Direct naar artikelinhoud

Nog nooit was het zo druk op Mount Everest; deze week zeven doden

In de file staan op de A2 is vervelend, in de file staan op Mount Everest is levensgevaarlijk. Dat bleek afgelopen woensdag, één van de drukste dagen ooit op de Mount Everest. Ruim tweehonderd klimmers grepen het mooie weer aan om zowel vanuit China als uit Nepal de 8.848 meter hoge top te bereiken. Deze week vonden zeven bergbeklimmers de dood op de berg.

De rij op Mount Everest.Beeld AFP

Deze foto werd vrijgegeven door de Nepalese klimmer Nirmal Purja die met zijn Project Possible het huidige wereldrecord wil verbreken om de 14 bergtoppen te beklimmen in slechts zeven maanden. Hij fotografeerde een enorme rij van - volgens de New York Times - 250 tot 300 klimmers die in de kou en ijle lucht allemaal de top hopen te bereiken. Op de lastige punten ontstaan verstoppingen, vanwege het lange wachten - de wachttijden liepen op tot drie uur - riskeerden klimmers hoogteziekte en bevriezing. Twee mensen overleefden de tocht naar de top - en weer terug - niet. Een Amerikaanse en een Indiase klimmer overleden in de drukte. 

Purja, de fotograaf, schreef in een bericht dat hij eerder opstoppingen op bergen had meegemaakt, maar niet in deze extreme mate en zeker niet op deze hoogte, ruim 8,5 kilometer boven NAP.  Was het weer omgeslagen, dan had dat tot een grote ramp geleid, denkt Purja. 

De Amerikaan die overleed was de 54-jarige Donald Cash. Hij verloor zijn bewustzijn als het gevolg van hoogteziekte. De sjerpa's die bij hem waren konden hem niet meer redden. Mede door de rijen verbleef hij noodgedwongen te lang op grote hoogte. Op het moment dat hij instortte had hij net zijn ultieme doel bereikt, vertelt zijn familie aan de New York Times: het beklimmen van de hoogste berg van elk continent.

De Indiase klimmer die omkwam is Anjali Kulkarni, ook 54. Zij overleed ook nadat ze - samen met haar man - de top had bereikt.  Volgens haar expeditieleider kon ze door de ongebruikelijke lange duur van de klim ‘haar energie niet meer behouden'. Andere klimmers keerden in de basiskampen terug met bevriezingsverschijnselen en andere verwondingen. 

Record op record
De tocht naar de top van Mount Everest wordt steeds populairder. Vorig jaar beklommen 563 mensen vanuit Nepal de hoogste berg van de wereld, een record. Vijf mensen overleden bij hun poging. Ook vanuit Tibet haalden waarschijnlijk meer dan tweehonderd mensen de top. Dit jaar worden nog meer klimmers verwacht die een poging gaan doen. Voor een klimpoging moet het weer in de Himalaya helder en rustig zijn, omstandigheden die niet standaard zijn en ook snel kunnen veranderen. Wanneer zich een ‘klimvenster’ voordoet, haasten groepen klimmers zich hun basiskampen uit en de berg op. Dat leidt tot de files. 

De berg is zo populair, omdat de beklimming voor een berg boven de 8.000 meter relatief eenvoudig is en om de simpele reden dat Everest het dak van de wereld is. Daar zit vooral de aantrekkingskracht, schrijft de Amerikaanse historicus Maurice Isserman in Fallen Giants: A History of Himalayan Mountaineering from the Age of Empire to the Age of Extremes. ‘Er zijn interessantere bergen om te beklimmen. Er zijn mooiere bergen. Er zijn uitdagendere bergen die een mooiere ervaring bieden. Maar de Everest is een trofee. Het is de hoogste.’ 

Inmiddels hebben ongeveer zesduizend klimmers de top gehaald. Van de 13-jarige Amerikaanse jongen Jordan Romero tot de Indiase Arunima Sinha met één been, van de 80-jarige Yiuchiro Miuta uit Japan tot de Amerikaanse blinde Erik Weihenmayer. Sherpa Kama Ripa stond zelfs al 22 keer op het dak van de wereld. Ook hebben bijna driehonderd klimmers hun tocht op de Everest niet overleefd. 

Zijn vriend is overleden, maar geen tijd om te rouwen

In het voorjaar van 2016 kwamen op de flanken van de Mount Everest onder leiding van de ervaren Nederlander Arnold Coster twee klimmers om het leven. Rik Kuiper maakte een reconstructie van de zeldzaam rampzalig verlopen tocht door de ogen van de langzaam onzekerder wordende expeditieleider. Wat een berg met een mens doen kan.

Al in 2013 schreef verslaggever Toine Heijmans in de Volkskrant dat de beklimming van de Mount Everest is verworden tot een ‘freak show’. Uit zijn verhaal toen:

“Het lijkt erop dat een deel van de duizend alpinisten die dit jaar een poging wagen dat niet meer doen om de Everest (8.848 m) te overwinnen, maar vooral zichzelf. Op de spaarzame dagen dat de top beklommen kan worden is het intussen zo druk in de ‘zone des doods’, dat er verkeersopstoppingen ontstaan. Files van klimmers die soms twee uur rillend moeten wachten bij de kritieke passages, op plekken ver boven de achtduizend meter, waar zo weinig zuurstof in de lucht zit dat ademen alleen al een krachtmeting is.

National Geographic Magazine stuurde schrijver en avonturier Mark Jenkins naar boven. In het juninummer van het blad komt hij - verhalend over ingevroren lijken, achtergelaten rotzooi en concurrerende klimmers die elkaar geen centimeter ruimte gunnen - tot de volgende conclusie: ‘De berg is een icoon geworden voor alles wat er mis is met het bergbeklimmen.’

Frits Vrijlandt, de eerste Nederlander die, in 2000, de Everest via de noordkant beklom, noemt het verhaal ‘een beetje overdreven’, maar maakt zich net als anderen zorgen over het alpiene circus dat telkens losbreekt in mei, de maand met de meeste kans op succes. ‘Van mij mag iedereen die de mogelijkheid heeft omhoog. Maar het is geen gelukzoekersberg. Je moet er ervaring voor hebben. Het moet niet op een lijstje staan, als: ik wil het Kanaal over zwemmen, van Noord- naar Zuid-Amerika fietsen en de Everest op.’

Vrijlandt vindt dat een klimmer in staat moet zijn op eigen kracht de top te halen. ‘Maar je ziet ook steeds meer mensen waar iets mee is. Blinden, gehandicapten, mensen die geholpen worden door begeleiders. Ook mensen met te weinig geld. Dat geeft problemen.’

Het beklimmen van de top is de laatste tijd eenvoudiger geworden door beter materiaal en betere gidsen en vooral betere logistiek. Voordat de alpinisten omhoog gaan, maken tientallen sherpa’s de berg klaar door vaste touwen aan te leggen. Klimmen langs die ‘fixed ropes’ is min of meer verplicht. Bedrijven bieden ‘full service’-expedities aan, inclusief espressomachine in het basiskamp. Dat trekt ook mensen met minder ervaring.”