Direct naar artikelinhoud
SportVoetbaljaar 2019

Het voetbaljaar 2019 is er een van optimisme: over PSV en Ajax en het verlangen naar succes

PSV-spits Lozano wint het kopduel met Ajacied De Jong tijdens PSV - Ajax in september. PSV won en staat in de eredivisie twee punten voor op Ajax.Beeld ANP

2019 belooft, zo bij de herstart van de eredivisie, een sprankelend voetbaljaar te worden. Dit dankzij de spannende strijd tussen Ajax en PSV, onder leiding van de coaches Van Bommel en Ten Hag, en de ontwikkeling van spelers als Frenkie de Jong, Virgil van Dijk en Memphis Depay.

De glimlach is terug in de analyses over het Nederlandse voetbal. 2018 was in aanleg een jaar om tegenop te zien, om de onzekerheid waar de vrije val zou eindigen en of die zou eindigen. Maar zie, sport laat zich graag vergezellen door optimisme. Gaandeweg ontlook kleur op het dorre gras, als basis voor een fraai boeket in 2019.

Op 19 december 2017, bij het Sportgala van NOCNSF, trad de net aangestelde bondscoach van het Nederlands voetbalelftal naar voren. Ronald Koeman overhandigde de prijs voor sportvrouw van het jaar aan Dafne Schippers en hield een pesterige, provocerende speech richting de man, of beter gesteld: de voetballende man. Hij prees de sportende vrouw in zijn algemeenheid, om haar talent. Om haar ijzeren discipline en spontaniteit. Om haar harde werk met een lach op het gezicht. Koeman sloot af met: ‘Sorry. Daar kan het mannenvoetbal iets van leren.’

Een troosteloos jaar was bijna voltooid, met een afgang van het Nederlands elftal en de topclubs in Europa. De bond rollebolde over straat om van alles en niets, trainer Marcel Keizer was onverwacht ontslagen bij Ajax, nadat hij eerst was gecomplimenteerd vanwege zijn omgang in de vreselijke affaire met Appie Nouri, de ongeluksjongen.

De Volkskrant begon in januari een serie met suggesties om uit de misère te geraken. De reeks schoot alle kanten op en ging onder meer over gebrekkige basistechniek en te snelle ophemeling van talent. Over vroegtijdig vertrek van talentvolle jongens naar het buitenland, waar ze verdwaalden in de maalstroom van de massa. Over te lage trainingsintensiteit. Over verkeerd gebruik van data en gebrekkige begeleiding, mentaal, fysiek en emotioneel. Over de absentie van creativiteit, over onvoldoende fitheid in de internationale wedloop in het voetbal. Over ontoereikende, onevenwichtige scouting. Over de ‘kunstgrasmaffia’. Over de onvolledige, eenzijdige trainersopleiding.

Het was crisis. Die crisis is niet opeens voorbij na de doorbraak van toptalenten als Matthijs de Ligt en Frenkie de Jong, de ontbolstering van Memphis Depay in Oranje of de ontwikkeling van Virgil van Dijk, de veelbelovende prestaties van de topclubs en het nationale elftal. Maar toch: op tal van gebieden is een kentering zichtbaar, voelbaar desnoods.

Betweterigheid

De bijna nonchalante betweterigheid en zelfgenoegzaamheid van het ­Nederlandse voetbal verdwijnen naar de achtergrond of maken pas op de plaats. Hoewel nog steeds regimenten talenten op jonge leeftijd vertrekken naar vooral Engelse topclubs, is bij de jongens het besef ingedaald dat ze rond hun 18de speeltijd in een eerste elftal nodig hebben om zich te ontwikkelen.

International Patrick van Aanholt vertelt elders in de Volkskrant dat hij bijna was gestopt met voetbal, zo vaak als hij werd uitgeleend in Engeland, zo thuisloos en ongelukkig als hij zich voelde. Een generatie vroeg geëmigreerde kindvoetballers heeft de problematiek inmiddels in kaart gebracht, ter lering vooral.

