Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSeksuele gezondheid

Ze kreeg twee keer chlamydia. Dat is geen toeval. ‘Mannen zijn soms verontwaardigd dat ik condooms op zak heb’

Arrangement of condoms in bright colorsBeeld Getty Images

Het aantal seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) neemt toe in België. Chlamydia komt het vaakst voor, maar ook gonorroe is aan een opmerkelijke opmars bezig. Omdat er meer getest wordt, ja, maar experts waarschuwen ook voor ‘condoommoeheid’. ‘Mijn friend with benefits verzekerde me nochtans dat hij zich had laten testen.’

De cijfers van gezondheidsinstituut Sciensano zijn gebaseerd op nog onvolledige data van vorig jaar, maar de tendens is duidelijk: net als in andere Europese landen komen soa’s steeds meer voor in ons land.

Chlamydia is de meest voorkomende soa: vorig jaar waren er naar schatting 195 diagnoses op 100.000 vrouwen, en 176 op 100.000 mannen. Omgerekend gaat hem om een stijging van respectievelijk 15 procent en 31 procent ten opzichte van 2019.

De steilste vlucht is evenwel voor de tweede meest voorkomende soa: gonorroe. Bij mannen noteert Sciensano een stijging van 93 procent ten opzichte van vijf jaar geleden, bij vrouwen gaat het om 145 procent meer diagnoses. Ondanks die forse stijging komt gonorroe nog steeds drie keer zo vaak voor bij mannen dan bij vrouwen. Op plaats drie staat syfilis, dat nog steeds hoofdzakelijk een mannenaandoening is, maar de voorbije jaren opvallend vaker bij vrouwen werd gediagnosticeerd.

Volgens het Vlaamse expertisecentrum voor seksuele gezondheid Sensoa stijgen die cijfers om diverse redenen. “Die hausse is al een tiental jaren bezig, maar de laatste jaren zijn soa’s die vrijwel alleen voorkwamen bij mannen die seks hebben met mannen ook gevonden bij jonge vrouwen en heteromannen”, vertelt Veerle Doossche, beleidsmedewerker bij Sensoa. “De redenen worden nog onderzocht, maar dat er meer getest wordt, speelt een rol. Mensen zijn zich ervan bewust dat ze zich na een risicovol contact best laten testen, en ook artsen stellen dat sneller voor. Verder is condoommoeheid mogelijk een ding, bijvoorbeeld bij homomannen, die doorgaans heel consciëntieus met hun seksuele gezondheid omgaan.”

Sinds het gebruik van PrEP (pre-exposure prophylaxis) is toegenomen, pillen die je preventief kan slikken om een hiv-besmetting te vermijden, laat een deel van de mannen een condoom mogelijk makkelijker achterwege, zegt Doossche. “Ze ervaren een vals veiligheidsgevoel, want ze kunnen nog steeds een soa oplopen. Bovendien zijn er meer mensen die experimenteren met hun seksualiteit en met open relaties. Of met chemsex, de trend om drugs te nemen tijdens seks, wat tijdens het heetst van de strijd voor een vertroebeld beoordelingsvermogen kan zorgen. Ook de pandemie speelt een rol. De jeugd zat thuis, kon minder experimenteren en kreeg misschien ook minder preventieboodschappen te horen.”

Friends with benefits

Na een lange monogame relatie kreeg studente Laura twee keer een chlamydiadiagnose. “Ik had seks met een friend with benefits die me verzekerde dat hij zich had laten testen. Ik nam de pil, dus ik dacht dat het wel oké was om geen condoom te gebruiken”, vertelt ze. “Bleek dat hij ook nog seks had met een ander meisje, en dat zij positief had getest. Ik moest één pilletje nemen, maar een jaar later liet ik een spiraal plaatsen en testte ik opnieuw positief. Ik moest toen een zevendaagse antibioticakuur volgen. Nu heb ik zelf condooms op zak, waarop mannen soms verontwaardigd reageren, alsof ik suggereer dat ze sowieso een soa hebben. Misschien zijn vrouwen er meer mee bezig omdat de gevolgen voor hen toch vaak groter zijn.”

In sommige gevallen lopen vrouwen effectief een groter risico, zo bevestigt Marie-Angélique De Scheerder, infectioloog bij UZ Gent. “Vrouwen die besmet zijn met gonorroe of chlamydia hebben vaak geen of minder uitgesproken klachten waardoor die soa’s lange tijd ongemerkt aanwezig zijn en, zeker in het geval van chlamydia, voor verminderde fertiliteit kunnen zorgen door een chronische ontsteking van de eierstokken.”

Antibioticaresistentie is dan weer voor niemand goed nieuws. “Voor de behandeling van gonorroe moeten we vaak zware tweedelijnsantibiotica voorschrijven omdat de eerstelijnsantibiotica niet efficiënt genoeg meer zijn”, zegt De Scheerder. “Zolang mensen denken dat soa’s een onschuldig ver-van-mijn-bedverhaal zijn, zullen niet alleen het aantal diagnoses stijgen, maar ook de antibioticaresistentie, en bijgevolg ook de druk op het zorgsysteem.”

