Colruyt neemt maatregelen na wantoestandenen en gaat zélf slachthuizen controleren

© Belga

Runderen en varkens die met een stok geslagen worden, of kaalgeplukte kippen die amper bewegingsruimte hebben. De beelden van wantoestanden in de vleessector zijn ook bij Colruyt hard aangekomen. De warenhuisketen laat haar slachthuizen daarom nu zelf onaangekondigd doorlichten.

Myrte De Decker

Wantoestanden in het varkensslachthuis in Tielt, het runderslachthuis in Izegem en onlangs nog in de scharrelstallen van een eierproducent uit Wingene. Ook winkelketen Colruyt werd met de neus op de feiten gedrukt en kreeg vragen van verontruste klanten. De retailer legt zijn vleesleveranciers daarom nu zelf specifieke maatregelen rond dierenwelzijn op, en laat de slachthuizen zelf controleren.

“Sinds eind oktober laten we de 25 slachthuizen waarmee we samenwerken, onaangekondigd doorlichten door een extern bureau”, zegt Stefan Goethaert, ­directeur van de productieafdeling Colruyt Group Fine Food. “In 2016 werden in onze opdracht meer dan twintigduizend runderen en vierhonderdduizend varkens geslacht. Met zulke aantallen kunnen wij op het vlak van dierenwelzijn het verschil maken. De Dienst Dierenwelzijn en het FAVV moeten rapporten alleen met de betrokken bedrijven delen. Wij kenden daarvan de resultaten niet, en konden daarom ook niet reageren. Transparantie zou toch moeten inhouden dat de beschikbare informatie zo veel mogelijk gedeeld wordt.”

© foto Joren De Weerdt

Elke partner gelijk

De maatregel die Colruyt nu neemt, komt bovenop het convenant dat Vlaams ­minister van Dierenwelzijn Ben Weyts (N-VA) afsloot met sectorfederatie Febev. Maar dat legde een bijkomend probleem bloot: die overeenkomst geldt alleen in Vlaanderen. “We hebben inderdaad ook Brusselse en Waalse partners”, zegt Goethaert. “De facto zouden zij zich niet aan het convenant moeten houden. Wij verwachten dat zij dezelfde voorwaarden als de Vlaamse slachthuizen naleven. Ook zij zullen dus kritische punten in het slachtproces onder ­cameratoezicht moeten plaatsen, en een audit van de Thomas More hogeschool toestaan.”

Toch is het volgens Colruyt niet de bedoeling om de rol van de wetgevers of inspectiediensten over te nemen. “We kunnen en moeten zelf een aantal stappen zetten, maar we kunnen pas een verschil maken als we dat samen doen”, zegt Goet­haert.

Positieve vibe

Volgens Colruyt reageerden de slachthuizen positief op het nieuwe initiatief. “Er zijn altijd bedrijven die het beter doen dan andere. Nu kan iedereen van elkaar leren en kunnen we de algehele kwaliteit verbeteren. Voor de sector zelf is het belangrijk dat er weer een positieve vibe komt en de consument weer vertrouwen krijgt. Ook zij weten dat je alleen kwaliteitsvol vlees krijgt als in de hele keten respectvol met dieren omgegaan wordt.”

© BELGA

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen