Direct naar artikelinhoud
nieuwsbiologische landbouw

Biologische melk levert melkveehouder inmiddels meer op dan gewone

Melkveehouders doen er niet alleen uit milieuoogpunt goed aan over te stappen op biologische landbouw. Al enige jaren is het ook financieel aantrekkelijker. Het bedrijfsresultaat van biologische bedrijven lag in 2016 gemiddeld 13 procent hoger dan dat van gangbare boeren.

Koning Willem-Alexander en minister Carola Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) vorige maand op bezoek bij het biologisch dynamische melkveebedrijf Natuurderij Keizersrande.Beeld ANP

Het is voor het eerst dat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) deze inkomensvergelijking maakt tussen de twee manieren van zuivelproductie. Dit deden de onderzoekers door over de periode 2011-2016 de landbouwtelling te koppelen aan aangiftecijfers van de Belastingdienst.

De uitkomsten laten zien dat een veelgehoord argument van reguliere boeren – dat ze wel milieuvriendelijker willen werken, maar alleen als ze ernaar worden betaald – niet opgaat voor melkveehouders die zouden overstappen op biologische productie. Tot 2015 lagen de bedrijfsresultaten van een gangbare zuivelboer nog wel hoger dan die van een biologische.

De belangrijkste reden voor de kanteling is het in 2013 loskoppelen van de biologische melkprijs van de gewone melk. Toen de melkprijs in 2015 en 2016 sterk daalde, bleef die van biologisch overeind. ‘Bio is vooral voor nationale consumptie en die is vrij stabiel’, zegt Dirk Strijker, landbouweconoom van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). ‘Terwijl gangbare melk last had, en heeft, van internationale concurrentie en daardoor schommelende prijzen.’

Enorme bak met geld

Het verschil van 10 cent per liter is nu nog altijd substantieel, benadrukt landbouweconoom van het CBS Cor Pierik. ‘Dat doet ertoe als je een miljoen liter melk produceert’, zegt hij. ‘100 duizend euro is een enorme bak met geld.’

Voor veel boeren was de lage melkprijs in 2015 en 2016 reden om over te stappen naar biologische productie. Bionext, de belangenbehartiger biologische producenten, becijferde in september dat in 2017 het aantal biologische melkveehouders steeg met 26,6 procent tot 481. In de eerste drie kwartalen van dit jaar steeg de omzet van biologisch met 1 procent, terwijl de gangbare melkveesector met 6 procent daalde.

Een belangrijke oorzaak voor de dalende omzet is het begin dit jaar ingevoerde fosfaatrechtenstelsel. Gangbare boeren moesten hun veestapel met 8,3 procent inkrimpen om onder het Europese fosfaatplafond te komen. Het resultaat was ruim 2 procent minder melkproductie.

Meer voor minder

Landbouwminister Schouten kondigde in september aan te willen breken met de Nederlandse landbouwpraktijk van steeds meer produceren tegen steeds lagere prijzen. Dat dit nog altijd de trend is, bleek uit een andere publicatie van het CBS dinsdag. Samen met Wageningen Economic Research becijferde het CBS dat de inkomsten in de gehele landbouw al ruim twintig jaar onder druk staan.

Zo steeg tussen 1995 en 2018 de productie met 25 procent, terwijl de inkomsten met 5 procent daalden. Dit is met name het gevolg van groeiende concurrentie op de wereldmarkt en de almaar lagere afzetprijzen die daarmee gepaard gaan. Ook de hogere prijzen voor aardgas en diervoer spelen de boeren en tuinders parten.

Het CBS-onderzoek naar biologisch versus gangbaar laat zien dat overstappen op milieuvriendelijker produceren in ieder geval voor melkveehouders een mogelijkheid is om uit deze zogenoemde ‘race naar de bodem’ te stappen. Het gemiddelde bedrijfsresultaat van een biologisch melkveebedrijf bedroeg in 2016 96 duizend euro, 11 duizend meer dan de doorsnee gangbare boer.

Aandeel marginaal

Het aandeel biologische zuivel blijft desondanks marginaal in Nederland. De omzet van de grofweg 17 duizend melkveehouders was in het derde kwartaal van dit jaar iets minder dan 1,4 miljard euro. Bijna 96 procent meer dan de 52,4 miljoen euro omzet van de biologische tak met circa 500 bedrijven.

Het krachtsverschil tussen biologisch en gangbaar geldt niet alleen voor zuivelproductie, maar voor de gehele landbouwsector in Nederland. Met circa 3 procent biologisch bungelt Nederland onderaan de lijst in Europa, blijkt uit cijfers van Eurostat. Koploper is Oostenrijk met meer dan 20 procent marktaandeel voor biologisch.

Pierik van het CBS wijt de achterstand van Nederland aan de gewenning aan lage voedselprijzen. Strijker van de RUG wijst op de subsidiëringsprogramma’s die veel buitenlandse overheden hebben om biologisch te stimuleren. ‘Hierdoor worden ook bedrijven de sector in geholpen die niet erg netjes werken’, zegt hij. ‘Daar hebben wij in Nederland dan weer geen last van.’

Boeren hadden beperkt last van zomerdroogte 

Het CBS bracht dinsdag met Wageningen Economic Research ook de eerste ramingen naar buiten over de landbouwopbrengsten van dit jaar. Die waren, ondanks de droogste zomer in tijden, minder schokkend dan verwacht. De totale productie daalde 1,4 procent. Met name de oogsten van snijmaïs, suikerbieten, aardappelen en uien vielen tegen. Maar door de hogere prijzen als gevolg van schaarste werd de lagere opbrengst voor de meeste gewassen nog enigszins gecompenseerd in het inkomen van boeren. De zogenoemde productiewaarde daalde met 1 procent.