© BELGA

Tom Pietermaat over maandenlang blessureleed: “Ik heb gevreesd voor het einde van mijn carrière”

Dag op dag negen maanden geleden brak Tom Pietermaat (26) zijn rechterenkel in de competitiewedstrijd op OH Leuven. Drie operaties en veel onduidelijkheid later ziet de verdedigende middenvelder van Beerschot Wilrijk met de hulp van een psycholoog opnieuw licht aan het einde van de tunnel. “Ik heb héél diep gezeten, maar ik klamp me nu weer vast aan dat sprankeltje hoop.”

Koen Frans

Zaterdag 17 februari 2018. Tom Pietermaat kan zich de bewuste avond in het King Power at den Dreef stadion nog haarfijn voor de geest halen. “Ik heb de film van die avond de voorbije maanden vaak op mijn netvlies zien passeren”, bevestigt Pietermaat. De doorgaans vrolijke Leuvenaar lijkt haast opgelucht dat hij eindelijk zijn verhaal eens rustig kan vertellen.

“We zaten in de laatste rechte lijn richting promotiefinales en we voetbalden al enkele weken wat stroef. Maar in die wedstrijd op Leuven leken we opnieuw onze draai te vinden. Op een bepaald moment zag ik een middenvelder van Leuven infiltreren. Arjan Swinkels werd weggetrokken door een aanvaller en ook Jan Van den Bergh zou niet tijdig kunnen ingrijpen, dus ik besliste om er achteraan te gaan. Op het moment dat de tegenstander de bal controleerde, zette ik een tackle in. Ik voelde meteen dat mijn enkel een onnatuurlijke beweging maakte. Ik heb mijn voet negentig graden zien kantelen. Puur door de adrenaline kon ik nog van het veld hinken, maar na twee minuten op de bank wist ik eigenlijk al hoe laat het was. In het ziekenhuis zag ik aan het gezicht van de verpleegkundigen meteen dat het gebroken was, de dokter hoefde niet eens langs te komen om het te bevestigen. Ik mocht de twee finales op mijn buik schrijven. Dat was een eerste mokerslag. Ik had er jarenlang elke dag voor geknokt om met Beerschot Wilrijk te kunnen strijden voor een plaats in eerste klasse. Maar nu stond ik plots weer voor een lange revalidatie en zag ik Beerschot tot overmaat van ramp naast de promotie grijpen. Dat waren donkere weken.”

Voorspoedige revalidatie

De revalidatie verliep aanvankelijk voorspoedig. Je zou na vier maanden, tijdens de voorbereiding op het nieuwe seizoen, opnieuw aansluiten bij de groep.

“Dat was inderdaad de bedoeling. De revalidatie verliep effectief redelijk goed, tijdens de laatste weken van vorig seizoen kon ik al terug lopen terwijl de ploeg de laatste play-off wedstrijden aan het voorbereiden was. Na het seizoen vertrok ik met mijn vriendin op vakantie naar Mexico. Ik stond er elke dag op om 6 uur om mijn kine-oefeningen te doen en om een uur stevig te gaan lopen. Dat ging allemaal goed, ik was dan ook heel gemotiveerd. Na die vakantie had ik nog drie weken tot de start van het nieuwe seizoen. Ik bereidde me individueel voor bij de kinesist, maar vanaf dan begon de pijn opnieuw toe te nemen. Elke dag ging het slechter en slechter, tot ik op een gegeven moment niet meer kon lopen. Op scans was te zien dat er complicaties waren opgetreden, een van de pezen rond mijn enkel was geïrriteerd. Op de eerste trainingsdag op de club werd dan beslist om onmiddellijk te opereren om die pezen op te kuisen en de achtergebleven schroeven uit mijn enkel te verwijderen. Ik had er toen nog goede moed in, want die revalidatie zou niet zo lang duren. Maar ook na die operatie traden er complicaties op. Zo heb ik tien dagen last gehad van stevige bloedneuzen als reactie op de bloedverdunnende ontstekingsremmers. Vanaf toen is eigenlijk de grote lijdensweg begonnen. De maanden voordien had ik altijd een doel om naar toe te werken en was er enigszins duidelijkheid over hoe en wat. Maar vanaf eind juni had ik elke dag last. Ik had ook geen houvast. Ik had geen goede dagen meer, alleen maar donkere dagen. Na een tijdje vroeg ik me af of ik er wel genoeg voor deed. En de dag nadien leek het alsof ik me misschien net te veel aan het forceren was. Ik was echt ten einde raad.”

Wat zeiden de dokters en de kinesisten op dat moment?

