Direct naar artikelinhoud
Global warming

IJs op Antarctica smelt toch iets minder snel

Een ijskap op West-Antarctica.Beeld Reuters

Onderzoek heeft aangetoond dat het ijs op Antarctica almaar sneller smelt, toch is er niet alleen maar slecht nieuws over het bevroren continent. Wetenschappers ontdekten dat de ijskap van West-Antarctica mogelijk beter bestand is tegen klimaatverandering dan gedacht. De ijsmassa is weliswaar meer geslonken dan was aangenomen, maar lijkt aan stabiliteit te winnen door het plaatselijk opveren van de aardkorst.

De West-Antarctische ijskap, die uitloopt in de Amundsenzee, bevat zoveel ijs dat de zeespiegel wereldwijd ruim drie meter zou stijgen als hij helemaal zou smelten. De ijskap draagt jaarlijks met een halve millimeter bij aan de zeespiegelstijging in de wereld, een zesde van het totaal. De West-Antarctische ijskap staat te boek als een van de kwetsbaarste ijsmassa’s omdat relatief warm oceaanwater het drijvende deel, de ijsplaten, van onderaf doet smelten.

Uit nieuw onderzoek, vandaag gepubliceerd in Science, blijkt dat de ijskap minder instabiel is dan door wetenschappers was gevreesd. Door het dunner worden van de ijslaag vermindert de druk op de bodem, waarop het overgrote deel van de ijsmassa rust. Dat leidt tot het ‘opveren’ van de ondergrond, die onder de zeespiegel ligt. Dit effect zorgt ervoor dat oceaanwater langs de randen minder kans krijgt het ijs van onderaf te laten smelten. Het opveren van de rotsbodem zorgt voor het ondieper worden van de zee. Hierdoor komt de ijskap steviger op de bodem te liggen en wordt de afkalving van het ijs afgeremd.

Nauwkeurige gps-metingen geven aan dat de aardkorst bij de Amundsenzee sneller omhoog komt dan gedacht. "Drie tot vier keer sneller", zegt eerste onderzoeker Valentina Barletta van de Technische Universiteit van Denemarken. Met 41 millimeter per jaar is het een van de snelste bodemstijgingen die zich op aarde voordoen. Dat houdt verband met de elasticiteit van de ondergrond ter plaatse. Die blijkt flexibeler dan uit eerdere metingen naar voren was gekomen.

'Dit is alleen goed nieuws als we iets doen tegen klimaatverandering'
Valentina Barletta, onderzoeker

"Het verlies van ijs van de West-Antarctische ijsplaat door het smelten van onderaf leek niet te stoppen", zegt mede-auteur Terry Wilson van Ohio State University. "We hebben mechanismen gevonden die dit proces zouden kunnen vertragen of misschien zelfs stoppen."

IJs op Antarctica smelt toch iets minder snel

Ook Barletta is – voorzichtig – positief: "Bij weinig of gematigde klimaatverandering kan dit helpen. Maar er moet meer bewijs komen."

Tegelijkertijd betekenen de resultaten dat van de West-Antarctische ijsplaat 10 procent meer ijs verloren is gegaan dan tot nu toe bekend was. Het verlies aan ijsmassa is onderschat, zegt Michiel Van den Broeke, hoogleraar polaire meteorologie aan de Universiteit Utrecht. Dat is gebeurd omdat bij zwaartekrachtmetingen met satellieten een te kleine correctie werd toegepast voor het opveren van de rotsbodem.

Geen excuus

Van den Broeke, niet betrokken bij de studie, prijst het "schoolvoorbeeld van klassiek, hoogstaand" onderzoek. "Metingen leiden tot modelvorming waarmee vervolgens uitspraken kunnen worden gedaan over de toekomst. Een model waarin data over de ijskap worden gekoppeld aan data over de aardmantel zal meer duidelijkheid moeten bieden over een mogelijke stabilisatie van de ijskap."

Volgens Van den Broeke geven de resultaten "eens temeer aan hoezeer het de moeite waard is om de opwarming van atmosfeer en oceaan te beperken". Barletta: "Het is goed nieuws, maar het mag geen excuus zijn om niets te doen tegen klimaatverandering. Het is alleen goed nieuws als we iets doen."

Vorige week verscheen in Nature een omvangrijke studie waaruit blijkt dat de snelheid waarmee de ijskap van Antarctica smelt de afgelopen tien jaar verdrievoudigd is. Het ijs gaat verloren in het westelijk deel van het continent. Doen de nieuwe bevindingen iets af aan de verontrustende boodschap van de Nature-publicatie? Nee, zegt Van den Broeke. "De toename van het massaverlies is waargenomen, net als de snelle opwaartse bodembeweging. Het stabiliserende effect moet nog blijken."