Een team wetenschappers observeerde 609 deelnemers tussen de 18 en 50 jaar. Ongeveer de helft van hen waren mannen, de rest waren vrouwen. De vorsers splitsten de deelnemers op in twee groepen: een groep die minder koolhydraten moest eten en een groep die zich moest focussen op een lagere vetinname. Elke deelnemer diende het dieet een jaar lang vol te houden.

Gezond evenwicht

De eerste twee maanden moesten de proefpersonen hun dagelijkse koolhydraat- of vetinname beperken tot slechts 20 gram. Wat respectievelijk ongeveer overeenkomt met anderhalve snee volkorenbrood of een handvol noten. Na de tweede maand moest elke groep stapsgewijs kleine aanpassingen aanbrengen aan hun dieet. Concreet: geleidelijk 5-15 gram vet of koolhydraten toevoegen. Het doel? Een evenwicht bereiken zodat de mensen heel hun leven een gezond dieet kunnen volhouden. Aan het einde van de studie rapporteerden mensen met een vetarm dieet een dagelijkse gemiddelde vetinname van 57 gram in vergelijking met 87 gram voor de proefperiode. De diëters die koolhydraten minderden, kwamen op 132 gram koolhydraten per dag tegenover zo’n 247 gram.

Geen verschil

Na een jaar waren mensen uit de beide groepen gemiddeld 13 pond (bijna 6 kilogram) afgevallen. Er waren nog steeds onderlinge verschillen - de een verloor meer gewicht dan de ander. Maar het onderzoek suggereert wel dat de strategie om gewicht te verliezen door vetten of koolhydraten te schrappen een gelijkaardige uitkomst geeft.

Relatie met eten

“We hebben allemaal verhalen gehoord over een vriend die een bepaald dieet volgde dat prima werkte. Vervolgens probeerde een andere vriend hetzelfde dieet, en werkte het helemaal niet”, zegt Christopher Gardner, hoogleraar geneeskunde en de hoofdauteur van de studie. “Het komt omdat we allemaal anders zijn en nu pas beginnen we de redenen voor deze diversiteit te begrijpen. Misschien moeten we niet vragen wat het beste dieet is, maar wat het beste dieet is voor een individu.” De onderzoeker raadt mensen die gezond willen afvallen nog aan om zich aan enkele regels te houden en uiteindelijk hun relatie met voeding te veranderen. “Eet minder suiker, minder geraffineerde bloem en veel groenten. Ga voor volkorenproducten of vlees van grasgevoederde dieren”, klinkt het.