De Zweedse activiste kreeg van de rechtbank een boete van 6.000 Zweedse kronen (512 euro) en moet een schadevergoeding van 1.000 kronen (85 euro) betalen. De uitspraak komt er nadat Thunberg in maart met een kleine groep activisten meerdere dagen de hoofdingang van het Zweedse parlement blokkeerde. Parlementsleden konden het gebouw nog steeds bereiken via secundaire ingangen. 

Op 12 en 14 maart werd Thunberg door de politie verwijderd, nadat ze had geweigerd de locatie te verlaten. Daarom stond ze nu terecht voor twee aanklachten van burgerlijke ongehoorzaamheid. 

“Noodsituatie”

Thunberg zelf ontkende in de rechtbank de aanklachten. Op de vraag van de rechter waarom ze de politiebevelen niet had opgevolgd, antwoordde ze: “Omdat er een noodsituatie was (het gaat om een klimaatnoodsituatie, red.) en die is er nog altijd. En in een noodsituatie hebben we allemaal de plicht om te handelen.”

“De huidige wetten beschermen de winningsindustrieën in plaats van mensen en de planeet te beschermen, wat volgens mij het geval zou moeten zijn”, zei ze nog terwijl ze de rechtszaal verliet.

Greta Thunberg werd in Zweden al tweemaal beboet voor burgerlijke ongehoorzaamheid bij soortgelijke acties: in juli en oktober 2023. In februari besloot een rechter in Londen om een aanklacht tegen de activiste wegens ordeverstoring tijdens een demonstratie tegen de olie-industrie in oktober in de Britse hoofdstad in te trekken.