Twee tieners uit Mol opgepakt in Kenia voor smokkel van duizenden zeldzame mieren: "We waren naïef"

Begin deze maand werden de twee 18-jarigen, afkomstig uit de regio Mol, opgepakt in Kenia. Volgens de lokale autoriteiten waren ze in het bezit van maar liefst 5.000 levende mieren, verpakt in ruim 2.200 reageerbuizen en spuiten. In het kader van het onderzoek werd ook een Keniaan en een Vietnamees opgepakt.

Volgens de Kenya Wildlife Service (KWS) waren de reageerbuizen zo ontworpen dat de mieren tot 2 maanden zouden kunnen overleven en tegelijk onzichtbaar zouden blijven voor detectie op luchthavens. De KWS spreekt van een "goed uitgevoerde daad met voorbedachten rade" en noemt het "biopiraterij".

Gisteren en vandaag moesten de jongemannen voor de rechtbank verschijnen in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Ze pleitten beiden schuldig.

"We zijn niet hierheen gekomen om wetten te overtreden", klonk het bij één van hen. "Dat hebben we per ongeluk en door domheid gedaan. We zijn geen criminelen. We zijn 18 jaar oud en we zijn naïef geweest."

"We hebben enorm geleden in de laatste dagen en na onze straf zullen we nog meer lijden", ging het verder. "Ik weet dat dat een gevolg is van de wet overtreden, maar ik wil gewoon naar huis gaan om mijn leven te beginnen."

De mieren die de jongemannen vervoerden zijn van de Messor cephalotes-soort, de grootste oogstmier ter wereld.

Koninginnen van de soort worden tussen de 22 en 25 millimeter groot. De diertjes komen enkel voor in Ethiopië, Soedan en Kenia. Volgens de KWS worden de mieren geprezen omwille van hun bijzondere gedrag, het bouwen van complexe kolonies en het bestrijden van ongedierte.

In Europa en Azië zijn ze erg gegeerd bij verzamelaars. Op het internet worden ze aangeboden voor zo'n 200 euro per stuk. De jongemannen hadden dus mogelijk honderdduizenden euro's winst kunnen maken.

Op 23 april wordt de rechtszaak verdergezet.