VS begint met schoonmaak ernstig vervuild vliegveld in Vietnam
De Verenigde Staten zijn begonnen met de schoonmaak van een oude luchtmachtbasis in Vietnam. De basis werd tijdens de Vietnamoorlog gebruikt voor de opslag van het chemische middel Agent Orange. Het schoonmaken van vliegveld Bien Hoa kost de VS 162 miljoen euro.
Agent Orange werd door Amerikaanse gevechtsvliegtuigen over Vietnam gesproeid om bomen en planten van hun bladeren te ontdoen, om zo schuilplaatsen van de vijand te achterhalen. Tussen 1962 en 1971 kwam er zo’n 80 miljoen liter Agent Orange op Zuid-Vietnam terecht.
Het middel bevat het uiterst giftige dioxine. Blootstelling aan Agent Orange wordt dan ook gelinkt aan onder meer een hoger risico op kanker en geboorteafwijkingen. Volgens Vietnam zijn er na de oorlog 150.000 kinderen met ernstige afwijkingen geboren.
Onder en rondom vliegveld Bien Hoa is de grond ernstig vervuild door Agent Orange, waardoor het ook in nabijgelegen rivieren terechtkwam. Volgens de Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie USAID is het vliegveld “de laatste overgebleven hotspot” in Vietnam als het aankomt op dioxine.
“Dat twee voormalige vijanden samenwerken om deze moeilijke operatie uit te voeren is niets minder dan historisch”, zei de Amerikaanse ambassadeur in Vietnam, Daniel Kritenbrink, bij de start van de schoonmaakactie. Enkele jaren geleden werd al begonnen met het schoonmaken van een ander vliegveld.
De oorlog in Vietnam eindigde in 1975. Amerikaanse veteranen die zijn blootgesteld aan Agent Orange zijn door de overheid gecompenseerd. Inwoners van Vietnam hebben van deze regeling niet geprofiteerd. Ook heeft de VS nooit excuses aangeboden voor het gebruik van het middel. Een rechtszaak aangespannen door een groep Vietnamezen liep op niets uit. Zij wilden de Amerikaanse producenten van Agent Orange aansprakelijk stellen voor geleden schaden.