Direct naar artikelinhoud
Opinie

De klassieke militaire dienstplicht is achterhaald

Joachim Pohlmann en Jonathan Holslag houden schietoefeningen in de Oostkantons.Beeld Tim Dirven

Vincent Cuypers & Vinsent Nollet zijn studenten wijsbegeerte aan de KU Leuven. Ze zijn redacteur opinie en hoofdredacteur bij studentenblad Veto.

en

Onlangs deden VUB-prof Jonathan Holslag en N-VA-woordvoerder Joachim Pohlmann stof opwaaien door reservist te worden bij het leger. In een interview tijdens hun opleiding pleit Holslag voor het herinvoeren van de dienstplicht. Jongeren zouden een halfjaar bij het leger en een halfjaar in de ontwikkelingssamenwerking tewerkgesteld worden, om "ervaring op te doen over onze sociale cohesie en de waarden en principes die ons samenhouden". Pohlmann is niet voor het idee gewonnen: jongeren die niet gemotiveerd zijn, zouden toch maar tegenwerken en de boel vertragen.

Het debat over vormen van dienstplicht moet gevoerd worden met de juiste argumenten en niet vanuit nostalgie naar "de goede oude tijd bij het leger". De klassieke militaire dienstplicht is achterhaald: meer dan ooit is defensie een kwestie van technologische innovatie en specifieke expertise. Met miliciens zonder doorgedreven opleiding kan een modern leger weinig doen, en jongeren motiveer je er inderdaad niet mee. Toch moeten we ons de vraag blijven stellen of, als onze waarden ooit écht bedreigd worden, we bereid zijn de wapens op te nemen.

Op dit moment echter lijken er meer problemen te zijn binnen de samenleving dan dreigingen aan de grens. Voor ‘sociale dienstplicht’ valt daarom meer te zeggen. Veel jongeren zijn op zoek naar een zinvolle bezigheid en misschien kan de overheid hen daarbij helpen. De Franse president Macron wil tegen 2019 zo’n burgerdienst invoeren voor 16-jarigen, bestaand uit een verplichte sociale stage van één maand, met de mogelijkheid om vrijwillig te verlengen. 

Vincent Cuypers.Beeld RV Bavo Nys
Vinsent Nollet.Beeld RV

In een meer en meer diverse en complexe samenleving lijkt het geen slechte zaak om jongeren eens even uit hun comfortzone te laten treden. Werken met mensen in armoede, ouderen of nieuwkomers; geen betere manier om jongeren te laten zien wat ons als burgers bindt. Ook op de arbeidsmarkt, die van starters reële ervaringen verwacht, kunnen jongeren daar de vruchten van plukken. Voor nieuwkomers is het een goede manier om de Belgische samenleving te leren kennen.

Een grote aanslag op de individuele vrijheid hoeft zo’n sociale stage niet te zijn. Goed burgerschap komt niet uit de lucht gevallen, daar moeten we elke dag samen aan willen werken. Dat jongeren geen zin zouden hebben in zo’n stage is daarbij geen argument: het gaat erom jongeren goesting te geven voor sociaal werk, niet om ze in kazernes op te sluiten.

Werken met mensen in armoede, ouderen of nieuwkomers; geen betere manier om jongeren te laten zien wat ons als burgers bindt

Rol van onderwijs

Over zulke stages moet worden nagedacht binnen het debat over burgerschap in het algemeen. Verplichte sociale stages zijn niet de enige manier om burgerzin bij te brengen. Ook het onderwijs kan een belangrijke rol spelen. Heel wat scholen ondernemen nu al sociale projecten, waarbij jongeren maatschappelijke taken opnemen, en er bestaan stemmen om een verplicht vak over samenlevingsthema’s te organiseren.

Veel jongeren nemen zelf initiatieven in velerlei sectoren, iets dat ook in het kader van sociale stages gevaloriseerd moet worden. De kampen en speelpleinen draaien overal op volle toeren. Het gaat erom jongeren te waarderen voor hun inzet en anderzijds hen die daar uit zichzelf niet toe geneigd zijn toch te laten proeven van de rijke samenleving. Over de organisatie, en een billijke vergoeding bijvoorbeeld, moet dan worden nagedacht.

Het is in elk geval geen slecht idee eens te vragen hoe jongeren er zelf over denken. Ja dus aan het debat over vormen van verplichte gemeenschapsdienst voor jongeren, maar in een modern kader. En laat de grauwe kazernes en het verbod op denken achterwege.

Het gaat erom jongeren te waarderen voor hun inzet en anderzijds jongeren te laten proeven van de rijke samenleving