Directly above view of many ready-to-use red condoms on yellow colored backgroundBeeld Getty Images

Om die druk te verlichten, werkt het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) aan een online platform dat mensen die een seksueel risico hebben gelopen, maar (nog) geen symptomen hebben, de mogelijkheid biedt om zich te laten testen. “Test2Know zit nog in een proeffase, maar de bedoeling is om het platform over een paar jaren te integreren in de reguliere, terugbetaalde zorg”, legt Irith De Baetselier uit, onderzoeker bij ITG. “Om een goede risico-inschatting te maken, zullen mensen eerst een vragenlijst invullen. Wie symptomen heeft, raden we aan meteen naar de huisarts te gaan. We willen niet onnodig veel gaan testen, dus wie de hiv-preventiepil neemt, zal niet kunnen deelnemen. En als je geen groot risico hebt gelopen, bijvoorbeeld tijdens groepsseks, testen we niet op syfilis. Wie wel in aanmerking komt, krijgt een kit toegestuurd. Je neemt thuis staaltjes af – een blood-self-sampling-toestelletje zijn we ook aan het ontwikkelen – en je stuurt ze naar een gecertificeerd labo.”

“Zulke online platformen bestaan al, vooral in Nederland, maar we zien dat die op een heel commerciële manier te werk gaan”, schetst De Baetselier. “Je kunt je er voor àlles laten testen, ook voor infecties die heel veel voorkomen, maar weinig schadelijk zijn. Met zo’n uitvoerige test ben je makkelijk honderd euro kwijt. Bovendien is de opvolging zo goed als onbestaande. Klanten krijgen enkel een e-mail met de boodschap: ‘U hebt deze soa. Ga naar een arts.’ Wij willen die koppeling naar een arts zeer concreet maken, zodat mensen echt geholpen worden. Als we ons platform dan ook nog eens kunnen linken met Partner Alert, een online applicatie waarmee je je (ex-)bedpartners op anonieme wijze kunt laten weten dat ze zich best laten testen, is de cirkel rond.”

Het Groot Condoomonderzoek

Ondertussen werkt ook Sensoa aan een manier om de Belg veiliger naar bed te helpen gaan. De resultaten van Het Groot Condoomonderzoek zijn er pas in september, maar een paar algemene tendensen zijn wel al zichtbaar. “Soms denken mensen dat ze minder vatbaar zijn voor soa’s”, vertelt onderzoeker Eva Koppen. “Hetero’s die na een lange relatie weer daten, denken dat soa’s enkel jonge mensen of homomannen overkomen. En wie een tijdje exclusief aan het daten is, laat het condoom vaak vallen op basis van een subjectief vertrouwen in de gezondheid van de ander. Zonder een objectieve test dus. Ook het gevoel dat een condoom een mentale en fysieke barrière opwerpt, speelt een rol.” Er is één groep die wel terugvalt op condooms: jonge dertigers in een vaste relatie. “Door hormoonmoeheid stappen vrouwen af van de pil en het spiraaltje en doen ze aan periodiek condoomgebruik, in combinatie met de kalendermethode.”

Externe stimulansen die de risico’s van soa’s tegen het licht houden, lijken zeer welkom, maar met het verdwijnen van specifieke eindtermen over seksuele gezondheid gebeurt in middelbare scholen net de omgekeerde beweging. Annelies Van Den Haute, klinisch psycholoog en seksuoloog, is aan haar laatste jaar seksuele voorlichting bezig op het Óscar Romerocollege in Dendermonde. “Nu is het nog een keuzevak voor de zesdejaars Doorstroom (het vroegere ASO) maar binnenkort is seksuele vorming geen aparte entiteit meer en mogen relaties en seksualiteit in elk vak aan bod komen. In een vak als psychologie is dat haalbaar, maar voor wiskunde is dat veel moeilijker”, reageert Van Den Haute.

Ze studeerde amper tien jaar geleden af, maar herinnert zich haar voorlichtingslessen als zeer sec. “Het was in de les biologie en het ging eigenlijk meer over de voortplanting, en enkel over penis-en-vaginaseks. Orale seks of masturbatie kwamen helemaal niet aan bod”, kijkt ze terug. “Voorlichting heeft heel lang een puur biologische leidraad gehad: word niet zwanger, seks is gevaarlijk.”

Zelf pakt ze het helemaal anders aan. Ze schuift geen condoom over een banaan, maar over een demonstratiepenis, en ze kiest voor totale openheid. “Flirten, relationele problemen, seksuele identiteit... Al die thema’s komen aan bod, maar ook naar soa’s zijn ze nieuwsgierig, sommigen al meer dan andere. Ze weten dat soa’s bestaan, maar zijn vooral bang om zwanger te worden: ‘Ik neem al de pil, wat moet ik dan nog met een condoom?’ Ze hebben al gehoord over koortsblaasjes, maar dat ze dan geen orale seks mogen geven of ontvangen, weten ze vaak niet. Ze weten dat hiv en aids bestaan, maar voor velen is het iets dat enkel homoseksuele mannen kan overkomen. De ene denkt dat aids per definitie een dodelijke ziekte is, de andere weet niet dat er medicatie bestaat.”

“Ik probeer het interactief aan te pakken, via spelletjes, concrete casussen en rollenspellen waarin geen enkele vraag wordt geschuwd. Het is de enige manier om seks en soa’s uit de taboesfeer te krijgen, en ervoor te zorgen dat ze later ook met hun partner de heikele thema’s durven aankaarten, zoals: ‘Doe jij ook nog een soa-test?’”

Dat er rond soa’s nog steeds een stigma hangt, weet ook De Scheerder: “Zowel voor patiënten als voor zorgverleners blijft het een tricky onderwerp. Veel huisartsen schrijven soa’s nog steeds toe aan de ‘oude’ risicocategorieën, maar iedereen die onveilige seks heeft, is een risicopersoon. Ook die 45-jarige die net uit een huwelijk komt.”