Het afgelopen jaar verliep rommelig voor de derdelanders uit Oekraïne. Derdelanders zijn mensen die in het door oorlog geteisterde land verbleven op basis van een tijdelijke vergunning. Zij vielen eerst onder hetzelfde beleid als andere vluchtelingen uit Oekraïne, maar het kabinet besloot dat vorig jaar zomer terug te draaien. De derdelanders moesten daardoor asiel aanvragen of vertrekken.
De Raad van State, de hoogste rechter van Nederland, oordeelde in januari dat het demissionaire kabinet de regels voor derdelanders wel mocht veranderen. Maar daarna werden opnieuw rechtszaken gevoerd en bleek dat er onduidelijkheid was over één zinnetje uit het besluit.
Dat leidde ertoe dat de Raad van State terugkwam op zijn eerdere oordeel. Ook de hoogste rechter van Nederland zag dat de regels op meerdere manieren geïnterpreteerd konden worden en daarom moet er nu worden gewacht op het besluit van de hoogste rechter van Europa.
Wegsturen was volgens Van der Burg 'rechtmatig'
Honderden derdelanders die al naar de rechter waren gestapt, mochten daardoor al blijven tot er uitsluitsel is vanuit het Europees hof. Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg trekt die lijn nu door voor alle derdelanders die nog in Nederland waren. Zij mogen voorlopig blijven, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
Enkele gemeenten hadden de derdelanders al weggestuurd vanuit de gemeentelijke opvang. In zijn brief benadrukt Van der Burg dat deze gemeenten dat destijds "rechtmatig" hebben gedaan. Het is niet bekend hoeveel derdelanders er nu nog in Nederland verblijven.