Dat blijkt uit de Monitor Integriteit en Veiligheid, een onderzoek dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken door Atria en Ipsos I&O is uitgevoerd. Voor de monitor zijn ruim 3.000 lokale politici bevraagd, onder wie 2.175 mannen en 857 vrouwen.
Onder online agressie en geweld valt verbale agressie, zoals schelden, kwetsen of discriminerende opmerkingen. Maar de politici hebben ook te maken met online bedreigingen of intimidatie via bijvoorbeeld e-mail en sociale media.
Vrouwen van progressieve partijen krijgen hier relatief vaker mee te maken. Vrouwelijke D66-politici hebben het meeste online geweld te verduren.
Volgens de monitor komen vrouwelijke politici niet alleen vaker in aanraking met online agressie, maar voelen zij hier ook meer gevolgen van dan hun mannelijke collega's. 55 procent van de vrouwen zegt negatieve gevolgen te ervaren, tegenover 49 procent van de mannen.
In sommige gevallen is de online agressie zelfs een reden om te stoppen met het werk. 11 procent van de ondervraagde vrouwen zegt dat te hebben overwogen, bij de mannen geldt dat voor 8 procent van de ondervraagden.
Verder zijn vrouwelijke politici kritischer over de nazorg en hoeveel hun organisatie doet om agressie en geweld te voorkomen.
NUjij: Uitgelichte reacties