Eind januari 2022 bracht F.Z. (39) een bezoekje aan de Mechelse gevangenis omdat zijn broer A. (30) er was opgesloten. “Een penitentiair beambte die toezicht hield bij het bezoek merkte dat er tijdens de begroeting twee witte pakketjes werden overhandigd door F.”, zei procureur Catherine Van de Heyning. “Beide pakjes vielen op de grond en bij een controle van de inhoud ervan bleek het te gaan om 2,7 gram cannabis en 9,3 gram hasj.”

Amper enkele maanden later, eind mei 2022, liep A.Z. opnieuw tegen de lamp met drugs in de gevangenis. “Deze keer werd hij betrapt toen een andere persoon hem een bezoekje bracht. De vrouw in kwestie ontkende evenwel dat ze hasj had binnengebracht. A. zelf verklaarde dat hij de hasj bijhield voor andere celgenoten. Alles samen ging het om meer dan twintig gram.”

Procureur Catherine Van de Heyning kon allerminst lachen met het gedrag van de broers. “In de gevangenis zitten heel wat mensen die trachten van hun drugsverslaving af te geraken. Door drugs binnen te smokkelen verloopt dat hersteltraject voor verschillende mensen dan ook zeer moeilijk. En het maakt de gevangenis onveiliger”, foeterde ze.

Redelijke termijn

F.Z. vroeg om hem een werkstraf op te leggen. A.Z. gaf toe dat hij destijds een zware druggebruiker was. “Hij gebruikte dagelijks twee gram cannabis per dag. En dan kom je in de gevangenis en moet je het zonder die middelen stellen. Dat is allemaal niet vanzelfsprekend”, pikte advocaat Frédéric Thiebaut namens A.Z. in. “Anderzijds vind ik dat de redelijke termijn om tot een proces te komen overschreden is. Het gaat hier om feiten van 2022, we zijn vandaag 2024. Waarom hebben ze zo lang gewacht om dit voor de rechtbank te brengen?”

Ondertussen gaat het volgens de strafpleiter beter met zijn cliënt. “Hij heeft aan zijn verslaving gewerkt en gebruikt geen twee gram per dag meer. Hij rookt nu nog sporadisch een jointje”, klonk het.

De rechtbank velt een vonnis op 10 juni. (tdk)