Direct naar artikelinhoud
PortretMacklemore

Na Black Lives Matter en lgbtq+-rechten springt Macklemore in de bres voor Palestina

Macklemore op Pukkelpop 2023.Beeld Stefaan Temmerman

Met de protestsong ‘Hind’s Hall’ wakkert Macklemore het gestaag groeiende muzikale protest tegen de oorlog in Gaza aan. De ‘Thrift Shop’-rapper is niet aan zijn proefstuk toe: eerder sprong hij in de bres voor Black Lives Matter en lgbtq+-rechten.

What is threatenin’ about divesting and wantin’ peace?”, rapt Macklemore, “Block the barricade until Palestine is free.” Het is niet lang zoeken naar de boodschap in ‘Hind’s Hall’, de nieuwe single van rapper Macklemore waarvan de titel verwijst naar het gebouw van Columbia University dat studenten bezetten uit protest tegen de genocide in Gaza. “Screamin’ ‘Free Palestine’ ’till they’re home at last”, klinkt het nog. Macklemore belooft de opbrengst van de song door te storten aan UNRWA, de VN-hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen.

‘Hind’s Hall’ - “het meest Rage Against The Machine-nummer sinds Rage Against The Machine”, volgens de gitarist van, euh, Rage Against The Machine - is het voorlopige uitroepteken achter het gestaag groeiende en steeds breder gedragen protest tegen Israël (en de Amerikaanse steun eraan) binnen de entertainment- en muziekindustrie – ook al doen de Taylor Swifts en Beyoncés van deze wereld er nog steeds het zwijgen toe. Terwijl de Britse band Idles met de regelmaat van de klok “Viva Palestina!” en “Ceasefire now!” scandeert tijdens hun concerten, eindigde Eurythmics-zangeres Annie Lennox haar performance op de Grammy Awards – een cover van Sinéad O’Connors (en Prince’) ‘Nothing Compares 2 U’ – met een opgestoken vuist en de woorden “Artists for ceasefire, peace in the world now!”.

Tijdens diezelfde uitreiking daagden de leden van Boygenius, de supergroep rond Phoebe Bridgers, op met een speld van het collectief Artists4Ceasefire. Tijdens de Oscar-uitreiking droeg onder meer Billie Eilish dezelfde speld. Abel ‘The Weeknd’ Tesfaye doneerde inmiddels al zo’n 4,5 miljoen dollar aan voedselbedelingen in Gaza. En nu is er dus ‘Hind’s Hall’: het nieuwste hoofdstukje in Macklemores muzikale strijd voor rechtvaardigheid.

Black Lives Matter

Benjamin Haggerty, zoals Macklemore bij de burgerlijke stand van Seattle staat ingeschreven, timmerde al acht jaar aan de weg toen hij in 2013 doorbrak met ‘Thrift Shop’, een nummer 1-hit die hij samen met producer Ryan Lewis maakte – de twee zouden tot 2017 samenwerken. ‘Thrift Shop’, dat het duo de popstratosfeer in lanceerde, moest het vooral van aanstekelijkheid hebben, en in zijn poging om de grapjas uit te hangen, ging Macklemore weleens uit de bocht: in 2014 trad hij op met een haakneus en een zwarte pruik en baard. De rapper ontkende aanvankelijk dat het een antisemitische karikatuur was – het was “een willekeurig kostuum” – maar bood nadien alsnog zijn excuses aan.

Toch mocht muziek voor Macklemore eerder al meer zijn dan oppervlakkige spielerei. ‘Same Love’, van op hun debuutalbum The Heist (2012), promoot lgbtq+-rechten: het werd uitgebracht in aanloop naar het Washington Referendum over de legalisering van het homohuwelijk. Toen het nummer vijf jaar later naar de Australische hitlijsten klom in aanloop naar een gelijkaardig referendum, doneerde Macklemore zijn deel van de opbrengst aan de steungroep Australian Marriage Equality.

Zijn onvoorstelbare succes als een – eerlijk is eerlijk – eerder middelmatige witte rapper die leek te kapitaliseren op de populariteit van een in oorsprong zwart genre, noopte hem er ook toe om het negen minuten durende ‘White Privilege II’ te pennen, een song over institutioneel racisme en Black Lives Matter. “We take all we want from black culture / But will we show up for black lives?”

Het was een poging om “het gesprek” aan te zwengelen, verklaarde Macklemore, en ondanks kritiek op ‘White Privilege II’ werd hij ook geprezen door zwarte collega’s, ook omwille van donaties aan organisaties als Black Lives Matter, Youth Undoing Institutional Racism en Black Youth Project 100. Volgens rapper Talib Kweli was het “exact wat activisten van white allies vragen met betrekking tot deze strijd. Hij praat tegen andere witte mensen op dit nummer. Hij laat zwarte stemmen aan het woord. He is dealing with the issue head on.”

Open brieven

Ook over andere kwesties liet Macklemore zich niet onbetuigd. Hij sprak zich meermaals uit tegen Donald Trump en verscheen aan de zijde van Barack Obama om de verslaving aan opioïden aan te kaarten – hij kampte zelf met alcohol- en drugsverslavingen. Ook vóór ‘Hind’s Hall’ sprak hij al zijn steun uit voor de Palestijnse zaak. Samen met onder meer Pulp, Geoff Barrow (Portishead), Zack de la Rocha en Tom Morello (Rage Against The Machine) en zo’n vierduizend andere artiesten ondertekende hij de open brief van het collectief Musicians For Palestine. Zijn naam prijkt ook naast die van onder anderen Dua Lipa, Michael Stipe (R.E.M.) en Jennifer Lopez onder een open brief aan de Amerikaanse president Joe Biden, waarin om een staakt-het-vuren wordt gevraagd.

Macklemore lijkt het stadium van beleefde open brieven inmiddels voorbij. “The blood is on your hands, Biden, we can see it all”, sneert hij in ‘Hind’s Hall’, “and fuck no, I’m not votin’ for you in the fall.” Terwijl het conflict tussen Kendrick Lamar en Drake op dit moment met méér aandacht gaat lopen dan de oorlog in Gaza, lijkt Macklemore vastbesloten om het muzikale protest van een nieuwe stroomstoot te voorzien. “What happend to the artist? What d’you got to say? / If I was on a label, you could drop me today”, klinkt het. “I want a ceasefire, fuck a response from Drake!” Of, zoals hij het ten tijde van ‘White Privilege II’ verwoordde in The Guardian: “Zolang ik mijn stem kan gebruiken voor een zaak die groter is dan mezelf, is er een reden om door te gaan.”