© BELGA

“Op de beelden was er niets te zien. Ik kon die mensen overigens niets verwijten, ik mocht ze dag en nacht bellen met al mijn vragen. Maar als de dokters het ook al niet meer weten, dan begin je pas echt aan jezelf te twijfelen. De pezen waren proper, de enkel was ‘hersteld’, maar toch had ik elke dag pijn. Elke seconde van de dag was ik aan het piekeren. Ergens halverwege september zou ik opnieuw moeten kunnen lopen. Ik dacht dat ik gewoon door een muur moest gaan, dat die enkel zich opnieuw moest ‘zetten’ en dat ik er eens moest ‘doorgaan’. Maar dat liep weer slecht af. Op nieuwe beelden was te zien dat ik te weinig kalk in mijn bot had en dat er nog veel littekenweefsel rond de breuk zat. In 99% van de gevallen is dat eenvoudig op te lossen met cortisonespuiten en wat extra calcium om het bot te laten aansterken. Maar ik voelde dat er nog altijd iets niet klopte. Intussen had ik al een psycholoog onder de arm genomen om me mentaal te begeleiden. Een nieuwe operatie begin deze week heeft dan duidelijk gemaakt dat er al die tijd een los stukje bot aan het rondzweven was in mijn gewricht. Dat stukje bot konden ze op de beelden niet zien, daarvoor moest de enkel wel degelijk opnieuw helemaal opengesneden worden. Dat was natuurlijk een hele opluchting. Ik heb wekenlang, zelfs maandenlang gevreesd voor het einde van mijn carrière, maar nu weten we eindelijk wat er al die maanden voor die vervelende pijn heeft gezorgd. Brute pech dat dit uitgerekend bij mij is moeten gebeuren en eveneens brute pech dat ze het nu pas hebben ontdekt.”

Weet je nu hoe lang je nog zal moeten revalideren?

“Ik durf daar geen termijn op te kleven. De voorbije maanden hebben me wat achterdochtig gemaakt en om mezelf geen druk op te leggen, wil ik daar geen uitspraken meer over doen. Ik zal gewoon al blij zijn als ik op een dag opnieuw kan voetballen. Ik heb de laatste weken angstaanvallen gehad, was enorm rusteloos en ik ben zelfs een tijdje niet meer durven buitenkomen. De voorbije dagen heb ik voor het eerst terug positief over het voetbal kunnen babbelen en nadenken. Een tijdje geleden werd er een officiële ploegfoto genomen in het stadion en toen ging er voor het eerst weer een tinteling door mijn lijf. Ik besefte plots dat ik nog altijd een profvoetballer ben en dat ik op daar, op dat veld, opnieuw zal voetballen. De voorbije maanden ging ik mentaal door een hel, maar nu zie ik weer licht aan het einde van de tunnel.”

Een maand nadat je die zware blessure opliep, kreeg je een nieuw contractvoorstel. Je tekende bij tot 2020. Een blijk van respect?

“Ik heb dat gebaar van de club alvast enorm geapprecieerd. Het toont dat het bestuur in mij gelooft en veel vertrouwen in mij heeft. Dat gevoel heb ik overigens altijd gehad met alle mensen die werkzaam zijn bij deze club. Ik voel me hier vanaf dag een thuis. In 2014 speelde ik bij Racing Mechelen en werden we kampioen in derde klasse. Ik kon mee promoveren naar tweede klasse, maar toen Beerschot kwam polsen heb ik geen seconde getwijfeld. Dat was een trein die ik niet wou missen. Voor mij begon de rit in vierde klasse en de droom is nog altijd om met Beerschot naar eerste klasse te promoveren. Dat zou de kroon op het werk zijn. (denkt na) Ik zou hier overigens gerust een contract voor het leven kunnen tekenen. Ik ken hier iedereen, heb met iedereen een goede band en wordt door iedereen geapprecieerd. Dat is toch het allerbelangrijkste? Ik heb geen behoefte om hier ooit weg te gaan.”

De voorbije maanden is er wel veel veranderd op ‘t Kiel. Een nieuw bestuur, een nieuwe technische staf en veel nieuwe spelers. Hoe heb je dat allemaal beleefd?

“Ik ben de ploeg vanaf de zijlijn uiteraard intensief blijven volgen. En ik zie beterschap. Alleen in de uitwedstrijd tegen KV Mechelen waren we echt kansloos, maar sinds die nederlaag loopt het beter. Ik heb het gevoel dat de ploeg in een positieve spiraal zit en dat we KV Mechelen in de tweede periode iets meer het vuur aan de schenen zullen kunnen leggen. Ik geloof absoluut in de kwaliteiten van onze spelers, we moeten vol voor die tweede periode gaan. Let op: ik ben onder de indruk van de kracht van KV Mechelen, maar wij hoeven ons niet te verstoppen. Dat is de foute ingesteldheid.”

MEER OVER K. Beerschot V.A.