© Joren De Weerdt

Gelenaar bouwt zijn dorp op schaal 1:60

Hij heeft de wereld in zijn hand. Letterlijk. Jacques Rompa (63) uit Geel bouwt prominente en alledaagse gebouwen na op schaal 1:60. Atelier 1907 is groots in kleine dingen.

Stefan Laenen, Hans Otten

De Asterstraat in Geel is een gezellige doordeweekse buurt. Huisje 62 lijkt ogenschijnlijk normaal, maar achter de gevel schuilt een geinig geheim. Wie de trap oploopt en het atelier van ­Jacques Rompa binnenstapt, waant zich Gulliver in een Asterstraat voor lilliputters. Met zijn hoofd tussen de treinen bouwt de meester zijn universum op schaal.

© Joren De Weerdt

“Wat rondom mij staat opgesteld, is mijn diorama, een miniatuurlandschap”, gidst Jacques. De bedreven modelbouwer zoekt zijn inspiratie niet al te ver. “De meeste gebouwen die ik nabouw, zie ik omzeggens door mijn raam. Kijk, dit is het huis van de overburen. Hier staat het op schaal 1:60 en als je door het venster naar buiten kijkt, staat het daar op ware grootte. Verder zitten in mijn diorama gebouwen die voor mij betekenis hebben, zoals de Sint-Franciscuskerk van Geel-Elsum. Daar ben ik destijds getrouwd. Ik ben een uitgeweken Nederlander, geëmigreerd uit amoureuze noodzaak”, lacht hij. “In een volwaardig diorama verschijnen alle facetten van de werkelijkheid. Ik bouwde dus een straat met huizen en appartementen, een kerk, agrarisch gebied met een boerderij, een haven met loskade en een industriezone met het gesneuvelde Geelse veevoederbedrijf Bloemmolens Bens. Het Asterhof is mijn paradepaardje. Mijn miniatuurversie van dit Geelse appartementsblok opent volledig. Als je het dak eraf heft, zie je alle kamers waarover het complex ook in realiteit beschikt. Als je laag voor laag verder pelt, kom je terecht in de ondergrondse parkeergarages. Ik verwerkte zelfs – op basis van de bouwplannen – de steunbalken die voor het blote oog niet zichtbaar zijn. De architect van het Asterhof staarde vol bewondering naar mijn maquette. Als ik dit dertig jaar eerder deed, was ik rijk geweest. Nu ben ik ingehaald door de computer en digitale 3D-maquettes.”

Atelier 1907

Wat kost een maquette op maat? “Prijzen zijn op aanvraag, want alles heeft te maken met de complexiteit van het bouwwerk dat ik imiteer. Ik baseer mij losjes op wat een schilder vraagt voor een portret, want als ik het per uur uitreken, is het te prijzig. Laat ons zeggen dat een eenvoudige modelbouw start van ongeveer driehonderd euro, materiaal en uren inbegrepen. Ik werk op bestelling, onlangs ontwierp ik een maquette van hoe het Bierhuis hier in Geel er vroeger uitzag. Destijds was het een ruïne, tegenwoordig een sympathiek café. Mijn eenmansbedrijfje heet Atelier 1907, een eerbetoon aan het grootouderlijk huis van mijn echtgenote.”

© Joren De Weerdt

“Het huis van mijn grootouders bestond uit twee delen, gescheiden door een overdekte gang. Boven die gang hing een grote kalksteen waarin het jaartal 1907 was gegrift”, herinnert Jeannine Dierckx zich. “Jacques nam foto’s vlak voor alles werd gesloopt. Op basis daarvan reconstrueerde hij de sierboog, maar tot tweemaal toe vroeg ik hem opnieuw te beginnen. Het was té mooi, terwijl het huis van mijn grootouders doorheen de jaren was aangetast.”

“De kunst van modelbouw is inderdaad om zo correct mogelijk te reconstrueren, met inbegrip van het verval”, pikt Jacques in. “Na enkele pogingen had ik de smaak te pakken, ik ben beginnen te bouwen en nooit meer gestopt.”

Jacques werkt verbeten met veel precisie en uiterst minutieus. Veel modelbouwers knutselen met kunststof, zoals plasticard. Terwijl Jacques zweert bij triplex, multiplex en mdf. “Ik maak alles uit hout, daar maak ik een erezaak van. Het is een eerlijk en natuurlijk materiaal en figuurzagen ligt me nu eenmaal het best. Als kind timmerde ik al vogelhokjes. Het zat er altijd in. Toch deed ik later niets met architectuur of vormgeving. Een gemiste kans, denk ik nu. Ik ben de creator van mijn eigen diorama’s, maar je eigen leven heb je helaas niet in de hand. Een andere roeping was treinbestuurder, maar ik ging uiteindelijk aan de slag als rij- ­instructeur. Jezelf elke dag in het verkeer smijten met onervaren chauffeurs is een stresserende job. Hierboven in mijn atelier kwam ik tot rust en nu ik met pensioen ben, zit ik hier uiteraard nog meer.”

