Direct naar artikelinhoud
Opinie

Bedankt voor de gamechangers, Mario Draghi

Hans Bevers.Beeld RV

Hans Bevers is hoofdeconoom bij Bank Degroof Petercam.

Voorzitter Mario Draghi bevestigde donderdag dat de Europese Centrale Bank een punt zet achter haar aankoopprogramma van overheids- en bedrijfsobligaties. Dat programma, beter bekend als quantitative easing (QE), ontlokt nog steeds controverse. Toch waren de gevolgen overwegend positief.

Begin januari zal de euro zijn twintigste verjaardag vieren. Althans in digitale vorm, want de munten en geldbriefjes zitten pas sinds 2002 in onze portefeuille. Maar nog geen tien jaar later bleef er van die hele ‘euroforie’ weinig over. De grote recessie van 2008-2009 beukte zwaar in op de broze fundamenten van de muntunie. In die mate zelfs dat de hele constructie onderuit dreigde te gaan. “Wat meestal gebeurt, is niet het onvermijdelijke maar wel het onvoorspelbare”, zei de Britse econoom Keynes. Dat klopt, maar in dit geval was het eerder omgekeerd. Veel economen hadden namelijk al veel vroeger gewaarschuwd voor de onderliggende instabiliteit. En ook de rol van de ECB stuitte van meet af aan op kritiek. Zo schreef het Britse weekblad The Economist in 1998 dat die de hoognodige doortastendheid zou missen in crisistijden.

Twee gamechangers

Zo geschiedde. Uiteindelijk slaagde de ECB er pas in de zomer van 2012 in om de financiële markten te kalmeren. Met zijn inmiddels beroemde ‘whatever it takes’-speech maakte kersvers voorzitter Draghi duidelijk dat het verlieslatend zou zijn om te blijven speculeren op een verdere prijsdaling van Zuid-Europees staatspapier. En dat zonder dat er ook maar 1 euro aan te pas kwam. Eindelijk nam de instelling haar rol als ultieme geldschieter serieus. Een gamechanger. Maar daarmee was de kous niet af. De ECB liep immers nog altijd achter de feiten aan. Want de Amerikaanse, de Britse en de Japanse centrale bank waren intussen al overgeschakeld op het effectief aankopen van grote hoeveelheden overheidspapier. Zo ontstond een groot contrast met het Europese beleid. Straffer nog, terwijl de balans van haar collega’s alsmaar groter werd, kromp de balans van de ECB in de jaren 2013 en 2014 met meer dan 1.000 miljard.

Pas in 2015 startte de ECB haar eigen aankoopprogramma op. Die tweede gamechanger was de voorbode van een mooie conjunctuuropleving. Inderdaad, de laatste jaren zette de eurozone eindelijk een deftige economische inhaalbeweging in. De ommezwaai van de ECB was hier niet vreemd aan, en wel om een drietal redenen. Eerst en vooral resulteerde de daling van de langetermijnrente in een versoepeling van de kredietvoorwaarden. Met name in de economisch fel geplaagde periferielanden zorgde dit voor een zeer welgekomen steun en verlichting. Een tweede gevolg was dat de euro in waarde daalde ten opzichte van de munten van de belangrijkste Europese handelspartners, wat zich vertaalde in betere exportcijfers en een sterkere economische groei. En ten derde zorgde het aankoopprogramma ervoor dat de frequente onrust op de financiële markten, bijvoorbeeld over Italië, werd gekanaliseerd.

De economische activiteit toont duidelijke tekenen van aarzeling tegen de achtergrond van een vertragende wereldhandel, en het risico van een harde brexit is nog niet van de baan

Geen vaarwel, maar tot ziens

Na vier jaar van actieve en succesvolle interventie in de financiële markten, zet de ECB nu een punt achter haar QE-beleid. Dit betekent evenwel niet dat het monetaire beleid nu plotsklaps verstrakt. Ten eerste koopt de ECB de overheidsobligaties die komen te vervallen gewoon weer op. Bovendien is een eerste renteverhoging maar voor ten vroegste einde zomer 2019 voorzien. Tenminste, als alles volgens plan verloopt. Want de economische activiteit toont duidelijke tekenen van aarzeling tegen de achtergrond van een vertragende wereldhandel en het risico van een harde brexit is nog niet van de baan. Intussen blijft de inflatie hardnekkig laag. 

De ECB blijft ook waakzaam voor eventuele nieuwe paniek rond Italië. Als Italiaan zal Draghi het zeker nauwlettend opvolgen, ook al zit zijn termijn er in oktober op, misschien zonder één renteverhoging in acht jaar. Hoe dan ook, de rente zal structureel laag blijven. Daarom zal QE, ooit bestempeld als uitzonderlijk en onconventioneel, in de toekomst opnieuw worden ingezet.