Op tal van gebieden wemelt het van de initiatieven, lang niet allemaal daterend uit 2018 overigens. De intensiteit van trainingen is verhoogd. Nooit viel de naam van inspanningsfysioloog Raymond Verheijen zo weinig in Nederland, als goeroe van de periodisering. Zijn door de KNVB geadopteerde methode is vooral nog basismateriaal voor de breed gevoelde behoefte om meer te doen.

Memphis Depay, in veler ogen een flierefluitende prof, gebruikte zelfs data om zijn clubkeuze voor Olympique Lyon te bepalen. Intuïtie ontmoet statistiek. ­Fitheid en trainingsintensiteit zijn nu gewichtige thema’s. Overal zijn voetbalscholen ontsproten en methodes om technische vaardigheden van jeugd te verbeteren, om de teloorgang van het straatvoetbal te compenseren. Er worden zelfs weer Nederlandse trainers aangenomen in het buitenland, al is dat ook een staaltje van opportunisme.

Zo is 2019 een jaar van verlangen, een jaar dat niet lang genoeg kan duren, om de ontluikende kleurenpracht te koesteren. Geen tijd te verliezen dus, want januari is al ruimschoots halverwege. De eredivisie trapt weer af dit weekeinde: tijd om de brandpunten van het ­verlangen te noteren.

Mark van Bommel tijdens de wedstrijd tussen PSV en Tottenham Hotspur in november vorig jaar.Beeld Getty Images

PSV en Ajax

PSV en Ajax zijn ver verheven boven de rest, met respectievelijk slechts drie en vijf verliespunten in zeventien duels. Het kwaliteitsverschil tussen de toptwee en de rest is te veel van het goede, al is inzake het verlangen vooral van belang dat twee topclubs gewoon weer ouderwets topclub zijn. De afloop van de strijd tussen de twee is totaal onvoorspelbaar. Misschien dat Ajax op papier een ­tikkeltje beter is, met een iets bredere selectie, maar niemand hoeft vreemd op te kijken als PSV zijn 25ste titel grijpt.

Trainer Mark van Bommel van PSV vroeg, volgens verslaggevers die in de winterstop meereisden naar Qatar, opnieuw veel van zijn spelers. Zijn ­beoogde speelwijze vereist veel ­inhoud, met omschakelen als toverwoord. Telkens weer. Negentig minuten lang. Aanvallen, verdedigen. Verdedigen, aanvallen, in hoog tempo. Het restprogramma van PSV is in brons gegoten.

PSV weet precies hoeveel wedstrijden volgen: zeventien. Ajax, actief op drie fronten, speelt minimaal twintig duels, inclusief de dubbel tegen Real Madrid in de Champions League en het bekerduel met Heerenveen ­volgende week. Als gebruikelijk was het bij Ajax, de meest besproken club van het land, onrustiger dan bij PSV door de transfergeruchten. De vergelijking is al gemaakt tussen een handelshuis (Ajax) en een rusthuis (PSV). Wie weet, kirt in het handelshuis straks de penningmeester en dansen de borreltjes op tafel in het Eindhovense rusthuis.

Ajax - PSV

Zondag 31 maart 16.45 uur

Toptrainer

Als verwacht is dit seizoen een toptrainer opgestaan: Mark van Bommel. Geslepen winnaar, verschaffer van plezier. Bourgondisch fanaticus. Hoe vaak hij dat woord plezier niet gebruikt, als brandstof voor de bezigheden van PSV. Van Bommel is de internationaal gelauwerde en gelouterde oud-voetballer die zijn loopbaan op het veld beschouwde als universiteit van de trainersopleiding. Hij traint hard, lang en zwaar om zijn intense spel 90 minuten te kunnen volhouden.

