Direct naar artikelinhoud

'Wie oordeelt over Israël, oordeelt over de aard van de mens, en dus over zichzelf'

Israëlische soldaten vuren traangasgranaten af bij protesten tegen het besluit van president Trump om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël.Beeld EPA

Als Palestijnen de Bijbel lezen, komen ze een uitverkoren volk tegen dat hun tegenwoordige bezetter is. Hoe gaan ze daarmee om? 'We worden moe van alle mooie woorden uit het buitenland'.

Munther Isaac herinnert zich nog heel goed dat hij als kind in de Bijbel las over David en Goliath; over de jonge Joodse herder die een Filistijnse reus versloeg door een steen tegen zijn voorhoofd te slingeren.

Dat was voor een Palestijnse jongen - Isaac werd geboren in Beit Sahur, vlakbij Betlehem - een verwarrende ervaring. In zijn Arabische bijbel is het woord 'Filistijn' hetzelfde als 'Palestijn' en het was duidelijk dat de Filistijnen in dit verhaal slecht waren en de Israëlieten goed, zoals overal in het Oude Testament. Wat moest de jonge Isaac, opgroeiend in een christelijke familie, daarmee? Het was 1987, in de straten van Beit Sahur woedde de Eerste Intifada, en er kon geen enkele twijfel over bestaan wie de goeden waren en wie de slechten. Maar in de Bijbel was het precies omgekeerd. "Je opent je Bijbel en het is alsof David vecht tegen de Palestijnen, en David wint altijd, want Israël wint altijd, omdat het God aan zijn zijde heeft."

Inmiddels is Isaac rector van het Bethlehem Bible College en predikant in de evangelisch-lutherse kerk in Palestina, die relaties onderhoudt met de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Maar de dilemma's die hem als kind parten speelden, zoals in feite alle Palestijnse christenen, houden hem nog steeds bezig: Wat te doen met een heilig boek waarin een hoofdrol is weggelegd voor het volk dat jouw land bezet houdt? Isaac schreef een proefschrift over de theologie van het beloofde land (hij promoveerde in Oxford), organiseert conferenties onder de titel 'Christus bij het checkpoint' en probeert Westerse kerken te bereiken met de boodschap dat de Bijbel niet bedoeld is als steun in de rug voor de politiek van het huidige Israël.

Tekst loopt door onder de foto

Munther IsaacBeeld TRBEELD

"Onder christelijk-Palestijnse intellectuelen bestaat nogal wat bitterheid over het Oude Testament," zegt Isaac in zijn kantoor op het Bible College, vlakbij de Israëlische afscheidingsmuur. "Ze zien het als een boek vol geweld, bloedvergieten en wraak, en natuurlijk is het bovendien het boek dat de Joden gebruiken als rechtvaardiging voor de stichting van hun staat, ten koste van ons. Als ik uit het Oude Testament preek, krijg ik altijd wel van iemand te horen: waarom doe je dat nog steeds? Men wijst dan bijvoorbeeld op het verhaal van Jozua, die Israël veroverde en alle inwoners van het land om het leven bracht - Palestijnen identificeren zich dan direct en automatisch met de slachtoffers, niet met de veroveraars."

Voor de pijn die dergelijke teksten teweegbrengen heeft Isaac geen afdoend medicijn - het is niet zo, zegt hij, dat er één interpretatie is die alles goedmaakt. Zijn antwoord is een zoektocht naar de algemene noties achter de verhalen, waarbij de principes uit Jezus' Bergrede ('zalig zijn de vredestichters') eerder de sleutel vormen dan de geweldsteksten uit het Oude Testament. En daarnaast is het volgens hem belangrijk de huidige Palestijnen niet gelijk te stellen aan de toenmalige Filistijnen of het huidige Israël aan de toenmalige Joden. Er is veel schade aangericht door christenen die dat wel doen, zegt hij.

Amerikaanse evangelicals leggen de nadruk op de eindtijd en bekering van joden. Protestanten op de twee verbonden - dat van God met de joden en van God met de kerk.
Munther Isaac

"Als het gaat over land en Bijbel zijn er grote verschillen, bij Amerikaanse evangelicals heb je bijvoorbeeld een compleet ander gesprek dan bij Duitse protestanten. De evangelicals leggen de nadruk op eindtijd-scenario's en bekering van joden, samen met onvoorwaardelijke steun aan Israël en expliciete islamofobie. In de gevestigde protestantse kerken ligt de nadruk op het verbond, of liever de twee verbonden - dat van God met de joden en van God met de kerk. Bekering van joden staat niet op de agenda, en er heerst een groot schuldgevoel vanwege de geschiedenis van het antisemitisme. Maar beide stromingen gaan uit van een bijbelse link tussen jodendom en het huidige Israël, zo niet van een goddelijk en exclusief recht van de joden op het land."

