De limiet voor het EK in Rome begin juni staat op 45.40, voor de Olympische Spelen in Parijs is 45.00 vereist. Met zijn 45.27 komt Sacoor ook eindelijk weer in de buurt van zijn inmiddels al zes jaar oude persoonlijk record, dat op 45.03 staat. Hij kreeg in Kessel-Lo tegenstand van drie andere Belgian Tornados: Robin Vanderbemden klokte 45.51, Florent Mabille 45.86 en Christian Iguacel 46.19.

“Ik wist dat ik dit in mij had, maar dacht niet dat het hier ging gebeuren”, zei Sacoor na afloop. “De terugreis van de World Relays op de Bahama’s was heel zwaar. We waren meer dan twintig uur onderweg en ik werd meteen verkouden. Zelfs toen ik hier in de startblokken kroop ,voelde ik mij nog altijd fris, dus in die zin ben ik zeker verrast met deze chrono.”

Durft Sacoor al luidop uit te spreken dat hij terug is? “Neen, dat ga ik pas doen als ik mijn persoonlijk record verbeter. Maar ik voel mij wel heel goed, met dank aan een goede trainingswinter. Eindelijk kon ik nog eens een hele winter doortrainen zonder blessures of ziekte. Dat doet heel veel voor vorm en vertrouwen. Individueel hoop ik dat dit jaar om te zetten in een mooie chrono onder de 45 seconden, maar de echte ambities liggen op de aflossing. Het is daarop we echt hoog kunnen scoren in Rome en Parijs.”

Ook Zagré naar Rome

Anne Zagré heeft zich zondag op de Super League van de nationale interclub atletiek geplaatst voor het EK in Rome. Ze won in Kessel-Lo de 100 meter horden in 12.87. Het ging voor Zagré om de snelste chrono sinds de Spelen in Tokio in 2021. Voor het EK in Rome is 12.98 vereist, de limiet voor de Spelen in Parijs staat op 12.77.

“Zo snel lopen op een interclub, dat had ik niet durven dromen”, zei Zagré na afloop. “Ik kwam wel voor een tijd onder de dertien seconden, omdat ik in mijn vorige wedstrijen voelde dat dat mogelijk was. Uit mijn trainingen kon ik niets afleiden, want mijn knie liet de laatste maanden geen hordetrainingen toe. Ik heb er maar twee gedaan, dus ik kan mij alleen op mijn wedstrijden baseren.”

Na enkele moeilijke jaren betekent de toptijd in Kessel-Lo veel voor Zagré, van wie het nationale record al negen jaar op 12.71 staat. “Ik ben hier zo blij mee”, vertelde ze, duidelijk geëmotioneerd. “Hier heb ik jaren op moeten wachten. De verklaring? Ik kan tenminste lopen op training, ook al is het dan zonder horden. De vorige jaren was het door blessures allemaal nog complexer.”

Rome is nu binnen voor Zagré, Parijs nog niet. “Voor mij zijn het EK en de Spelen even belangrijk”, benadrukt ze. “Het EK lijkt mij een mooie gelegenheid om de limiet voor Parijs te lopen, maar als het eerder al kan, ga ik dat niet laten liggen. Donderdag krijg ik al een eerste kans in Frankrijk.”

Obasuyi krijgt olympische limiet in zicht

Michael Obasuyi heeft zich zondag op de Super League van de nationale interclub atletiek geplaatst voor het EK in Rome. Hij won de 110 meter horden in 13.38.

Voor Obasuyi ging het in Kessel-Lo om zijn tweede tijd ooit. Zijn persoonlijk record staat sinds 2021 op 13.32. De EK-limiet bedraagt 13.46, voor de Spelen in Parijs is 13.27 vereist. Elie Bacari werd zondag tweede in Kessel-Lo in een persoonlijk record van 13.63.

“Ik kwam hier niet naartoe met het idee dat het ‘maar’ de interclub is”, zei Obasuyi na afloop. “Die mentaliteit wil ik dit jaar kwijt. Mijn bedoeling is om elke week in de 13.30 te kunnen lopen en in dat opzicht is dit een goed begin. Mijn start was goed vandaag, op de laatste horden liet ik nog wat tijd liggen. Volgende week kan ik in Montgeron in Frankrijk hopelijk nog sneller lopen.”

Obasuyi blaakt van het vertrouwen na een winter waarin hij het Belgisch record verbeterde op de 60 meter horden en de WK-finale haalde. “Ik ben mentaal en fysiek klaar om de beste prestaties van mijn leven neer te zetten”, klinkt het. “Ik heb er dan ook alle vertrouwen in dat ik de olympische limiet ga lopen. De omstandigheden moeten alleen wat meezitten en ik mag geen foutjes maken.”

De grote ambities schuwt Obasuyi dit jaar niet. “Op het EK wil ik in de finale geraken, en eens in de finale kan iedereen winnen”, klinkt het. “En zelfs op de Spelen vind ik dat ik moet geloven dat een finale mogelijk is. Als ik naar Parijs vertrek met het idee dat het niet mogelijk is, vind ik dat de verkeerde mentaliteit.”