Een doordeweekse dag vorige week in de Ronde van de Algarve. Stybar keuvelt aan de bus van Quick Step Floors. Luchtig, ontspannen, fris in hoofd en benen. Zoals het hoort voor een renner in deze februaridagen.

Toch is het ooit anders geweest voor Stybar. Het was in 2012 en de Tsjech van Quick Step had krek hetzelfde plan opgevat als Wout van Aert vandaag. Eerst een drukke crosswinter, dan het WK veldrijden, vervolgens er nog snel een crossweekend aanplakken om dan in één directe lijn het Vlaamse voorjaar in te stappen. “Maar nog vóór het WK, in Koksijde toen, moest ik dat al opgeven”, herinnert hij zich. “Ik had er nochtans alles op afgesteld. Ik had zelfs een flat gehuurd op Mallorca waar ik tussen de crossen in verbleef, puur om aan mijn basisconditie te werken. Tot ik voor het WK ziek werd en de ploeg en ik beseften dat het niet realistisch was. Ik was mentaal en fysiek op. Uiteindelijk heb ik het hele voorjaar overgeslagen en ben ik pas in mei in de Vierdaagse van Duinkerke gestart.”

Meteen voor winst

Het verklaart de twijfels die Stybar heeft bij het plan van Van Aert. “Toegegeven, Wout is een enorm sterke renner. Met zulke renners weet je nooit. Het kán dus lukken.”

Maar wel op één voorwaarde. “Hij moet met de juiste bedoeling aan het voorjaar starten. Zit het in zijn kopke dat hij meteen wil meedoen voor winst, dan vrees ik ervoor. Maar gaat hij het rustig aan doen en beschouwt hij dit voorjaar als een extra kans om ervaring op te doen voor volgend jaar, dan geloof ik er wel in.”

Dat Van Aert zelf graag benadrukt dat hij zich geen druk zal laten aanpraten, doet Stybar het beste verhopen. Maar ook daar heeft hij een bedenking bij. “Uiteindelijk blijft Van Aert een wereldkampioen. Ga je je dan zomaar schikken in een anonieme rol in die Vlaamse wedstrijden? Ook weer niet evident.”

Bovendien brengt het sowieso extra druk mee als je – een deel van – je veldritseizoen opgeeft. Stybar heeft dat ook ervaren. “Als ik de voorbije jaren die ene grote klassieker nog niet heb gewonnen, is het misschien omdat ik te veel wilde en te veel trainde. Je beseft namelijk: ik had ook in de cross kunnen blijven, meer geld verdienen en elk weekend meedoen voor winst. Daardoor ga je je zelf druk opleggen. Je wil niet falen.”

Maar vooral wordt het aanpassen. Niet aan de aard van de wedstrijden. “Wout heeft al wegwedstrijden gewonnen. Dat beheerst hij wel.” Stybar denkt eerder aan de tegenstand. Van Aert beweerde in het verleden altijd dat er geen ‘stille periodes’ in de koers meer bestaan en dat hij ook in de wegwedstrijden die hij reeds won altijd op uiterst gemotiveerde tegenstanders stootte. Dat wil Stybar toch nuanceren. “In het verleden begon Van Aert altijd in mei aan zijn wegseizoen. Op een moment dat veel wegcoureurs een eerste piek achter de rug hebben, net wat rust hebben ingelast en opnieuw beginnen opbouwen richting tweede seizoenshelft. Dan begin je op gelijke voet.”

“Nu heeft Wout zijn piek al achter de rug, anders word je geen wereldkampioen. Terwijl hij het moet opnemen tegen een peloton dat zich de hele winter specifiek heeft voorbereid op het voorjaar. Een groot verschil. Iedereen is zó gemotiveerd.”

Stoppen na Koppenbergcross?

Om nog te zwijgen over de vereiste parcourskennis én de afstand. Stybar had een jaar of twee nodig om het allemaal onder de knie te krijgen. “De volgende weken krijg je een gevecht voor elke bocht en elke berg. En 200 kilometer zal geen probleem zijn, maar in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix gaat het over 260 kilometer en meer. En dat twee maanden na een drukke crosswinter? Ik hoop echt voor hem dat het lukt. Maar mentaal en fysiek gaat hij het moeilijk krijgen.”

Reden waarom Stybar ervan overtuigd is dat Van Aert zijn schema van dit jaar de volgende jaren onmogelijk kan aanhouden. Een drukke crosswinter én een Vlaams voorjaar: je kan dat niet blijven combineren. “Op den duur moet je kiezen. Ook Van Aert. Misschien dat een beperkte combinatie nog kan. Dat hij bijvoorbeeld in het veld kan blijven tot de Koppenbergcross op 1 november. Maar wil hij echt meedoen op de weg, dan zal hij december en januari nodig hebben om zich daarop voor te bereiden. Je moet een keer recupereren. Ook mentaal. Anders hou je het nooit vol.”