Het is die link, die Isaac ter discussie stelt. Wat zich begint af te tekenen, zegt hij, is een Palestijnse theologie, die een eigen positie inneemt. Isaac noemt dat onontkoombaar: iedereen probeert antwoorden te vinden op vragen die leven in de eigen ziel, en die vragen worden gevormd door de context waarin we leven. "Wij beginnen te zien dat de Bijbel iets te zeggen heeft over rechtvaardigheid en daarmee over grootmachten. Dat de Bijbel zich keert tegen een monopolie op macht, tegen uitbuiting van de machtelozen. Dat is iets waar wij ons mee kunnen identificeren. En dan kunnen we zelfs Jozua zien als iemand die zich keert tegen de macht van zijn dagen."

Het oudtestamentische ideaal was welhaast communistisch, zegt Isaac. Niet de koning was de eigenaar van het land, maar het volk, verdeeld naar families. En elke vijftig jaar moest het bezit worden herverdeeld; het jubeljaar. Als Isaac leest wat gerechtigheid in de bijbel is, ook in het Oude Testament - zorg voor de armen, vreemdelingen, onderdrukten - geeft dat hem hoop. Het maakt hem ook kritisch. "Door wie werd Jezus gekruisigd, wat vertelt ons het schandaal van een gekruisigde God? Dat er gevaar schuilt in de combinatie van macht en religie, van geloof en imperialistisch denken. Dit maakt ons zeer kritisch op de Amerikaanse christenen, en ook wel op Europese, omdat zij zich scharen achter de politiek van Israël."

Met 'het land delen' bedoel ik niet 'verdelen', maar gezamenlijk bewonen
Munther Isaac

Het is niet dat land volgens Isaac theologisch onbelangrijk is; je kunt niet over een samenleving spreken zonder het over land te hebben, zegt hij. De Nederlanders, de Palestijnen, ze hebben een stuk land dat hen Nederlanders en Palestijnen maakt. Maar de omgang met het land bepaalt je relatie met God en met anderen. Hoe je recht doet aan de schepping, de bomen, de dieren, het water, hoe je rentmeester bent en orde schept volgens Gods bedoeling, dat wil zeggen: zodat het mensen ten goede komt en mensen niet uitsluit. "We zien in de Bijbel een ontwikkeling die gaat van land naar landen. Israël was bedoeld als een model, als vertegenwoordiger van de mensheid, en het uitverkoren-zijn was een verantwoordelijkheid, geen privilege. Het probleem is dat het dat wel geworden is. In de Bijbel zien we Gods optreden in het universum aan de hand van zijn optreden met één volk, maar we weten dat het uiteindelijk gaat om de hele aarde, niet om dat ene volk. Als ik preek over Israël, zeg ik ook altijd: oordeel niet te snel, want wie oordeelt over Israël, oordeelt over de mensheid, over de aard van de mens, en dus over zichzelf."

Delen

Land is nooit exclusief joods, islamitisch of christelijk, zegt Isaac. "Elk land is van God, en dus van iedereen." Het Israëlisch-Palestijnse conflict vloeit precies voort uit de verwerping van dit uitgangspunt, en dat rekent Isaac ook de Palestijnen aan. "Zolang we niet uitgaan van het idee dat we het land delen, komen we niet verder - en met 'delen' bedoel ik niet 'verdelen', maar gezamenlijk bewonen. Wat dat in politieke termen betekent - één staat, een confederatie, twee staten - is een volgende kwestie, dat gaat aan de theologie voorbij. Maar we zijn tegen het misbruik van God als grootgrondbezitter. Het is ook simplistisch: de Bijbel noemt heel diverse grenzen als het gaat om Israël en het is ontkenning van duizenden jaren geschiedenis om op grond daarvan nu territoriale politiek te bedrijven."

Internationaal gezien vormen de christenen die solidair zijn met de Palestijnen een minderheid, en dan nog opereren ze naar de smaak van Isaac wel erg voorzichtig, uit angst voor conflicten met hun Joodse gesprekspartners. "Ze zeggen dat ze vrede voorstaan tussen Israël en de Palestijnen. Twintig jaar geleden was dat voldoende, maar nu niet meer. We vragen van hen dat zij zich uitspreken tegen de bezetting. Wat betekent het om vrede te willen? Wat moet er dan gebeuren? Dát moet aangekaart worden. Wij Palestijnse christenen veroordelen gewelddadig verzet, en keren ons daarmee soms tegen ons eigen volk. Maar we worden moe van alle mooie woorden vanuit het buitenland. Ze zijn leeg. Palestijnse christenen vragen om meer dan dat: boycot Israël.

Jeruzalem

De beslissing van president Trump om Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël doet Isaac denken aan de Balfour-verklaring van 1917. Daarin spraken de Britten, op dat moment de machthebbers in Palestina, hun steun uit aan de oprichting van een nationaal thuisland voor de Joden in wat nu Israël heet. "Trump ziet het land als een bezit, een instrument in de handen van de macht, net als Balfour. De Palestijnen in Betlehem en Jeruzalem vragen: kan ons lot iemand iets schelen? Tegelijk houden wij ons vast aan de woorden van Jezus: 'De zachtmoedigen zullen de aarde beërven'."

Lees hier meer over Jeruzalem in de reportage van correspondent Monique Hoogstraten: 'Hoe de gedeelde stad Jeruzalem de lieve vrede bewaart'.