Direct naar artikelinhoud
NieuwsDividendbelasting

Rutte III wil het dividendtrauma achter zich laten, maar de oppositie hamert nog even door

De terugtocht van Mark Rutte is compleet: de door de premier ooit zo vurig gewenste afschaffing van de dividendbelasting is definitief van de baan. In ruil krijgt het bedrijfsleven in Nederland lagere belastingen. De coalitie is opgelucht, de oppositie blijft kritisch.

Premier Rutte begin oktober tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad waarin hij bekendmaakte dat het kabinet de afschaffing van de dividendbelasting gaat ‘heroverwegen’.Beeld Freek van den Bergh / de Volkskrant

In een dikke week tijd heeft de coalitie een nieuwe bestemming gevonden voor de 1,9 miljard euro die aanvankelijk was ingeboekt om de dividendbelasting te schrappen. Tot verdriet van de oppositie gaat het kabinet dat bedrag nagenoeg volledig inzetten om de lastendruk voor het bedrijfsleven verder te verminderen.

Bijna driekwart van het vrijgekomen geld wordt gebruikt om de vennootschapsbelasting nog meer te verlagen dan eerder al was afgesproken. Het tarief voor bedrijfswinsten onder de 200.000 euro zakt op termijn van 16 procent naar 15 procent. Vooral het midden- en kleinbedrijf profiteert daarvan. Bij winsten boven de 200.000 euro gaat het tarief naar 20,5 procent, in plaats van de 22,5 procent die stond ingepland.

Multinationals profiteren daarnaast van een nieuwe overgangsfase voor de eerder aangekondigde versobering van de ‘expatregeling’. Bedrijven mogen onder het huidige regime acht jaar lang 30 procent van de lonen van de buitenlandse werknemers belastingvrij uitkeren. Het kabinet gaat die periode terugbrengen naar vijf jaar, maar stelt de maatregel nu wel twee jaar uit. Verder komt er meer geld voor innovatie en wordt de belastingverzwaring voor directeuren-grootaandeelhouders iets verzacht. Ook de werkgeverslasten op arbeid gaan vanaf 2021 met 200 miljoen omlaag.

Gezichtsverlies beperken

Premier Mark Rutte benadrukte maandag dat al het vrijgekomen geld op deze manier nog steeds volledig naar het verbeteren van het vestigingsklimaat gaat. Zo lijkt hij ook zijn eigen gezichtsverlies te willen beperken. De premier beweerde het afgelopen jaar keer op keer dat het schrappen van de dividendbelasting bittere noodzaak was om internationale bedrijven te behouden of juist naar Nederland te lokken. Het nieuwe pakket moet volgens Rutte hetzelfde doen, ‘maar hopelijk met meer draagvlak in de samenleving’.

Dat het dividendplan gedoemd was om te sneuvelen, werd al duidelijk toen Unilever begin oktober aankondigde zijn hoofdkantoor toch niet volledig naar Rotterdam te verhuizen. Nog dezelfde dag besloot Rutte om zijn plan te ‘heroverwegen’, iets wat hij ondanks de almaar aanzwellende kritiek vanuit de samenleving een jaar lang had geweigerd. De premier hield maandag desondanks vol dat de dividendmaatregel niet volledig gericht was op Unilever. De beslissing van de multinational was volgens hem ‘wel een belangrijke testcase’ om te kijken of het plan het beoogde effect zou hebben. ‘In zoverre was het relevant.’

Beter te verdedigen

Rutte moet deze week nog één lastig Kamerdebat doorstaan om het hoofdpijndossier te kunnen sluiten. De oppositie zal dinsdag of woensdag opnieuw zijn geloofwaardigheid ter discussie stellen, maar de premier zelf deed maandag al laconiek over de schade die hij heeft opgelopen. ‘Mijn baan bestaat uit het verzamelen van krassen.’ Het dividendplan noemt hij nog steeds ‘verdedigbaar’.

Achter de schermen is er bij de coalitiepartijen wel opluchting te bespeuren nu de meest omstreden maatregel van Rutte III definitief van de baan is. Het nieuwe pakket is voor de coalitie beter te verdedigen, zo valt te horen. Niet alleen de multinationals profiteren, maar ook kleinere ondernemers. De regeringspartijen VVD, CDA en ChristenUnie pleitten in hun verkiezingsprogramma’s bovendien al voor een verlaging van de vennootschapsbelasting. Alleen D66 was dat voor de verkiezingen niet van plan.

De oppositie is tevreden dat de dividendbelasting in stand blijft, maar is kritisch over de besteding van de vrijgekomen 1,9 miljard. PVV, FvD en 50Plus hadden belastingverlaging liever aan burgers gegund. ‘De mensen thuis hebben het veel harder nodig,’ aldus PVV-leider Geert Wilders. De linkse oppositie wil het vrijgekomen geld juist besteden aan de publieke sector. ‘Het kabinet blijft de pinautomaat van het bedrijfsleven’, meent PvdA-leider Lodewijk Asscher. 

Een paar telefoontjes en het dividendplan implodeert

Het kabinet gaat de afschaffing van de dividendbelasting ‘heroverwegen’, maakte premier Rutte begin deze maand bekend. Een Haags eufemisme om niet te hoeven zeggen dat het plan dood en begraven is. Rutte geloofde er tot het diepst van zijn vezels in, totdat Unilever op 5 oktober belde. Een reconstructie.

Het kabinet heeft plots 1,9 miljard euro te besteden. Wat nu?

De heroverweging van het dividendplan zadelt het kabinet op met een hoogst ongebruikelijk politiek luxeprobleem: opeens is er per 2020 een jaarlijks te besteden bedrag van 1,9 miljard euro over op de begroting. Een bedrag waarvoor nu een nieuwe bestemming gevonden moet worden.

En klik die 1,9 miljard vooral zelf eens bij elkaar

Denk je: ik weet een veel betere bestemming voor die 1,9 miljard euro, dan kun je hier je eigen pakket bij elkaar klikken

Draai Unilever zet kabinet in zijn hemd: is er nog een weg uit dividenddoolhof zonder gezichtsverlies?

Unilever verhuist het hoofdkantoor toch niet naar Nederland, maakte het bedrijf op 5 oktober bekend. Daarmee hebben de Britse aandeelhouders van Unilever Mark Rutte en zijn kabinet een flinke loer gedraaid.

Nederland kan dat vermaledijde grootbedrijf goed gebruiken

Onder druk van grote bedrijven werd de afschaffing van de dividendbelasting een kabinetsvoornemen. En doordat Unilever toch niet naar Nederland kwam, werd het voorstel weer ingetrokken. Weg met het grootbedrijf? De stemming is ernaar, maar laten we hopen dat die gauw weer omslaat. Want Nederland kan dat vermaledijde grootbedrijf goed gebruiken, schrijft Frank Kalshoven in deze column.