Direct naar artikelinhoud
NieuwsUitreiking Libris Literatuur Prijs

Rob van Essen wint Libris: ‘Onze kaarten moesten opnieuw worden ­geschud, want dit boek was van uitzonderlijke kwaliteit’

Rob van Essen.Beeld Illias Teirlinck

Rob van Essen is met Ik kom hier nog op terug voor de tweede keer bekroond met de Libris Literatuur Prijs. De jury beschouwt het zelfs als ‘de beste roman die Van Essen ooit schreef’. Hoe uitzonderlijk is het dat een schrijver tweemaal dezelfde prestigieuze prijs mee naar huis neemt?

‘Een krankzinnige fantasie met een fikse diepgang, een verhaal dat gaandeweg handen en voeten krijgt en een onverwachte ontknoping heeft.” Zo prees Libris-juryvoorzitter en bestuurskundige Kim Putters uitbundig Ik kom hier nog op terug, waarin journalist Rob Hollander terugreist in de tijd. Nadat Rob van Essen (60) in 2019 al het podium beklom voor De goede zoon (en toen topfavoriet Ilja Leonard Pfeijffer het nakijken gaf), mocht hij exact vijf jaar later in cultuurhuis Felix Meritis in Amsterdam opnieuw doodgemoedereerd de cheque van 50.000 euro en de bronzen legpenning op zak steken.

Ik kom hier nog op terug verscheen op de valreep van 2023. De roman met sciencefictionelementen kwam zo nog nét in aanmerking voor de juryberaadslagingen. “Onze kaarten moesten opnieuw worden geschud, want dit boek was van uitzonderlijke kwaliteit”, benadrukte de jury. Vooral de compositie werd geroemd, “omdat alles een betekenis heeft, alles in elkaar grijpt”. De Libris-winst is ook een meevaller voor VBK en uitgeverij Atlas/Contact, net overgenomen door de Amerikaanse moloch Simon & Schuster.

Niet de topfavoriet

Of de auteur het verwacht had? Van Essen, gepokt en gemazeld in het literaire milieu, legde zijn boontjes niet te week op een tweede triomf, met zijn zowaar derde Libris-nominatie. “De jury bekroont liever iemand die hem nog niet heeft gehad. Ik denk dat Sacha Bronwasser zal winnen”, vertelde Van Essen afgelopen weekend in De Morgen.

Bronwasser gold inderdaad als de te kloppen favoriet met haar Parijse ‘au pair’-roman Luister. Maar haar bestsellerstatus (24 drukken sinds februari 2023) keerde zich mogelijk tegen haar. Ook Frank Nellen werden serieuze kansen toegedicht met De onzichtbaren, een saga over het voormalige socialisme in Oekraïne.

Een wrange avond werd het opnieuw voor Esther Gerritsen. Ook zij ging aan de slag met sciencefiction in Gebied 19. Gerritsen kan met vijf (!) shortlistnominaties stilaan haar oprit plaveien, maar won nog nooit, al zou het voor Gebied 19 erg gevleid zijn geweest. Getemperd waren de winstverwachtingen van Maud Vanhauwaert (de enige Vlaamse genomineerde, met haar eerste roman Tosca) en Cobi van Baars met De onbedoelden.

Onder de radar

Dat Van Essen nu een Libris-bisnummer scoort, is zonder meer uitzonderlijk. De statistieken leren dat enkel Thomas Rosenboom het hem voordeed, met Gewassen vlees (in 1995) en Publieke werken (in 2000).

Bij dat andere grote prijzenkanon, de Boekenbon Literatuurprijs (de voormalige AKO- en ECI-prijs), is het een frequenter verschijnsel. Daar werd Wessel te Gussinklo ooit tweemaal op het schild gehesen, net als Jeroen Brouwers en Arnon Grunberg. Gluren we naar buitenlandse topprijzen, dan valt een kransje van vier Booker Prize-winnaars op met tweevoudige lauwerkransen: J.M. Coetzee, Peter Carey, Hilary Mantel en Margaret Atwood. Zeker is dat Rob van Essen met zijn huzarenstuk een plaatsje in de literaire geschiedenisboeken verwerft.

Van Essen – als echtgenoot van Lize Spit sinds enige tijd een Nederbelg – vertoeft de laatste jaren op een wolk, alsof alles wat hij aanraakt in goud verandert. De vurige beoefenaar van het korte verhaal, ook actief als recensent en vertaler, bleef lang onder de radar, ondanks goeie kritieken. Afkomstig uit een streng gereformeerd milieu haalde de in Rijssen geboren auteur weleens het geloof door de mangel. “In mijn eerste boek wordt dan ook ontzettend veel gevloekt.” Nu is hij milder en melancholischer over zijn jeugd.

Toen Van Essen in 2015 de J.M.A. Biesheuvelprijs kreeg voor de bundel Hier wonen ook mensen, kwam zijn proza sterker op het voorplan. Bij Van Essen is het of de werkelijkheid altijd uit de hengsels wordt getild; vergelijkingen met Murakami en Auster zijn daarom niet uit de lucht. Dat was zo in het met de Libris bekroonde De goede zoon en zeker ook in Ik kom hier nog op terug. Wanneer Rob Hollander voor het blad Wij Nederland een artikel wil schrijven over zijn voormalige studiegenoten filosofie, nodigt gameswizard Icks hem uit naar Los Angeles. Met diens tijdmachine kan ‘Rob’ terugkeren naar een cruciaal moment waarop hij tekortschoot. Dan grijpt hij terug naar 1998 toen hij wijlen radiocommentator G.B.J. Hiltermann straal negeerde op een Amsterdamse brug.

‘Steengoeie vrouwen’

Van Essen legt er qua schrijftempo behoorlijk de pees op: “Juist omdat ik zoveel jaren in de luwte heb doorgebracht, en pas echt doorgebroken ben, denk ik dat mijn carrière nog altijd in een stijgende lijn zit.” Merkwaardig ook hoe de jury poneert dat Ik kom hier nog op terug beter is dan De goede zoon: “Meer dan andere keren staat alles nu perfect in de steigers.”

Van Essen blijft sowieso een ‘dedicated taste’. Joost de Vries vond het ooit literatuur “waarin je als lezer aan het werk wordt gezet, waarin je ook beloond wordt”. Zijn romans doen uitgesproken Hollands aan, geworteld in laaglandse bodem, ondanks dat gestoei met teletijdmachines, het surreëel-absurdistische en de sprongen naar andere continenten.

Rob van Essen, Ik kom hier nog op terug, Atlas Contact, 400 p., 24,99 euro.Beeld RV

Van Essen volgt op de erelijst Anjet Daanje op, vorig jaar gelauwerd voor Het lied van ooievaar en dromedaris. Daarmee blijft het palmares van de Libris uitgesproken mannelijk getint. De cijfers liegen niet: Van Essen is de 26ste mannelijke laureaat op 31 edities. Jurylid Lisa Kuitert liet dit weekend nochtans in de Volkskrant optekenen dat er dit jaar “heel veel steengoeie vrouwen” verschenen: “Op de shortlist zijn ze niet voor niets in de meerderheid. Wat mij betreft hadden er nog wel meer op gekund.”

Bij de eindafrekening ging de prijs toch naar een mannelijke gevestigde waarde. Overigens is het al van 2011 geleden dat (met Yves Petry) nog een Vlaming won.