op wandel met de week.

Er wordt in deze lamentabele tijden geperoreerd dat het een aard heeft. Belicht door de machtige koplampen van de media mogen zij die ons vertegenwoordigen hun geloof belijden. Dag en nacht in alle bulletins en beeld­verslagen.

Men leidt aan verbale flatulentie: het spreekgestoelte van het parlement is het toneel van geïmproviseerd theater waar een normaal mens kop noch staart aan krijgt. Een parade van pauwen die op elke slak van de vijand zout legt en daar bijzonder trots over is. Men verlaat het spreekgestoelte met schuim op de lippen, zichzelf nog nét niet op de borst kloppend. Donderend applaus. Dan naar Villa Politica.

Het echte leven is elders en speelt zich buiten het halfrond af. Maar een Peter De Roover gelooft dat niet

Kleine denkers, grote mond.

Het echte leven is elders en speelt zich buiten het halfrond af. Maar een Peter De Roover gelooft dat niet en probeert door pontificaal in alle actuaprogramma’s tegelijk aanwezig te zijn de indruk te wekken dat hij bezig is met Iets Belangrijks.

Flatulentie. Willy Wartaal.

Men misbruikt in de politiek de taal tot meerdere eer en glorie van zichzelf en zijn gedachtegoed.

“Taal is kostbaar, een fundamenteel bezit van een volk. Als een volk daar slordig mee omgaat, is dat een wezenlijk verlies.” Niet mijn woorden, maar ik zou ze gezegd willen hebben. Ze zijn van Drs. P en staan in een prachtig nieuw boek over hem.

Drs. P was het pseudoniem van Heinz Polzer, die in 2015 overleed. Twee dagen na zijn dood verscheen zijn rouwbericht in de krant. Het leukste doodsbericht ooit.

Even uw aandacht graag!

Korte berichtgeving:

Ondergenoemde

Is niet meer in beeld –

Wat hier (behalve voor

Onbelangstellenden)

Hartelijk groetend

Wordt medegedeeld

Ondertekend: Drs. P

Het eerste Drs. P jaar- en bewaarboek is een feest voor oog en geest. Bij elkaar geschreven door een select gezelschap vrienden, prachtig uitgegeven op luxueus papier.

“Vrolijke verhalen en puntige beschouwingen over de unieke en onvergetelijke Zwitser-Nederlandse taalkunstenaar” staat er in de inleiding en daar is geen woord van gelogen. Het verslag van zijn buitengewoon vrolijke afscheidsdienst staat er in en is typerend. Meermaals barstte men in luid gezang uit. Een hilarisch eerbetoon.

Op het einde ging de man, die van zijn twaalfde jaar tot zijn laatste dag een verstokte sigarenroker was, zelf in rook op.

P was de uitvinder van talloze vers­vormen, waaronder het onweerstaanbare ‘ollekebolleke’, iets waarin hij uitblonk als geen ander.

Zijn levensliederen zijn onvergetelijk en nog steeds bijzonder meezingbaar, al hoort men dat repertoire nog nauwelijks in het openbaar, laat staan op de radio.

‘De andere oever is daarginds, en deze hier is hier

De oever waar we niet zijn noemen wij de overkant

Die wordt dan deze kant zodra we daar zijn aangeland

En dit heet dan de overkant, onthoudt u dat dus goed!’

Bij ons had hij een schare muzikale ­vrienden: Jan De Smet, Hugo Matthysen en bovenal Jean Blaute, waarvoor hij de evergreen ‘Bananen’ schreef.

Een ouderwetse ambachtsman die er heel zijn leven uitzag als een raar mannetje in een grijs pak. Als hij zingt klinkt hij als het geluid van een bezemwagen van de gemeentereiniging, schreef een criticus ooit. Als hij sprak hakkelde hij. Dat kwam voort, zei hij, “uit een ziekelijke behoefte om mij zo nauwkeurig mogelijk uit te drukken. Ik zit eigenlijk tegen mijzelf te praten. Ik wil precies weten wat ik bedoel.”

Ik zou ze de kost niet willen geven, de politici die eigenlijk niet willen weten wat ze bedoelen

Ik zou ze de kost niet willen geven, de politici die eigenlijk niet willen weten wat ze bedoelen. Die van de taal misbruik maken om mensen ongegeneerd te ­misleiden.

Dit prachtige boek zou men aan hen allen moeten geven, in ruil voor hun stukgelezen exemplaar van Il Principe van Machiavelli.