Kabinet: Het gaat bij de VN te veel over Israël
Den Haag
Hiermee doelt de bewindsman op de vaste agenda die tijdens vergaderingen van de VN-Mensenrechtenraad gebruikt wordt. Op punt zeven staat altijd een bespreking van ‘Israël en de mensenrechtensituatie in Palestina en andere bezette Arabische gebieden’.
Volgens Blok zou dit echter geen apart agendapunt moeten zijn, en kan de Palestijnse situatie besproken worden in het algemene deel van de vergadering.
Hiermee sluit Nederland zich aan bij de kritiek van de Verenigde Staten op de vaste agenda. De Amerikanen besloten onlangs uit de Mensenrechtenraad te stappen. De raad ziet toe op de naleving van de mensenrechten in 193 landen.
vijandigheid tegen Israël
Volgens de Verenigde Staten heerst er in de raad ‘obsessieve vijandigheid tegen Israël’, en is het overlegorgaan van de Verenigde Naties een ‘beerput van chronische vooringenomenheid tegen Israël’. De raad heeft Israël vaker veroordeeld dan alle andere lidstaten samen; vorig jaar twintig keer, tegenover zes veroordelingen van onder andere Iran, Myanmar en Syrië.
‘Het kabinet is van mening dat de Mensenrechtenraad een zeer relevant VN-orgaan is waarin belangrijke resultaten zijn geboekt’, schrijft Blok in antwoord op vragen van SGP, PVV en ChristenUnie.
Die partijen wilden weten of Blok de raad ook ziet als ‘vooringenomen kritisch jegens Israël’. De bewindsman wijst op resoluties voor de vrijheid van godsdienst, meningsuiting en voor de gelijke rechten voor vrouwen en homoseksuelen. Maar: ‘Wel vindt het kabinet dat de Mensenrechtenraad niet zonder tekortkomingen is en zou moeten worden versterkt en hervormd.’
Dat slaat niet alleen op de agenda, maar ook op ‘de kwaliteit van het lidmaatschap’ van de raad. De VN-Mensenrechtenraad bestaat uit 47 leden, die steeds wisselen. Sommige van die landen hebben een zeer slechte reputatie op het gebied van mensenrechten, zoals China, Saudi-Arabië en Egypte.
niet buitenspel
Om dat te verbeteren, wil Nederland dat kandidaat-leden motiveren waarom ze lid willen worden van de VN-Mensenrechtenraad. De gedachte is dat de andere leden, die stemmen over hun toelating, daardoor een betere beslissing kunnen nemen. ‘Verder stimuleert Nederland (constructieve) landen om zich te kandideren. Dit om de keuze tussen potentiële leden te vergroten.’
Het kabinet is niet van plan de VS te volgen door uit de Mensenrechtenraad te stappen. Nederland heeft zich juist kandidaat gesteld om van 2020 tot 2022 lid te zijn van de raad, schrijft Blok. ‘Het kabinet wil zichzelf niet buitenspel zetten, maar wil juist in gesprek blijven in de Mensenrechtenraad, ook met de moeilijke landen.’ <