Iets minder opvallend, omdat bij Ajax veel eer naar de spelers gaat, ­ontwikkelt ook Erik ten Hag zich tot graag geziene toptrainer. Twee nieuwe toptrainers extra in een half seizoen, het is een fraaie oogst, die een belofte inhoudt voor 2019.

Kunstgras

De zogenoemde veranderagenda van de clubs is bepaald geen succes. Clubs houden elkaar in de greep van het ­poldermodel, door nooit iets wezenlijks te beslissen. Directeur Toon ­Gerbrands van PSV voorziet onoverkomelijke problemen als dat zo doorgaat. Maar zelfs zonder gezamenlijke besluiten te nemen, verdwijnt het kunstgras langzaam uit het topvoetbal. De kritiek van spelers, trainers en media schijnt te helpen, gevoegd bij zelfreinigend vermogen. Wat dat aangaat hebben buitenlandse eigenaren goede invloed op het voetbal. Mannen als Isitan Gün (Fortuna), Wang Hui (ADO) en Kakhi Jordania (Den Bosch) moeten niets hebben van kunstgras. ADO Den Haag stopt per 2020, Den Bosch (eerste divisie) al in 2019. Bij tal van clubs bestaan plannen om het kunstgras op te ruimen, alvorens overkoepelende organen tot een besluit komen voor de hele sector.

Rust

In de eredivisie heerst betrekkelijke rust aan het trainersfront. In roerige tijden waren mannen als Jan Olde Riekerink (Heerenveen), Danny Buijs (Groningen) en Mitchell van der Gaag (NAC) mogelijk al ontslagen, maar in nieuwe tijden mogen ze blijven. Bij Groningen is het probleem eerder ­gezocht in de spelersgroep, met een recordaantal wintertransfers, onder wie Paul Gladon, Thomas Bruns en Mo El Hankouri. Hans Nijland, de langst zittende directeur van het profvoetbal, wil blijkbaar eervol afzwaaien na dit seizoen. ‘Alleen’ bij FC Utrecht en bij PEC Zwolle is de trainer ontslagen, waarbij aangetekend dat Jean-Paul de Jong en John van ‘t Schip een zware hypotheek ­meenamen uit vorig seizoen.

Erik ten Hag tijdens de wedstrijd tussen Ajax en Benfica.Beeld Niels Boersema

Oranje

Een zomer zonder Oranje is als een ­vakantie zonder liefde. Het gemis van de verkwikkende loomheid van de avond in juni, in de uren voor een wedstrijd van Nederland, maakte van de WK-zomer van 2018 een wat wezenloze tijd. In 2019 is daar opeens een ­cadeautje, de onverwacht bereikte finale van de zogenoemde Nations League, met een halve finale tegen Engeland en de mogelijke eindstrijd tegen Portugal of Zwitserland. Die finale vloeit moeiteloos over in het WK voor vrouwen, met de Nederlandse ploeg van Sarina Wiegman als outsider.

Nederland – Duitsland

Zondag 24 maart 20.45 uur

EK-kwalificatie.

Nederland – Engeland

Donderdag 6 juni 20.45 uur, halve finale Nations League.

Ajax – Real Madrid

De euforie rond de Europese ­campagne van Ajax is zo spectaculair gegroeid, dat menigeen Ajax kansen toedicht in de achtste finales van de Champions League tegen Real Madrid. Dat optimisme is op zijn minst opvallend. Real won de laatste drie edities van de Champions League en kroonde zich onlangs weer tot wereldkampioen van de clubteams. Het vertrek van aanvaller Cristiano Ronaldo en de mindere Madrileense vorm van het moment hebben van glazenbolkijkers positivo’s gemaakt. Dat zegt vooral iets over het ­optimisme dat terug is in het Nederlandse voetbal anno 2019, jaar van het verlangen.

Ajax – Real Madrid 

Woensdag 13 februari 21.00 uur, 8ste finale Champions League.

­Real Madrid – Ajax

Dinsdag 5 maart 21.00 uur, 8ste finale Champions League