© Joren De Weerdt

“Jacques zit vaak uren in zijn atelier”, geeft echtgenote Jeannine mee. “Gelukkig ben ik een grote dierenvriend en heb ik beneden de handen vol met onze nieuwe hond, onze zeven poezen en Flip de valkparkiet. In het weekend werkt Jacques graag minstens één namiddag door. Ik begrijp mijn man. Ik ben zelf bezig met taal, ik schreef gedichten en een roman en als je in een creatief proces zit, wil je graag ongestoord bezig blijven.”

Geheime formule

Modelbouw is naast een creatief proces ook bijzonder technisch en zelfs mathematisch. “Vooraleer ik daadwerkelijk begin te bouwen, loop ik vaak dagenlang te piekeren. Mijn atelier is qua oppervlakte beperkt dus moet ik vaak concessies doen. Als ik bijbouw, moet ik daarvoor oplossingen bedenken. Ondanks toegevingen, blijven de verhoudingen te allen tijde kloppen en dat vergt rekenwerk. Ik hanteer mijn eigen geheime wiskundige formule. Ik verklap ze niet, ik wil wel verduidelijken dat mijn regel te maken heeft met het tellen van gevelstenen en dat ik daar een factor metselvoegen aan toevoeg.”

© Joren De Weerdt

“Jacques is een pietje precies. Soms roept hij me, en vraagt of een hoek niet schuin staat”, bekent Jeannine. “Nee Jacques, die muur staat recht of misschien een héél klein tikkeltje schuin. Niemand die dat ziet. En dat weet ik al dat ik eraan ben voor mijn moeite, want zodra ik de deur uitstap, begint hij opnieuw. Hij neemt geen genoegen met bijna juist.”

Professioneel opgenomen geluid

“Een architect die een afwijking toestaat van enkele millimeters kampt op het einde misschien met enkele centimeters. Dus ik permitteer mezelf geen slordig werk”, antwoordt Jacques resoluut.

© Joren De Weerdt

“De intercity met bestemming Breda komt aan op spoor vier”, galmt het plotseling door Atelier 1907. Met piepende remmen en veel gesis houdt een miniatuurtrein halt. “Alle geluiden liet ik professioneel opnemen. De omroeper, het openen en sluiten van de deuren,… alles klinkt zoals in een echt station. Ik programmeer de software voor mijn treinen zelf, daar komt veel studiewerk bij kijken. Een goede modelbouwer is evenveel bezig met zijn handen als met zijn hersenen. Daarom word ik zo verdrietig als volwassenen zeggen dat modelbouw kinderspel is. Modeltreinen blijven een taboe. Stel je voor dat ik aan de bar hang met enkele mannen. De ene speelt voetbal en de andere is wielrenner. En jij Jacques? Nou jongens, ik rij met treintjes. Wees maar zeker dat hoongelach mijn deel is. Nochtans zijn deze treinen allesbehalve speelgoed. Check de prijzen van de Duitse fabrikant Marklin maar eens, dan begrijp je dat ik voor sommige modellen even spaar.”

In het diepst van zijn gedachten lijkt Jacques een ingenieur. “De Koningshavenbrug – in de Hollandse volksmond De Hef – is een spoorweghefbrug in de haven van Rotterdam. De brug is een buitengewone architecturale en technologische parel. Als er een schip onder de brug passeert, gaan de rails de hoogte in. Mijn Hef steeg eerst niet, als Jeannine de ramen wilde lappen, moest ze zich dus steeds bukken. Nu gaat mijn brug dus ook omhoog en heeft Jeannine vrije doorgang. Ze moet haar komst wel steeds aankondigen aan de brugverantwoordelijke, de heer Rompa.

Poppenhuis Matheusen

In een grote Nederlandse hit staat er een paard in de gang. Bij de familie Rompa een trein in de woonkamer. “Deze glazen vitrinekast was vroeger eigenlijk een aquarium, maar we waren wat uitgekeken op de vissen. Bovendien fokten die visjes als konijnen. De vissen zijn verkocht en het water ging uit de tank. Met het grootste geduld bouwde ik een spoorwegbrug die door een Oostenrijks landschap snijdt, van berg naar weidelandschap over een meer. Vergelijk het met het bouwen van een schip in een fles. In de vallei beelden kleine poppetjes een tafereel uit. Op een kleine ruimte vertel ik een groot verhaal.”

© Joren De Weerdt

Romy – de mops des huizes – waakt vol trots voor het pièce de résistance. In de woonkamer prijkt een poppenhuis waaraan Jacques een jaar werkte. Het huis is een perfecte replica van het statige herenhuis van dokter Matheusen in het OPZ. “Het poppenhuis is historisch correct. Het interieur is een vrije interpretatie van hoe het ooit was, maar ook hier met respect voor de geschiedenis dus in het meubilair zitten geen elektronische huishoudtoestellen uit plastic, wel koperen potten. De kleine schilderijtjes zijn reproducties van bestaande kunstwerken. Er is met de grootste zorg gevloerd en behangen, met Jeannine als volleerd binnenhuisarchitecte. Het huis is te mooi om mee te spelen. Als er bezoek komt met kinderen, zeggen wij meteen op vrij kordate toon: niet aankomen!”, lacht Jacques.

Dit artikel komt uit CittA
LEES MEER IN CITTA KEMPEN

Atelier 1907 via 0473-52.01.85 of j.rompa@outlook.com