© Photo News

Renaud Hardy over moordpoging op A. H.: “Ik had geen notie van tijd en dimensie”

De derde dag van het assisenproces tegen seriemoordenaar Renaud Hardy stond woensdagvoormiddag bijna volledig in het teken van de moordpoging op A. H., een dokteres uit Bonheiden. Die feiten pleegde hij in de nacht van 29 op 30 september 2014. Hij probeerde er in te breken, maar dat mislukte.

DVD

Bij zijn videoverhoor op 13 november 2017 liet hij geen twijfel bestaan over wat hij van plan was geweest bij A. H.: “Haar vermoorden”. Tijdens de zitting van het assisenhof in Tongeren was hij een stuk minder duidelijk. “Als ik daar binnen had gewild, was ik binnen geraakt”, zei hij. “Ik had het gerief in mijn auto liggen. Ik heb daar wat kattenkwaad uitgestoken, meer niet.”

DNA op schroevendraaier

Hardy vertelde dat hij die avond kortsluiting had gemaakt door twee schroevendraaiers in een stopcontact in de tuin te steken. Daarna ging hij op de deur ‘doefen’, maar A. H. kwam niet naar buiten. Ze deed pas een dag later aangifte van de feiten, nadat ze de beschadigingen aan haar deur had opgemerkt. In de tuin werd één van de schroevendraaiers gevonden. Daar zat het DNA van Hardy op, maar op dat moment konden de speurders nog geen identiteit op dat DNA kleven. Wel kwam het overeen met het DNA dat was gevonden in het huis van de eerder vermoorde Maria Walschaerts. Pas later kon Hardy aan beide feiten worden gelinkt. Bij een huiszoeking in Hardy’s appartement werd er ook een bijna identieke schroevendraaier gevonden als die in de tuin van A. H.

Hardy kreeg een aantal specifieke vragen over die feiten, maar zegt zich veel niet meer te kunnen herinneren. “Ik had geen notie van tijd en dimensie”, zegt hij. Ook hoeveel cocaïne hij die avond had gesnoven, weet hij niet meer. Hij legde wel uit dat hij meestal 0,67 gram cocaïne per dag snoof, opgedeeld in vijf lijnen.

Ook in witte villa

Woensdag was hij ook een stuk minder duidelijk over het gezin dat hij had willen uitmoorden. In zijn videoverhoor in november vorig jaar verklaarde hij dat hij op de avond van de feiten bij A. H. eigenlijk op zoek was geweest naar het huis van de familie S., een koppel met twee kinderen. Hij kende de moeder nog omdat hij er dertig jaar geleden op gebabysit zou hebben. “Maar het was mistig en hun huis lag een beetje achterin, dus ik vond het niet”, had Hardy verklaard. “Daarna ben ik dan bij die vrouw aangekomen. Omdat zij ook in een witte villa woonde, net als dat gezin.”

Tijdens de zitting klonk het verhaal over die verklaring plots een stuk minder duidelijk. “Ik dacht dat de suggestie op zich (het feit dat hij van plan zou zijn geweest om een volledig gezin uit te moorden met een klein bijltje, red.) al zo ongeloofwaardig was dat men dat niet serieus ging nemen”, zei Hardy tegen de voorzitter. Alsof hij wilde suggereren dat hij het verhaal over het gezin S. had verzonnen.

“Er wordt mij op een gegeven moment aangeraden om schuldig te pleiten over gans de lijn, dus ik begin tekeningen te maken en te kleuren. Ik zit met vijf casussen en ik heb dat ingekleurd. Ik heb mijn schilderij ‘volgekleurd’.”

Of hij bedoelde dat hij zijn verhaal had ‘volgekleurd’ met zijn eigen fantasie, wilde de voorzitter weten. “Met verhalen”, antwoordde Hardy.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Keuze van de Redactie

MEER OVER